Vrije Tribune

Verkrachting blijft ongestraft: ‘Heb ik het die keer in Parijs dan ook zelf uitgelokt?’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Een man wordt veroordeeld voor een verkrachting, maar krijgt toch de gunst van opschorting: hij wordt dus niet gestraft. Omdat hij de signalen van de vrouw verkeerd geïnterpreteerd heeft. Dat geeft mij de boodschap dat ik maar beter kan opletten als ik flirt. Want als ik verkracht zou worden, dan heb ik het misschien zelf uitgelokt. Zoals die keer in Parijs, dan?

Ik was 19 toen het gebeurde. Ik was verliefd op de schoonheid en literaire geschiedenis van Parijs en vastberaden om een avontuur te ondernemen. Na tegenslagen in de studies en in de liefde, boekte ik die zomer – gewapend met een dichtbundel van Victor Hugo – een one way-ticket en vertrok ik naar de stad van mijn dromen. In de hoop er mezelf te vinden.

Het begon al op de Thalys richting Paris-Nord. In mijn eerste notitieboekje krabbelde ik enkele hersenspinsels en een verhaallijn neer. Mijn buur, een zakenman uit Hasselt, begon een gesprek met mij. Nadat het ijs in recordtijd gebroken was, kreeg ik een voorstel: ‘Gij, ik, in de toiletten?’ Na nog een indringende blik vertrok hij richting mannentoilet.

Ik bleef zitten en schuifelde de rest van de trip zenuwachtig heen-en-weer terwijl hij me bestookte met vragen (‘Zijn dit je echte benen of draag je panty’s?) en zijn ongemakkelijke blik meermaals traag over mijn lichaam liet glijden. Het was juli en we beleefden een hittegolf. Ik droeg een rood, open kleedje en zilveren hakken. Toen al was ik er rotsvast van overtuigd dat geen enkele man – van welke afkomst, cultuur of religie ook – ooit zal mogen bepalen wat de lengte van mijn rok is. Als hij mij toen verkracht had, zou ik het dan uitgelokt hebben?

Verkrachting blijft ongestraft: ‘Heb ik het die keer in Parijs dan ook zelf uitgelokt?’

Parijs

Een paar dagen laten, nu in Parijs. Ik was studente, platzak en voelde me een echte bohémienne. Ik genoot van de vrijheid, en van de kansen die de moderne technologie me bood. Couchsurfing bleek de ideale manier om aan een gratis slaapplaats te geraken én om interessante locals te leren kennen. Op maandag was ik bij Marc blijven slapen, een cartoonist.

Twee dagen later, op woensdag, zat ik op een brug aan de Seine naar een straatmuzikant te luisteren die liedjes van Elvis speelde. Toch was ik ongerust: het was middernacht, en ik had nog steeds geen zetel gevonden om die nacht op te slapen. Een beetje hopeloos belde ik Marc dan maar op. Hij bleek die nacht al aan twee Siciliaanse dames onderdak te bieden. Ik hoor het hem nog zeggen: ‘De matras en zetel zijn bezet. Als je echt niets vindt, mag je gerust blijven slapen, maar dan bij mij in bed. Ik zeg het maar op voorhand, zodat je niet denkt dat ik bijbedoelingen heb.’

Enigszins gerustgesteld, omdat ik er nu eenmaal vanuit ga dat de meeste mensen van nature goed zijn, ging ik in op het aanbod. Om zelf zeker niets uit te lokken, hield ik in bed mijn lange jeansbroek aan en een T-shirt. Ondanks de hitte.

Mogen we verwachten dat er hard gewerkt wordt om het stigma rond verkrachting weg te werken? Of moeten wij echt opnieuw de straat op?

Midden in de nacht werd ik wakker. Ik voelde Marcs handen op, en in me. Ik was in paniek en wist niet wat ik moest doen: als ik zou laten merken dat ik wakker was, zou hij dan misschien in paniek slaan en me verstikken met een kussen? Dus deed ik alsof ik sliep. Het leek wel een eeuwigheid te duren. Toen ik voelde dat hij zijn broek uitdeed, besloot ik een slaperige zucht te faken en me op mijn zij te draaien. Toen is hij gestopt, en gaan slapen.

De ochtend erna vond ik hem op zijn knieën aan mijn bed. ‘Het spijt me echt. Ik vind je echt een fantastisch meisje, wees alsjeblieft niet boos, het spijt me echt’, prevelde hij. Ik hield me van den domme, deed alsof ik niets gemerkt had en zorgde ervoor dat ik zo snel mogelijk uit dat gebouw was.

Ik voelde me smerig. Aangetast. Betast.

Pas achteraf drong het tot me door: ‘Hij heeft me verkracht.’ Tijdens mijn rechtenstudie had ik geleerd dat iemand penetreren, verkrachten is. Ook iemand met bijvoorbeeld je tong of vingers penetreren, telt als verkrachting.

Ik voelde me smerig. Aangetast. Betast. Ik heb geen aangifte gedaan, om verschillende redenen. Wat zou de politie gezegd hebben? Ik was als meisje bij een wildvreemde man blijven slapen, in zijn bed dan nog. Ze zouden gezegd hebben dat ik het had uitgelokt omdat ik tenslotte toch zelf bij hem in bed was gekropen. Of ze zouden me niet geloofd hebben. Ik had ook geen bewijs. Hoe bewijs je dat iemand ongevraagd met zijn vuile poten aan en in je heeft gezeten?

Dus ik heb gezwegen. Ik heb zelfs niet gehuild, denk ik. Ik voelde me gewoon vies. Dat soort vies dat ik, zelfs na vier jaar, nog met geen enkele zeep van me heb kunnen af wassen.

Omdat ik me toen zo bang en onzeker voelde, raakt het mij dat verkrachting ongestraft kan blijven omdat een meisje of vrouw ‘de verkeerde signalen heeft gegeven’. Seks, in al haar vormen, gebeurt met wederzijdse toestemming. Vrouwen hebben daarin evenveel te zeggen als mannen.

Dat ik dit eigenlijk moet schrijven. In 2016. Mogen we verwachten dat er hard gewerkt wordt om het stigma rond verkrachting weg te werken? Of moeten wij echt opnieuw de straat op? Onze bh’s verbranden? Wie weet hoe verkeerd dàt kan geïnterpreteerd worden.

De auteur wenst anoniem te blijven. Naam en adres bekend bij de redactie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content