Rémy Bonny
‘Post-Sovjetrepublieken worden steeds agressiever ten opzichte van homoseksuelen en transgenders’
De situatie voor de LGBT+-gemeenschap in Oost-Europa gaat er steeds meer op achteruit, schrijft Rémy Bonny naar aanleiding van de Internationale Dag tegen Holebifobie en Transfobie.
Het eerste gesprek dat ik met een Oost-Europese jongere had over homoseksualiteit zal me altijd bijblijven. De jonge Pool legde uit hoe hij op dertienjarige leeftijd op scoutskamp in elkaar geslagen en voor dood achtergelaten werd toen leeftijdsgenoten ontdekten dat hij gay was. Gelukkig is de situatie in Polen in die vijf jaar verbeterd. De Warsaw Pride lokt ondertussen 50.000 deelnemers en de grootste oppositieleider is openlijk homoseksueel. Ondanks dat er nog een hele weg af te leggen is, kan je dus wel van een vooruitgang spreken in Polen.
Dat kan helemaal niet gezegd worden van de Oost-Europese landen die geen lidstaat van de Europese Unie zijn. Terwijl in het Westen de situatie voor holebi’s en transgenders alsmaar verbetert, zien we een duidelijke achteruitgang in het Oosten. Rusland is op het wereldwijde toneel de voorloper van de beweging tegen LGBT-rechten. En het land staat niet alleen. Zo goed als alle post-Sovjetrepublieken worden agressiever ten opzichte van homoseksuelen en transgenders.
Post-Sovjetrepublieken worden steeds agressiever ten opzichte van homoseksuelen en transgenders.
Voor een project naar aanleiding van de Brussels Pride Week vroeg ik de 17-jarige Dima uit Rusland hoe het is om homo te zijn onder het repressieve regime van Vladimir Poetin. Hij vertelde me dat hij vroeger veel gepest werd, maar daar eigenlijk niet meer over wil spreken. Hij wil vooral vooruit kijken. Toen ik vroeg wat hij daarmee bedoelde, was zijn antwoord zeer duidelijk. ‘Ik wil weg uit Rusland. Ik wil naar een land waar ik mag trouwen en kinderen kan krijgen.’
Openlijk over zijn homoseksualiteit praten is zeer moedig van Dima. Sinds 2013 is er namelijk een wet van kracht in Rusland die het verbiedt propaganda te voeren voor homoseksualiteit in het bijzijn van minderjarigen. Een Pride organiseren is er basically onmogelijk. Sinds deze wet zijn homo’s er officieel tweederangsburgers. Groeperingen als ‘Occupy Pedophilia’ lokken er jongeren via dating-apps zoals Grindr naar verlegenplaatsen om ze dan achteraf een pak rammel te verkopen. De Russische politie reageert niet. Ze verklaren homo’s vogelvrij.
Ook buiten de grenzen van Rusland is de situatie allesbehalve rooskleurig. Net zoals de Russische deelrepubliek Tsjetsjenië, heeft Azerbeidzjan vorig jaar actief homoseksuelen vervolgd en gemarteld. Vanuit Armenië komen bijna wekelijks verhalen van transgenders en holebi’s die neergestoken werden. Max is er één van. Hij werd al meerdere malen fysiek aangevallen. De eerste keer was nog op de middelbare school in Yerevan. Hij was toen nog niet uit de kast, maar geruchten bleken genoeg te zijn om hem hardhandig aan te pakken.
De vervolging van mensenrechtenactivisten is in Wit-Rusland schering en inslag.
Terwijl in de grote steden als Moskou, Kiev, Sint-Petersburg en Yerevan nog een ondergrondse gay scene bestaat, is die helemaal niet te bespeuren in Wit-Rusland. De vervolging van mensenrechtenactivisten is er schering en inslag. De achttienjarige Eygene verwijst naar de Wit-Russische zelfmoordcijfers. Deze zijn één van de hoogste in Europa. Lukashenko, de Wit-Russische dictator, deinst er ook niet van terug om LGBT+ activisten jarenlang op te sluiten.
Een uitzondering op de regel is Oekraïne. Sinds de pro-Europese regeringswissel in 2014, nam het land een amendement aan dat verbiedt om te discrimineren op basis van seksuele geaardheid en genderidentiteit. Maar ook daar gooien nationalistische groeperingen vaak roet in het eten. Vorige week vielen door de Oekraïense overheid gesteunde vechtbataljons nog een LGBT+ evenement van Amnesty International aan. De politie kwam niet tussen.
De situatie voor de LGBT+-gemeenschap in Oost-Europa is dus allesbehalve rozengeur en maneschijn. Ondanks een achteruitgang in de post-Sovjetrepublieken, zien we wel een vooruitgang in acceptatiewaarden in de Oostelijke lidstaten van de Europese Unie. Zo bleek uit een onderzoek van 2017 dat 64% van de Hongaren voorstander is van gelijke rechten voor holebi’s en heteroseksuelen. In Tsjechië is een beweging voor de introductie van het homohuwelijk in opmars.
Het wordt tijd dat we in Europa overgaan van een politiek van acceptatie naar een politiek van omarming.
De lichte vooruitgang in de oostelijke lidstaten van de EU en de achteruitgang in de post-Sovjetrepublieken zorgt er voor dat er een status quo is qua gelijke rechten. Het wordt tijd dat dat status quo doorbroken wordt. Met fundamentele rechten valt niet te sollen. Eigenlijk valt er zelfs niet over te discussiëren. De Poolse, Hongaarse en Roemeense regeringen moeten gelijkheid voor de LGBT+-gemeenschap gewoon aanvaarden. Het moet, net zoals de gelijkheid tussen man en vrouw, deel uitmaken van de basiswaarden waarop de Europese Unie gesteund is.
Het wordt tijd dat we in Europa overgaan van een politiek van acceptatie naar een politiek van omarming. Je moet als land fier zijn dat LGBT+-gemeenschap vrij en zorgeloos haar leven kan leiden. Daarom is het belangrijk dat zaterdag iedereen naar de Pride komt. We waren het tweede land ter wereld om het homohuwelijk in te voeren: laten we nu echt een voortrekkersrol spelen. We moeten in de politieke hoofdstad van de Europese Unie laten zien dat liefde altijd overwint.
Rémy Bonny is masterstudent politieke wetenschappen aan de VUB en doet onderzoek naar de positie van LGBT’s in post-Sovjetstaten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier