Psycholoog Nina Mouton schreef een bestseller over Zelfzorg: ‘Problemen kun je maar beter benoemen’

© Hervé Debaene
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

De kans is groot dat je dit jaar hebt kennisgemaakt met Nina Mouton, toen ze geïnterviewd werd over haar bestseller, Mild Ouderschap. Haar nieuwste boek Zelfzorg is het begin van alles zal ook onder veel kerstbomen liggen. Want dat leken we in 2022 meer dan ooit nodig te hebben.

“2022 was een turbulent jaar op verschillende vlakken”, vertelt Nina Mouton. “Mijn onlinetraject zelfzorg beleefde dit jaar een ware overrompeling en in het najaar verscheen mijn tweede boek, dat na amper drie weken al een derde druk kreeg. Van een een-op-eentherapiepraktijk is mijn zaak uitgegroeid tot iets wat veel mensen bereikt. Ik ben ook gescheiden deze zomer. Dat was uiteraard een jarenlang proces, zoiets doe je niet zomaar. Maar in de zomer hebben we de knoop doorgehakt, dus nu is er een voor en een na. Voor onszelf, maar ook voor de kinderen. We hebben ondertussen allemaal onze draai een beetje gevonden, en die beslissing zorgt voor veel rust.”

Soms lijken we collectief bovenmatig geïnteresseerd in bepaalde concepten of ideeën en 2022 was een beetje het jaar van de zelfzorg.

“Klopt. In mijn boek over mild ouderschap stond al een hoofdstuk over zelfzorg, maar ik wist dat de tijd toen nog niet rijp was om daarop te focussen. Ook omdat zelfzorg-lezingen niet veel luisteraars trokken. Maar nu, na corona, roept het onderwerp veel vragen op. Weet je, een boek schrijven is zot, want je weet niet hoe het onthaald zal worden. Dat er nu al een derde druk zou zijn had ik niet verwacht. Het maakt me blij, want ik wil geen boeken schrijven voor mijn collega’s, maar voor iedereen, om mijn kennis door te geven.”

Je begint je boek met uit te leggen wat zelfzorg is.

“Mensen denken dat zelfzorg gaat over me-time. Een bad nemen en sporten. Belangrijk, maar zelfzorg gaat dieper. Het is zelfkennis vergaren, eerder dan dingen doen voor jezelf. Zelfzorg is een proces van uitzoeken wat je nu, op dit moment nodig hebt, naar je lichaam luisteren en de innerlijke processen die je denken, voelen en handelen sturen bekijken. Begrippen zoals hechting, parentificatie, ons innerlijke kind, ze hebben in mijn eigen opleiding en in het proces van mijn cliënten zo veel betekend, dus wil ik ze delen met zo veel mogelijk mensen, als handvaten om naar jezelf, je patronen en je onbewuste processen te kijken. Het is confronterend en hard werk om zelfkennis te ontwikkelen en patronen te doorbreken, maar iedereen heeft er baat bij. Ik hoop dat het zoiets wordt als naar een therapeut gaan.”

Zelfzorg gaat dieper dan een bad nemen en sporten. Het is zelfkennis vergaren, eerder dan dingen doen voor jezelf.

Het boek had eigenlijk ook Zelfkennis kunnen heten?

“Klopt. Weten hoe je in elkaar zit, dat vinden alle psychologen nuttig. (lacht) Het is de basis van wat we doen. Daarom kijk ik ook op die manier naar zelfzorg, door een individuele bril. Zelfkennis is nodig om op individueel niveau goed te functioneren, maar het is geen pleister op de wonde voor problemen op macroniveau. De maatschappij, werkgevers en beleidsmakers moeten ook hun steentje bijdragen aan ons welzijn. Een belangrijk punt.”

Een boek vol handvaten om zelfkennis te ontwikkelen impliceert dat dat niet vanzelfsprekend is.

“Het komt niet spontaan omdat we er de taal niet voor meekrijgen, denk ik. En als je geen woorden hebt om over iets te praten, of het niet leert, lijkt het niet te bestaan. Dat is natuurlijk niet zo. Het is niet omdat je bijvoorbeeld je emoties niet kunt benoemen, dat ze er niet zijn. Het onbewuste stuk van wie we zijn is vaak heel groot en als niemand je de weg wijst, zul je het niet snel vinden. Het is de taak van de psychologie om je daar taal voor te geven. Dat hoor ik ook vaak als feedback: eindelijk iemand die zegt hoe ik in elkaar zit, eindelijk besef ik dat wat ik voel en wie ik ben oké is.”

We hebben dus taal nodig om onszelf beter te leren kennen, maar is gewoon weten hoe we in elkaar zitten en waarom, genoeg voor verandering?

“Nee, want we zijn geen aardappelen die je gewoon kunt schillen, we zijn ajuinen. (lacht) We hebben verschillende lagen en moeten die door om tot de kern te komen. Dat duurt jaren, en misschien zelfs je hele leven. Daarom is de titel van het boek: zelfzorg is het begin van alles. Je krijgt na het lezen nog geen zelfzorgdiploma.”

