Van design tot dure planten: waarom we status zo belangrijk vinden

© KLAAS VERPLANCKE

Van luxehandtassen en tweede verblijven tot online agressie en polarisatie, in zijn nieuwe boek onderzoekt bestsellerauteur en journalist Will Storr hoe onze zucht naar status ons gedrag voortdurend beïnvloedt.

Waarom doen we wat we doen? Het antwoord op die vraag is vaak niet duidelijk, en al bijna nooit status. Zou je denken. En toch, zo poneert Will Storr in zijn nieuwe boek The Status Game, On Social Position and How We Use It, is het dat wel. ‘Verlangen naar status zit bij ons ingebakken. Het geheim van ons succes als diersoort is dat we goed kunnen samenwerken. We gedijen het beste in groep, en ergens thuishoren is een van onze grootste drijfveren. We vormen coalities en zorgen voor elkaar. Maar niemand wil gewoon maar wat aanmodderen, we willen gewaardeerd worden, nuttig zijn, invloed hebben en zelfs leidinggeven. Ook de grootste introverten zijn blij als ze geaccepteerd en geapprecieerd worden. Kortom, als ze status verwerven. Je ziet dat ook bij andere diersoorten. Een hoge status maakt het leven van rivierkreeften, olifanten en primaten beter. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe beter en overvloediger het eten, hoe veiliger hun plaats om te slapen en hoe meer seksuele partners ze hebben. Status is in onze wereld niet alleen meer eten, seks of geld, maar ook respect, invloed, bewondering en lof, allemaal dingen die heerlijk aanvoelen. En voor je fronst omdat ik ideeën over onze evolutie gebruik om onze wereld vandaag te verklaren, vergeet niet dat we 10.000 generaties jager-verzamelaars waren voor we dat leven zo’n 500 à 600 generaties geleden inruilden voor een gesetteld bestaan. Onze wereld bekijken door een statusbril is daarom verhelderend.’

Instagram heeft ons niet navelstaarderig gemaakt, we zijn dat altijd geweest, alleen is het nu zeer zichtbaar.

Getting along and getting ahead, dat is wat we proberen te doen…

‘We verlangen naar de warmte van andermans goedkeuring en zijn bang voor afwijzing en vernedering. Ons brein is zo bedraad dat we de hele tijd om ons heen kijken en meten hoe we tegenover de andere leden van de groep staan. Daarom spelen we voor status bij elke sociale interactie, elke bijdrage aan familie, werk, gemeenschap en elke post op sociale media. Vaak heel subtiel, vaak onbewust, maar hoe we spreken, hoe we ons kleden, wat we geloven en hoe we naar ons eigen verhaal kijken, het is allemaal een statusspel. We maken bovendien deel uit van veel groepen. Je familie, je werk, je vrienden, de ouders aan de schoolpoort, Facebookkliekjes, je voetbalclub, je stad… We kijken soms meewarig naar tieners en hoe die naar de goedkeuring van hun vrienden hengelen, maar eigenlijk groeien we daar nooit uit.

Van design tot dure planten: waarom we status zo belangrijk vinden
© KLAAS VERPLANCKE

Constant meten veroorzaakt competitie, overconsumptie en conflict. Maar onze drang naar status heeft ook positieve gevolgen, stel je.

‘Klopt. Bij dieren – en ook bij ons voor we tot homo sapiens evolueerden – is status vooral gebaseerd op dominantie. Ik klim hoog in de hiërarchie omdat ik fysiek een dreiging ben en de anderen bang maak. Alleen werkte dat niet meer toen we in groep gingen leven, want het is niet goed toeven waar de hele tijd gevochten wordt. Dus ontwikkelden we ook andere statusspelen, gebaseerd op waarden en succes, op prestige en een goede reputatie. Elke groep denkt na over wat ‘een goed mens’ is, en beloont wie aan dat idee voldoet. Het waardenspel zorgt ervoor dat we weten hoe we volgens die verwachtingen moeten leven en denken. We belonen mensen die genereus en moedig zijn, die zich aan de regels van de groep houden en het belang en de ideeën van de groep verdedigen.’

Het waardenspel zorgt ervoor dat we ‘goede mensen’ proberen te zijn, maar dat we zo veel vooruitgang hebben geboekt hangt volgens jou ook samen met die andere drijvende factor van status: succes.

