VN: Latijns-Amerika blijft geweld tegen vrouwen en meisjes tolereren

Een vrouw protesteert tegen gendergerelateerd geweld in Lima, Peru. © Getty

In weinig gebieden ter wereld worden zoveel vrouwen vermoord als in Latijns-Amerika. De samenleving blijft er geweld tegen vrouwen en meisjes tolereren, zegt Luiza Carvalho, directeur Latijns-Amerika van VN Vrouwen, in een interview met persagentschap IPS. Ze pleit voor meer middelen en meer samenwerking en vooral een totaalaanpak.

Ook al komt de bevolking steeds vaker op straat tegen vrouwenmoorden (femicide) en heeft de regio baanbrekende wetgeving tegen deze misdaadvorm, toch blijft Latijns-Amerika zeer slecht scoren op dit punt, stelt VN Vrouwen.

‘In alle landen zien we de normalisering van geweld tegen vrouwen en meisjes, het ontbreken van uitgebreide en kwaliteitsvolle diensten die patronen van geweld identificeren die tot femicide kunnen leiden, en een gebrek aan data, en de dominantie van onderzoek zonder genderperspectief’, zegt de Braziliaanse Luiza Carvalho in Panama-Stad, waar zich het Latijns-Amerikaanse hoofdkantoor van VN Vrouwen bevindt. ‘Het is van fundamenteel belang een einde te maken aan de straffeloosheid. Er zijn landen in de regio waar femicide slechts in vijf procent van de gevallen wordt bestraft.’

Spotlight Initiative

Carvalho verwacht veel van het nieuwe Spotlight Initiative van de Europese Unie en de Verenigde Naties. Van een initiële investering van 500 miljoen euro gaan 55 miljoen naar Latijns-Amerika. Spotlight pakt het fenomeen van op gender gebaseerde moorden op een alomvattende manier aan via zes pijlers: regelgeving voor gendergelijkheid, institutionele versterking, primaire preventie, kwaliteitsdiensten, gegevensverzameling en de versterking van de vrouwenbeweging.

Op 21 maart werd in Argentinië de campagne #NiUnaMenos gelanceerd, die ondertussen ook in El Salvador, Mexico, Guatemala en Honduras actief is. Deze landen werden onder meer geselecteerd op basis van de dynamiek van het maatschappelijk middenveld, zei Carvalho.

In Argentinië toonde de NiUnaMenos-beweging ‘dat dit fenomeen niet langer getolereerd wordt, iets waar de regio en de wereld veel van kan leren.’ De NiUnaMenos-beweging kreeg veel aandacht door de massademonstraties na nieuwe vrouwenmoorden.

Conventies en modelwetten

De regio beschikt over een Inter-Amerikaanse Conventie ter Voorkoming, Bestraffing en Uitroeiing van Geweld tegen Vrouwen. De conventie, die in 1994 werd aangenomen in de Braziliaanse stad Belém do Pará en door 32 landen is ondertekend, legt geweld tegen vrouwen formeel als een mensenrechtenschending vast. Ze leidde tot de ontwikkeling van mechanismen in de strijd tegen geweld tegen de fysieke, seksuele en psychologische integriteit van vrouwen, zowel in de openbare als privésfeer. In 2013 werd het juridische concept van femicide erin opgenomen.

De regio werd met die conventie een ‘wereldwijde pionier op het gebied van wetgeving inzake geweld tegen vrouwen’, zegt Carvalho. Femicide is opgenomen in het strafwetboek in twaalf landen (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Ecuador, Honduras, Mexico, Panama, Peru, de Dominicaanse Republiek en Uruguay). Nog zes landen hanteren femicide in andere wetten (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Nicaragua, Paraguay en Venezuela).

Daarnaast hebben de 32 landen die deelnemen aan het verdrag, wetten die de rechten beschermen van vrouwen en meisjes die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld.

Vorige maand lanceerden VN Vrouwen, de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en het expertencomité dat het Verdrag van Belem do Pará opvolgt (Mesecvi), officieel de Inter-Amerikaanse Modelwet ter Voorkoming, Bestraffing en Uitroeiing van Geweld tegen Vrouwen en Meisjes. De modelwet ‘moet de basis vormen voor het opstellen of aanpassen van wetgeving inzake de gewelddadige dood van vrouwen in de regio, en ook voor de versterking van acties op het gebied van preventie, bescherming, zorg, onderzoek, vervolging, bestraffing en totale schadeloosstelling’, zegt Carvalho.

