Slow life-expert Carl Honoré: ‘De lockdown heeft ons écht veranderd’
Hij is een veelgevraagd spreker en schreef met Slow een wereldwijde bestseller die een lans breekt voor traagheid. Het zal je niet verbazen dat Carl Honoré geboeid heeft geobserveerd wat er zich de voorbije weken in een wereld in quarantaine heeft afgespeeld.
Het zijn rare tijden en de bijzondere omstandigheden – de klok tikt trager en onze normale dagindeling ligt totaal overhoop – zorgen ervoor dat we des te meer zin hebben in een babbel met Carl Honoré, de auteur van Slow. We willen graag weten wat hij denkt van dit momentum, waarvan velen vermoeden dat het de kaarten opnieuw zal schudden, tot een mentaliteitswijziging zal leiden en misschien wel een nieuw tijdperk zal inluiden dat sommigen nu al bestempelen als ‘de wereld na corona’.
Hoe blik je terug op de voorbije drie maanden?
Carl Honoré: ‘Het was een uitzonderlijke periode – en eigenlijk zitten we er nog altijd middenin. Het valt moeilijk te voorspellen welk effect dit op lange termijn zal hebben, ook al zijn er al futurologen opgestaan die uitleggen hoe de wereld er over zes maanden zal uitzien. Onzin, volgens mij. Niemand weet het, niemand heeft een glazen bol. Anderzijds denk ik dat de lockdown lang genoeg geduurd heeft om blijvende veranderingen teweeg te brengen. Mocht de crisis maar twee weken geduurd hebben, dan zou het heel snel opnieuw business as usual geweest zijn. Maar als we de studies mogen geloven, is drie maanden lang genoeg om mensen hun gewoonten voorgoed te laten wijzigen, en let wel, het is nog niet voorbij. Drie maanden lang hebben velen onder ons minder van hot naar her gehold, minder gewerkt, minder geconsumeerd, minder vervuild… En we beseffen dat die situatie haar goede kanten had. Het is dus niet verwonderlijk dat we een aantal van de positieve dingen willen behouden die we tijdens de lockdown hebben ervaren. Ik weet niet wat er gaat gebeuren, maar ik hoop dat er een radicale reset komt en dat mensen gaan inzien dat het mogelijk is om anders in de wereld te staan.’
Onze hele cultuur is gebouwd op het idee dat vertragen tijdverlies is en nietsdoen een zonde
Dat hebben we nu allemaal kunnen vaststellen. En we hebben ons zelfs heel snel moeten aanpassen.
‘Precies. We dachten dat een heleboel dingen niet mogelijk waren op afstand – denk aan vergaderingen, aan raadplegingen bij de dokter – maar ineens moest het wel. En het lukte ons nog ook. Een aantal bedrijven heeft trouwens beslist om hun fysieke kantoren te sluiten: ze zijn ervan overtuigd dat ze die niet meer nodig hebben. We gaan een grote verandering tegemoet.’
Maar daarvoor moesten mensen eerst wel tot het besef komen dat een algemene vertraging echt mogelijk was.
‘Dat is de verdienste van de pandemie. Ik heb ontelbare grappen over mij heen gekregen. Dat ik wel erg blij moest zijn met de hele toestand. Uiteraard ben ik dat niet als ik zie wat voor rampzalige gevolgen corona voor sommigen heeft gehad. Maar ik ben een geboren optimist en probeer het positieve te zien. Om het met Churchill te zeggen: ‘Never let a good crisis go to waste.’ Ik hoop dat dit onze instelling zal zijn wanneer deze crisis helemaal voorbij is: ja, het was hard, soms zelfs ronduit afschuwelijk en we hebben er allemaal op onze eigen manier onder geleden. Maar dat neemt niet weg dat we hier lessen uit moeten trekken.’
De eerste les luidt misschien wel dat het ons lukt om oplossingen te vinden als het echt moet?
‘Al voor de crisis vond ik dat er zich een evolutie aan het voltrekken was, dat er vraagtekens werden geplaatst bij het systeem. Tijdens de financiële crisis van 2008 geloofden we ook in verandering, maar die is er uiteindelijk nooit gekomen. Volgens mij omdat die crisis niet iedereen heeft getroffen en al zeker niet zo lang en op dezelfde ingrijpende manier. Dit is anders. De geschiedenis leert ons dat het vaak de tweede crisis is die tot echte veranderingen leidt. De Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld was een immense catastrofe op wereldschaal, maar de mentaliteit in de jaren twintig van de vorige eeuw was daarna niet echt anders. Daarvoor was het wachten op de Grote Depressie, op de crisis van de jaren dertig: pas daarna kwamen de verzorgingsstaat en de New Deal in de VS er. Misschien beleven we momenteel die ’tweede crisis’ die echt iedereen treft.