‘Klopt. We halen ook status uit goed zijn in iets. Jagen en verzamelen, huizen bouwen en boeken schrijven, uitvindingen doen, medailles behalen en vaccins ontwikkelen, succes op zich zorgt voor een hoge status. Neem Sarah Gilbert en Catherine Green, die het AstraZeneca-vaccin ontwikkeld hebben. Uiteraard verdienen ze geld, maar dat was niet hun doel. Ze hebben een belangrijk probleem opgelost en krijgen daar nu bewondering, invloed en andere beloningen voor. Het successpel lokt dus het beste gedrag uit dat we als mensen kunnen stellen, en doet zo misschien meer goed voor de wereld dan het waardenspel. In de 17de eeuw begon de Italiaanse elite zich te interesseren voor ‘nuttige kennis’. Wetenschap dus, en er ontstonden organisaties zoals de Respublica literaria, een los internationaal gezelschap van intellectuelen die elkaar de loef probeerden af te steken met nieuwe ideeën, originaliteit van denken en belangrijke inzichten. Ook al ging het over een kleine groep mensen, volgens sommige experts ontstond de moderne wereld in die periode. De waarden- en successpelen betekenden niet alleen dat we in onze groep niet meer fysiek bedreigd werden, maar ook dat we gestimuleerd werden om betere, nuttige burgers te zijn, voor elkaar te zorgen, om uitvindingen te doen en succes na te streven. Zonder onze statusdrang zouden we vandaag niet zijn waar we zijn.’

We kijken soms meewarig naar tieners en hoe die naar de goedkeuring van hun vrienden hengelen, maar eigenlijk groeien we daar nooit uit.

Wie status zegt, zegt statussymbolen. Dure designers, snelle auto’s en chique horloges, we kopen ze omdat we genieten van kwaliteit, verwennerij en mooie dingen. Maar jij stelt dat de nood om onze status aan te geven de belangrijkste motor van de consumptiemaatschappij en de luxe-industrie is.

‘Neurowetenschapper Chris Forth stelt dat ons brein getraind is om de wereld als een ‘beloningsplek’ te zien, het zoekt zo snel mogelijk uit wat waardevol is en wat je moet doen om dat te krijgen. Er is geen vast scorebord als het over status gaat, dus geven we een symbolische waarde aan objecten. Met als resultaat een luxemarkt die zo’n 1,2 biljoen pond per jaar waard is. Als realitycheck: een biljoen is een miljoen keer een miljoen. Spullen geven aan de buitenwereld aan hoe goed iemand bezig is en we hebben er bijna obsessief veel aandacht voor.’

Niet alleen dat, we zijn er ook onwaarschijnlijk gevoelig voor.

‘Zelfs bij kleuters zien we dat al. Uit onderzoek blijkt dat bij kinderen tussen 18 en 30 maanden zo’n drie vierde van de conflicten over bezittingen gaat. En als er maar twee kleuters samen zijn, gaat 90 procent van hun ruzies over iets wat de ene heeft en de andere wil. Al die symbolen van ons succes zijn natuurlijk maar inbeelding, dat illustreerde een onderzoek van de Haas School of Business in 2015. Toen alle vicepresidenten van een bedrijf een desk set met één pen kregen, zorgde een van hen al snel voor een tweede pen, en nog geen vier dagen later hadden alle vicepresidenten vier pennen in hun set. Dat gaat au fond nergens over, het belang van die pennen is compleet ingebeeld. Maar het symboliseert status en wordt dus belangrijk. Het bizarre is dat ons brein ook conclusies trekt over de competentie van mensen op basis van hun uiterlijke statussymbolen. We beseffen dat uiterlijke tekenen van rijkdom niet per se betekenen dat je slim, hardwerkend of een goed mens bent, en toch beoordelen we iedereen erop en zijn we ervan onder de indruk. Luxeproducten zijn de vernis die over status zit, en omdat we zelf ook naar status verlangen, apen we die luxe na. Soms bewust, als we een product kopen omdat een bekend of gewaardeerd persoon het gebruikt. Maar vaak onbewust. We maken keuzes in het leven omdat we denken dat dat is wat we echt willen, maar eigenlijk kopiëren we vaak de mensen van wie we de status begeren. Zelfs zeggen dat je niet gevoelig bent voor statussymbolen is een statussymbool, want zo probeer je te tonen dat je niet materialistisch bent.’

Van design tot dure planten: waarom we status zo belangrijk vinden
© KLAAS VERPLANCKE

Wagens, design of juwelen zijn universele statussymbolen, maar sommige symbolen zijn heel lokaal en echt alles kan een successymbool zijn, zeg je.

‘Soms is iets een statussymbool in een streek, op één school, of zelfs in een kleine vriendengroep. En ja, echt alles kan een symbolische betekenis krijgen. In 1948 schreef antropoloog William Bascom over een statusspel op Pohnpei, een Micronesisch eiland. De gemeenschap had een strakke hiërarchische structuur en promotie naar de eliterangen was moeilijk. Maar er was een manier om het snel ’te maken’: yams. Wie op een feest van een leider een groot exemplaar van die groente meebracht, won aanzien, de man met de grootste yam kreeg zelfs de titel ‘Nummer 1′. Dus kweekten de mannen van het eiland, vaak in het geheim, de grootst mogelijke yams. Exemplaren die tien jaar gecultiveerd werden konden tot vier meter lang en 90 kilogram groeien en werden op speciale draagpalen naar het feest gedragen. Er ontstond ook een etiquettesysteem. Zo mocht je nooit direct naar de yam van een ander kijken, anders werd je uitgelachen. Alles kan dus een statussymbool zijn, van een duur horloge tot een dun lichaam en van een academische prijs tot een grote groente. De waarde van die dingen is allemaal ingebeeld.’

Niet alleen dichten we de vreemdste dingen symbolische waarde toe, het is ook nooit genoeg. Zelfs wie helemaal bovenaan in de hiërarchie staat, wil meer erkenning en meer statussymbolen.

‘Het is een hopeloos spel dat je nooit kunt winnen. Aanzien controleer je niet zelf, het wordt je ‘gegeven’ door de mensen om je heen, en kan dus altijd verdwijnen. Dus willen we er steeds meer van, als een soort verzekering. Uit onderzoek blijkt dat we, ondanks de occasionele momenten van het imposter-syndroom (waarbij mensen hun eigen prestaties onderschatten en ervan overtuigd zijn dat ze hun succes niet verdienen, red.), zeer snel wennen aan status en de symbolen die erbij horen. We gaan geld, invloed, privileges, hielenlikkerij en lof snel normaal en verdiend vinden. Want die dingen tonen aan dat we speciaal zijn en dat onze status dus terecht is. Dat verklaart waarom sommige mensen, dronken van hun eigen aanzien, steeds vreemdere eisen gaan stellen. Iets als een monarchie, met haar rituelen, buigingen en glinsterende juwelen, is daar een mooi voorbeeld van.’

The Status Game, On Social Position and How We Use It, Will Storr, HarperCollins Publishers. Enkel in het Engels verschenen.
The Status Game, On Social Position and How We Use It, Will Storr, HarperCollins Publishers. Enkel in het Engels verschenen.

We hechten vooral belang aan onze status in de kleine, directe groepen die ons leven bepalen, schrijf je, maar sociale media hebben het spel wijd opengetrokken.

