Schrijfster Nele Van den Broeck worstelt met zware depressies: ‘Ik ben altijd op mijn hoede voor die duivel op mijn schouder’

© Foto Karen Eloot

Nele Van den Broeck (38) is muzikant, theatermaker en columnist. Goudeerlijk zingt en schrijft ze over hoe in se niemand weet hoe dit leven te leven, zijzelf misschien nog het minst. Sinds haar dertiende gaat ze af en toe door periodes van zware depressie. Zopas verscheen haar eerste roman Iemand anders.

“Het groot lawaai zijn, pianospelen of schrijven: als ik dat kan, is het een goede dag. Tegelijk heb ik altijd diepvriesmaaltijden in huis voor de slechte dagen, want dan kan ik onmogelijk naar de supermarkt. Veel mensen kunnen het zich niet voorstellen, maar op zo’n zwarte dag ben ik verlamd door wanhoop en duisternis. Ik vraag me dan af wat de zin van mijn leven is, én zelfs van de mensheid.

De eerste keer dat ik de huisarts bekende dat het niet meer ging, was ik dertien. Ik draag die duivel op mijn schouder dus al lang mee en ben altijd op mijn qui-vive voor zijn volgende cyclus. In therapie zoek ik naar logica in de triggers, maar ik vind ze nog niet. Het zwart kan toeslaan in de zomer, in de winter, rond mijn menstruatie, rond mijn ovulatie.

Mijn grote geluk is dat het meestal na maximaal drie weken beter gaat. De omslag komt er als ik stop met mezelf op te dragen: ‘Komaan Nele, je bed uit!’ en ik weer zie wat mijn prioriteit is: mijn welzijn. Want verlamd zijn door depressie is één ding, nog erger is het als je jezelf een schuldgevoel aanpraat, of dat krijgt via de vaak misplaatste raad van mensen die niet aan depressies lijden. Alsof het nog je eigen schuld is ook, want je hebt niet genoeg bewogen of geen broccoli gegeten…

Er is maar één zin die mij in een diep dal helpt: ‘Vandaag niet.’ Vandaag moet je niets, niet wandelen, niet productief zijn, zelfs geen douche nemen. Je moet alleen maar zijn. Godverdomme blijven leven.

Er is maar één zin die mij in zulke dalen helpt en die ik wil aanreiken aan wie het ook moeilijk heeft: ‘Vandaag niet.’ Vandaag moet je niets, niet wandelen, niet productief zijn, geen goede vriendin zijn, zelfs geen douche nemen. Je moet alleen zijn. Godverdomme blijven leven. ‘Vandaag niet, Satan’, zei de bekende dragqueen Bianca Del Rio in RuPaul’s Drag Race. Dat tv-programma hielp me door de lockdown, samen met Game of Thrones, waarin ik frappant genoeg een variatie op die raad hoorde: ‘There is only one thing we say to Death: not today!’ In mijn diepste depressies bad ik weleens dat ik de volgende ochtend niet meer wakker zou worden omdat ik het niet meer aankon, terwijl ik nu denk: ‘Vandaag niet, duisternis, dood, ondergang.’ Het maakt dat ik blijf zitten, zelfs als de duivel in mij dat ook doet. Ik kan de oorlog niet winnen, maar wel een veldslag.

Wie weet had die gedachte houvast gegeven aan de twee kennissen van mij die onlangs wel uit het leven stapten. Een van hen was zo’n sociale jongeman dat ik met verstomming geslagen was. Ik weet natuurlijk niet wat er precies speelde, maar ik vind het belangrijk om te zeggen dat mensen met wie het niet goed gaat er vaak uitzien als mensen met wie het wel goed gaat.

Al staat ‘mentaal gezond’ zeker niet per se gelijk aan extravert of uithuizig. Dat beeld moeten we bijstellen: geen zin hebben om op café te gaan, betekent niet dat er iets mis is met je. Ik vind het zelf vervelend, hoor, dat ik al op mijn achtendertigste niet meer de Nele ben die meestal uit huis en blij is, soms zelfs euforisch, maar de introverte Nele die ’s avonds vaak ontzettend moe binnen blijft.

En toch. Als ik de volgende decennia niet langer op karakter wil fietsen, mezelf niet meer wil forceren, dan moet ik het blijven herhalen: ‘Vandaag niet.’ Zo gun ik mezelf hét sleutelingrediënt in emotionele verwerking: tijd. En zolang de tijd van een depressieve periode loopt, moet ik mezelf gewoon in leven houden voor de goede dagen. In mijn ervaring komen die vroeg of laat terug.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content