Hechtingsstijl, liefdestalen, parentificatie, je reikt heel wat begrippen aan, maar schuilt daar geen valkuil in? Bestaat het gevaar dat we onszelf daardoor vol kleven met etiketjes als handleiding voor onszelf en de anderen?

“Absoluut, maar niets is ooit zwart-wit. De begrippen die ik aanreik, zitten op een continuüm. Je bent niet veilig of onveilig gehecht, je bent waarschijnlijk iets daartussen. Er is heel veel grijs. Bovendien reik ik kapstokken aan, maar jij hebt een kleerkast en besluit wat je erin hangt. Mensen die kennismaken met die begrippen beslissen vaak snel: ik ben X, Y of Z. Tot ze de volgende laag van hun ajuin afpellen en ontdekken dat het niet zo eenvoudig is. Het is de bedoeling om meer begrippen te hebben om naar jezelf te kijken, niet om jezelf te reduceren tot een aantal etiketten. Leef er vooral ook niet naar, want geen enkel begrip dekt je hele lading en bovendien kun je patronen doorbreken.”

We zijn een soort die van eenvoud en duidelijkheid houdt, dus etiket-denken is bijna onvermijdelijk.

“Klopt. Toen mijn zus Eva haar tweeling verloor, zei ze op een dag: ‘Nina, ik ben al kwaad, goed hè.’ Daar hebben we hard om gelachen, want ook al dachten we dankzij Kessler en Kübler-Ross lang dat rouw een lineair proces van opeenvolgende stadia was, dat idee is ondertussen achterhaald. Rouw is een complex proces, geen opeenvolging van stadia. En wij zijn complexe wezens, daar ontsnappen we niet aan.”

Een van de mythes die je in het boek wilt doorbreken, is dat zelfzorg iets egoïstisch is.

“Dat is het zeker niet. Om goed voor anderen te zorgen, moet je ook goed voor jezelf zorgen. Ik zie soms frustratie bij de mensen in mijn onlinetrajecten, als ze leren om naar zichzelf te kijken en dingen onder woorden te brengen, maar hun omgeving wil niet mee. Een partner in een liefdesrelatie, maar ook familie, vrienden en zelfs collega’s. We willen allemaal begrepen worden en als dat niet gebeurt, vinden we dat moeilijk. Ik wil het woord loslaten niet gebruiken, maar dat moet je soms toch doen. (lacht) Je moet aanvaarden dat je omgeving soms geen begrip heeft. Of het potje gedekt wil houden, ook al is het hard aan het koken.”

Komt het vaak voor dat mensen in de omgeving zich zorgen maken of weerstand bieden als iemand geïnteresseerd raakt in zelfzorg?

“Iemand die moeite doet om zichzelf te leren kennen, dat wordt soms ook gezien als een soort persoonlijke aanval. Maar het gaat niet over jou, of jouw ego. En als je omgeving gaat strijden, is dat nefast voor de verbinding en groei je uit elkaar. Kijk, verandering is onvermijdelijk. Als je tien of vijftien jaar samen bent met iemand, kun je niet verwachten dat dat dezelfde persoon blijft. Je niet mogen ontwikkelen is een enorm onrecht. Problemen zijn er, of je nu taal hebt om erover te praten of niet. Je kunt ze dus maar beter benoemen. En begrijp me niet verkeerd, het is niet omdat je over iets kunt praten of omdat je in therapie gaat, dat het opgelost raakt. De uitkomst van therapie is altijd onbekend, en psychologen of therapeuten kunnen niets oplossen, dat doen mensen zelf.”

© Eva Mouton

Je schrijft ook nadrukkelijk dat het niet is omdat jij zelf aan zelfzorg doet, dat alles in je leven rozengeur en maneschijn is.

“Uiteraard niet. Ik ben recent gescheiden. We hebben dat nu gedaan, omdat ik weet dat als we het nu niet deden, ik hem over een paar jaar niet meer graag zou zien. Onze liefdesrelatie is dan wel op, maar ik zie hem graag als vriend en als vader van mijn kinderen. Had dit nog een paar jaar langer geduurd, dan was dat waarschijnlijk niet meer het geval, en dat wilde ik niet. Mijn scheiding is een daad van liefde naar elkaar toe. We hebben elkaar losgelaten, omdat we elkaar meer gunnen dan we elkaar nog konden geven in een romantische relatie. En nu zijn we op zoek naar wat wel werkt voor ons. Samenwerken, samen voor de kinderen zorgen, alles wat goed ging, doen we nog, maar onze romantische relatie is op. Ik vond het heel lastig in het begin dat het kerngezin van mijn kinderen weg was, want je ouders die scheiden, dat is een trauma. Maar door hoe we het nu aanpakken, is er toch nog een soort kerngezin. De mooiste momenten na de scheiding van mijn eigen ouders waren de verjaardagen, toen papa mee kwam vieren. Bij ons zal dat dus vaker gebeuren. Zoals ik al zei: zelfzorg is een traject dat waarschijnlijk je hele leven duurt.” (lacht)

Waarom ben je eigenlijk psycholoog geworden?

“Ik wilde kinderverpleegster worden, tot ik besefte dat die kinderen het niet allemaal halen. In de middelbare school bleek menswetenschappen echt mijn ding en er leek geen weg naast pyschologie. Hoe mensen in elkaar zitten, dat was altijd wat ik wilde weten. Als ik vroeger al eens naar het voetbal ging, keek ik naar het publiek. Ik wil mensen begrijpen.”

Je schrijft in je boek over ons innerlijke kind en dan vooral over de kwetsuren en blauwe plekken die we uit die tijd meedragen. Maar hebben we dan geen vaardigheden en sterktes ontwikkeld?

“Natuurlijk wel. Ik heb in mijn boek de nadruk gelegd op de blauwe plekken, omdat veel mensen die negeren. Maar kwetsuren kunnen ook tot vaardigheden leiden. Perfectionisten willen alles zo goed mogelijk doen en aan ieders verwachtingen voldoen. Als je dat onbewust doet, kan dat problemen geven. Maar als je je daarvan bewust bent, kan het je enorm helpen in het leven. Dan ben je een rots, een sterke persoon in andermans leven, die er altijd voor hen is. Een vaardigheid die je kunt inzetten dus, als je energie hebt en veerkrachtig bent. Maar laat me duidelijk zijn, dat is niet hetzelfde als stellen dat je sterker wordt door je problemen. Dat vind ik toxische positiviteit en daar word ik eerlijk gezegd moe van. Het betekent dat je niet erkent dat er lastige, moeilijke dingen gebeuren. Maakt een vervelende baas je sterker? Nee hè, dat is gewoon lastig. Natuurlijk leer je uit alles iets, maar dat neemt niet weg dat er simpelweg moeilijke of toxische situaties zijn. Punt.”

Elk kind loopt kwetsuren en blauwe plekken op, schrijf je. Dat zullen ouders niet graag lezen.

“Dat hoor ik vaak van cliënten. Je kunt als ouder een veilige basis leggen. Belangrijk daarbij is weten dat je kinderen blauwe plekken zullen oplopen. Creëer een open klimaat om het daarover te hebben. Je bent ook maar een mens, er zullen momenten zijn waarop je er niet honderd procent voor hen bent of niet opmerkt dat er iets scheelt. Door dat te erkennen, pak je het aan. Kinderen blauweplekloos willen opvoeden zorgt op zich voor een blauwe plek. Laat ze maar eens botsen.”

Je hebt het in je boek ook vaak over trauma’s, een onderwerp dat ook sterk leefde in 2022. Maar trauma is een strak omlijnd psychiatrisch begrip. In opiniestukken werd dit jaar aangeklaagd dat het gebanaliseerd wordt door het niet alleen voor ernstige ervaringen maar voor elke kwetsuur te gebruiken.

“Trauma gaat voor mij niet over de gebeurtenis zelf en hoe ernstig die is, maar over wat het met iemand doet. Ook een kleine gebeurtenis kan grote gevolgen hebben en we moeten die gevolgen recht aandoen. Als je jaren afziet van iets wat gebeurd is, is het toch een trauma? Neem huilbaby’s. Een ervaring die niet per se traumatiserend lijkt. Maar wat als moeders bij elke huilbui panikeren, ook als hun kind al een kleuter of een tienjarige is? Dat bedoel ik als ik zeg: bij trauma gaat het voor mij om de gevolgen.”

Om het cliché nog eens te bevestigen: zal zelfzorg niet vooral vrouwen aanspreken?

“Dat is sowieso het geval bij psychologie, niet? Toen ik studeerde, zaten we met duizend studenten in de aula en daar zaten maar een paar jongens bij. Bij mijn laatste onlineproject zag ik vijf procent mannen. Een verbetering, want de eerste keer was er geen enkele man bij. Soms hoor ik vrouwen zeggen dat hun man getriggerd wordt omdat hij ziet wat het met hen doet, andere partners willen er helemaal niets van weten. Je kunt het niet opleggen, je kunt als partner alleen het voorbeeld geven. Onlangs zei iemand: ‘Misschien moet je een zelfzorgboek schrijven voor mannen. Je moet niet eens een ander boek schrijven, verander gewoon de cover in een man.’ (lacht) Uiteindelijk hoop ik dat mijn boek gewoon op de salontafel belandt.”

Wie is nina mouton?

Psychologe, therapeute en auteur van de bestsellers Mild Ouderschap en Zelfzorg is het begin van alles. Voor allebei de boeken maakte haar zus Eva Mouton de illustraties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content