‘Toen sociale media ontstonden, dachten mensen dat dat het einde zou zijn van rangen en klasse. Als iedereen toegang had tot al die informatie, zou iedereen gelijk zijn. Maar sociale media werden door ons gecreëerd, en reflecteren dus onze opmaak. Instagram heeft ons niet navelstaarderig gemaakt, we zijn dat altijd al geweest, alleen is het nu zeer zichtbaar. Wat opvalt is dat we op sociale media alle drie de ‘statusspelen’ zien. Mensen posten selfies en hun ontbijt, ze tonen wat ze hebben, hoe ze hun leven leiden en waar ze goed in zijn. Je kunt ook niet naast de waardendiscussies kijken. Over alles, van de ingrediënten van een gerecht tot vaccins, op sociale media verdedigen we de waarden van de groep waar we bij horen. Ook dominantie is alomtegenwoordig. Er zitten heel wat ambitieuze, agressieve mensen op sociale media die iedereen die een ietwat verkeerde uitspraak doet of het niet met hen eens is genadeloos aanvallen. Reputaties worden vernield, identiteiten in vraag gesteld en mensen met de grond gelijkgemaakt. Dat lijkt op een waardenspel, op ik-wil-de-wereld-beter-maken-dus-ik-bewaak-wat-mensen-zeggen, maar het gaat eigenlijk over dominantie. Ik kan je kwetsen en zo win ik aan status. De persoonlijke aanvallen die we vandaag op sociale media zien, zijn zeldzaam in het echte leven, omdat ze daar gevaarlijk zijn. Als ik jou beledig waar je bij staat, kan jij me een vuistslag uitdelen, en het wordt ook gezien door iedereen die erbij staat. Dat houdt dus veel risico in, misschien zelfs statusverlies. Maar online hebben dat soort acties vandaag zeer weinig gevolgen voor de daders, terwijl het voor het slachtoffer als een fundamentele aanval op de ziel kan voelen. Omwille van sociale media spelen we vandaag allemaal mee in een extreem statusspel waar we eigenlijk niet voor gemaakt zijn.’

Alles kan een statussymbool zijn, van een duur horloge tot een dun lichaam en van een academische prijs tot een grote groente.

Tieners met mentale problemen, mensen met fomo, bikkelharde en grove discussies over ongeveer alles, we worden inderdaad niet gelukkiger nu we via sociale media het statusspel op een groter veld spelen.

‘Ons beloningssysteem is relatief, zo blijkt uit onderzoek. We worden niet blij van meer status in het algemeen, maar wel van meer status in vergelijking met de mensen om ons heen. We willen gewoon gewaardeerd worden binnen onze familie en vriendengroep, op ons werk, in onze sportclub. Vroeger was de wereld een stuk ongelijker dan vandaag, maar we wisten het niet dus lagen we er niet van wakker. Vandaag worden we dagelijks geconfronteerd met de parafernalia van hoge status. Het lijkt of iedereen ze heeft, ook al is dat niet zo. Dat legt voor elk van ons de lat hoger. Dan krijg je dus woede, afgunst en vernedering, en ook mentale problemen zoals perfectionisme en eetstoornissen. Ons brein is simpelweg niet gemaakt om een statusspel op deze schaal te spelen.’

Will Storr
Will Storr

Jij ziet dat ook als verklaring voor de polarisering van standpunten en ideeën.

‘Als je status wilt verwerven binnen een groep, is gewoon lid zijn niet genoeg. Je moet de ideeën van die groep ‘actief geloven’. Ze verdedigen, promoten en verspreiden, en als mensen iets anders denken moet je hen aanvallen. Dat zag je in extreme vorm met Brexit in de UK, Trump in de VS en bij de antivaxers vandaag. Die dingen lijken irrationeel of absurd, maar als de ‘gelovigen’ te horen krijgen dat hun ideeën onwelvoeglijk, dom of achterlijk zijn, voelen ze zich vernederd. Dat is het tegenovergestelde van aanzien, en het doet hen de hielen nog dieper in het zand zetten. Met als gevolg: polarisatie over zowat alles.’

Vrolijk wordt een mens niet van naar de wereld kijken door een statusbril. Heb je ook tips om op een gezonde manier met status om te gaan?

‘We zijn irrationele, absurde wezens, maar beseffen hoe alomtegenwoordig het spel is, heeft mij geholpen, bijvoorbeeld om niet te focussen op dingen die er niet echt toe doen. Natuurlijk is geld belangrijk, maar eens er aan je basisbehoeften voldaan is, word je er niet gelukkiger van. Weten dat zelfs miljardairs nooit genoeg hebben, kan een troost zijn. Als ik me weer eens zorgen maak over iets wat eigenlijk niet meer dan een symbool is, herinner ik mezelf eraan dat het gewoon een soort yam is. Iets waarvan het belang een collectieve zinsbegoocheling is. (lacht) En onthoud ook dat status iets is wat we zelf uitdelen, door warm en genereus te zijn voor andere mensen. Het kost ons niets om dat te verspreiden, het zal onze eigen status ten goede komen en we maken er de mensen om ons heen blij mee. Gewoon doen, dus.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content