Hoogste percentage vrouwenmoorden

Een onderzoek door Small Arms Survey laat zien dat 14 van de 25 landen met het hoogste percentage vrouwenmoorden ter wereld (per 100.000 vrouwen) in Latijns-Amerika liggen. Helemaal bovenaan staan El Salvador, Honduras en Guatemala. Carvalho schrijft dat toe aan het gebrek aan alomvattende maatregelen ‘waardoor een kloof ontstaat tussen formele rechten en effectieve toegang tot de rechten voor vrouwen.’

‘De Pará-conventie maakte duidelijk dat een totaalaanpak inzake geweld tegen vrouwen nodig is, dat wil zeggen dat de landen naast het bestraffen ervan ook preventie-, beschermings-, onderzoeks- en herstelacties moeten ontwikkelen, zowel voor de families van de slachtoffers als voor de overlevenden.’

Die totaalaanpak ontbreekt nog steeds, zegt ze. ‘De landen beschikken niet over data over schadeloosstelling, over verdwenen vrouwen, ze hebben geen genetische gegevens die de lokalisering van slachtoffers mogelijk maakt of andere mechanismen die hun rechten garanderen.’

Onderzoek en middelen

‘We hebben statistieken nodig om te analyseren en te vergelijken tussen landen wat werkt en wat niet om femicide uit te roeien. Als we betere statistieken hebben, kunnen we de patronen en de ernst van de situatie zien en een gefundeerd beleid uitwerken.’

Bovendien is in het strafrecht nog steeds sprake van een ‘androcentrisme’, wat zich vertaalt ‘in een normatieve context die zich niet leent tot goede strafrechtelijke bepalingen die specifieke vormen van geweld tegen vrouwen bestraffen.’

‘Wanneer vrouwen worden vermoord, moeten deze zaken onmiddellijk worden onderzocht vanuit het vermoeden dat het een femicide is, zoals in Mexico. De gevallen moeten goed worden onderzocht, zonder vooroordelen of genderstereotypen, en er moeten herstelbetalingen worden gedaan.’

Een meisje uit de Rocinha favela in Rio de Janeiro is onderweg naar huis, terwijl achter haar enkele soldaten op patrouille zijn.
Een meisje uit de Rocinha favela in Rio de Janeiro is onderweg naar huis, terwijl achter haar enkele soldaten op patrouille zijn.© Getty

‘Algemene wetten hebben middelen nodig om te kunnen worden geïmplementeerd’, zegt Carvalho. Dat is nu echter nog veel te weinig het geval: volgens het Mesecvi-expertencomité besteden de landen die de Pará-conventie ondertekenden, minder dan een procent van hun begroting aan acties ter bestrijding van gendergeweld.

‘We moeten ook veel nadruk leggen op preventie. Zelfs als we alle agressors in de gevangenis zouden stoppen, dan zullen we nooit een einde maken aan het geweld tegen vrouwen als we de structurele oorzaken, attitudes en percepties niet veranderen.’

‘Ondanks enkele veelbelovende veranderingen, onder impuls van jongeren in de regio, blijft de samenleving geweld tegen vrouwen en meisjes tolereren. Een wijziging van de maatschappelijke normen is nodig om schadelijke masculiniteit aan te pakken.’

Laatste schakel

‘Femicide is de laatste schakel in een keten van gewelddaden tegen vrouwen. Daarom moeten gezondheidszorg, sociale diensten, politie en justitie samenwerken.’ Ze wijst in dat verband op projecten zoals in Uruguay, waar rechtbanken, politie en het Nationale Vrouweninstituut nauw samenwerken.

In een risicosituatie kan een rechter daar de agressor bevelen een elektronische band te dragen die verbonden is met een apparaat dat het slachtoffer bij zich draagt. Als de aanvaller het slachtoffer nadert, waarschuwt het apparaat de politie automatisch. Tijdens het programma krijgen beiden ook psychologische ondersteuning.

‘Tot nu toe is geen van de vrouwen die deel uitmaken van dat programma vermoord’, zegt Carvalho hoopvol.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content