Deze pandemie heeft ons opnieuw nederigheid geleerd, ons doen inzien hoe klein, kwetsbaar en machteloos we zijn. Dat was al het discours van de klimaatactivisten die ervoor pleiten om dringend iets te doen aan de opwarming van de aarde, en nu heeft Covid-19 ons allemaal opnieuw keihard met de neus op de feiten gedrukt.’
Het is inderdaad uit angst dat er maatregelen zijn genomen.
‘Angst kan een tweesnijdend zwaard zijn. Angst kan uitmonden in verkeerde beslissingen en in irrationeel gedrag. Maar dit is een andere vorm van angst. Dieper, trager, existentiëler. Dit is niet het soort angst dat iemand ertoe aanzet de straat op te vluchten of naar een pistool te grijpen. Dit was veeleer een positieve angst.’
Het is toch te gek voor woorden dat er een wereldwijde catastrofe nodig is om iets te veranderen?
‘Dat is de tweede les die we uit deze situatie kunnen trekken – en hier speelt de tegenstelling tussen snel en traag. Snelheid is egoïstisch. Het is een van de kenmerken van het doorgedreven kapitalisme en het postmodernisme van het begin van de 21ste eeuw. Individualisme, egocentrisme, kortom: alles wat niet aanmoedigt om rekening te houden met anderen. Maar de pandemie heeft er ons op gewezen dat een individu niet op zijn of haar eigen eilandje leeft. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Wat jij doet, heeft invloed op mij en wat ik doe, heeft een impact op jou. Dat doet me trouwens denken aan een Afrikaans gezegde: als je snel wilt gaan, ga alleen. Als je ver wilt komen, ga samen.’
We hebben nu gevoeld: wat ik doe, heeft een impact op jou, en omgekeerd. Een individu zit niet op zijn of haar eigen eilandje
Veel mensen zeggen dat ze niet meer terug willen naar hun jachtige leven, dat ze het fijn vonden om meer tijd door te brengen met hun gezin. Andere dingen zijn belangrijk geworden voor hen.
‘Net dát maakt dit momentum zo krachtig: de mensen hebben het nu echt ervaren. Voor de pandemie trachtten talloze documentaires, websites en boeken – waaronder het mijne – ons al duidelijk te maken hoe belangrijk het is om te vertragen, te genieten van de tijd die we hier hebben, ons af te vragen of we echt willen dat ons leven niet méér inhoudt dan voortdurend hollen, almaar meer kopen, almaar meer werken, almaar meer verdienen. Veel mensen snapten het concept wel, zonder ooit de stap te zetten om te veranderen. Nu is de situatie veranderd en wij daardoor ook. Het klopt dat we overal mensen dingen hoorden zeggen als ‘het is heerlijk om tijd te kunnen doorbrengen met de kinderen’, of ‘het doet deugd om weer eens met z’n tweetjes te zijn’. Ik kan me moeilijk voorstellen dat al die mensen plots zouden zeggen: ‘Bon, dat hebben we gehad, we gaan weer aan het werk zoals tevoren.’ Daar geloof ik niet in. Ik denk dat er wel degelijk iets zal veranderen. Uiteraard zal er ook sprake zijn van weerstand. Er zullen stemmen opgaan die zeggen: ‘We moeten ons normale leven weer oppikken.’ Maar die zullen toch moeten opboksen tegen een enorme drang naar iets nieuws.’
Sommigen vonden de quarantaine best prettig. In die mate zelfs dat ze zich wat schuldig voelden omdat de crisis voor veel anderen dramatische gevolgen had.
‘Onze hele cultuur is erop gericht om voortdurend productief te zijn. Snel gaan, allerhande dingen doen. ‘Druk, druk’ is een medaille die blijkbaar absoluut op onze borst moet prijken. We zijn het gewend om voortdurend te rennen en constant onze smartphone en to-dolijst in de gaten te houden. Plots vervielen we in het tegendeel, waardoor we soms als het ware last kregen van ontwenningsverschijnselen. En dan komt het schuldgevoel, want onze hele cultuur is gebouwd op het idee dat vertragen tijdverlies is en nietsdoen een zonde. Dingen doen omdat we die prettig vinden is minder belangrijk: we moeten presteren, productief zijn en geld verdienen, zoals iedereen. Het zijn ideeën waar ik al vijftien jaar tegen vecht. Eigenlijk hebben we door de pandemie teruggekregen wat het meest van tel is: tijd om samen door te brengen, om te rusten, na te denken, te studeren, te dromen. Iedereen heeft nu aan den lijve kunnen ervaren wat de slow-filosofie inhoudt.’
Opvoeding en ouderschap zijn twee van uw favoriete onderwerpen. Ook rond die twee thema’s was er veel wat te doen.
‘De tijd die we als gezin doorbrengen en die ons in staat stelt om elkaar beter te leren kennen is volgens mij een van de dingen die we offeren op het altaar van snelheid en bedrijvigheid. Velen zijn geobsedeerd door het begrip qualitytime: ze willen samen bijzondere momenten doorbrengen. Ze vinden dat ze hun kind beter moeten leren kennen en zeggen dus: ‘Kom eens hier, schat, en ga even zitten. We gaan eens babbelen: wat vind jij van de huidige toestand in de wereld?’ Maar zo zitten kinderen niet in elkaar. Om kinderen zover te krijgen dat ze hun hart luchten, moet je soms gewoon tijd met hen doorbrengen zonder druk en zonder vragen.’
Toch vonden velen het bijzonder moeilijk om te telewerken en tegelijk op de kinderen te passen.
‘Uiteraard heeft iedereen de crisis anders beleefd. Aan het ene uiteinde van het spectrum had je de mensen die een beetje op adem konden komen, aan het andere uiteinde zij die nog meer onder druk stonden dan gewoonlijk. Deze crisis was voor de bevolking een erg ongelijke ervaring en dat is jammer. Maar zelfs zij die onder druk kwamen te staan, waren dankzij het telewerken gelukkig iets vrijer om hun tijd naar eigen goeddunken in te delen en te werken op de momenten dat ze echt productief konden zijn, terwijl ze in normale tijden soms een dagschema opgelegd krijgen dat hun niet schikt. Vooruitstrevende bedrijven proberen hier al jaren werk van te maken en dankzij de lockdown is het er nu van gekomen. Dat gaat sporen nalaten, want veel werknemers hebben begrepen dat ze beter werken als ze hun tijd zelf kunnen indelen. Hun oversten zullen daar begrip voor moeten opbrengen, vooral omdat de heropening van de scholen die aanpak vergemakkelijkt.’
Deze pandemie heeft ons doen inzien hoe klein, kwetsbaar en machteloos we zijn. Ik hoop dat er een radicale reset komt
Ze zullen er inderdaad begrip voor moeten hebben, zo niet bestaat het risico dat werknemers zich vragen gaan stellen als: luistert mijn werkgever wel naar mij?
‘Dat is zeker zo. Veel werknemers zaten voordien al met die vragen, maar ze waren bang om ze hardop te stellen. Vandaag leven diezelfde vragen bij heel veel mensen, die er niet meer voor terugdeinzen om te zeggen wat er op hun lever ligt. Dat zal een eventuele verandering in de hand werken. Uiteindelijk hebben bedrijfsleiders en werkgevers zelf ook een pittige tijd achter de rug. Daardoor zullen ze wellicht meer empathie kunnen opbrengen.’
Nog één vraag. De zomer staat voor de deur, het leven komt weer op gang. Is dit niet het uitgelezen moment om onze schermen links te laten liggen?
‘We moeten erkennen dat die schermen tot op zekere hoogte onze redding zijn geweest: dankzij onze schermen konden we blijven communiceren. Stel je zo’n lockdown dertig jaar geleden voor, dat zou een ander paar mouwen geweest zijn. ’s Zomers zijn we de hele tijd buiten en is loskomen van het scherm wat makkelijker, vooral nu we allemaal zo lang binnen hebben gezeten. Want wat komt er bij ons op als we aan de lockdown terugdenken? Het feit dat we met dezelfde mensen vastzaten tussen dezelfde muren, maar ook dat we veel naar onze schermen zaten te turen en amper buitenkwamen. Het is normaal dat we daar nu even genoeg van hebben en zeggen: mijn smartphone was het enige middel om contact te hebben met mijn omgeving, nu heb ik zin om samen met mijn vrienden gewoon in een park te gaan zitten, zonder Twitter of Instagram. Ik hoop althans dat dit voor velen geldt.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier