Waarom praten over het verlies van een ongeboren kind nog altijd taboe is

'Bij een miskraam had je nog geen echt kindje, maar in je hoofd al wel. Je rouwt om een verloren toekomst.' © Getty Images
StampMedia
StampMedia Jongerenmedia-agentschap

Een op de zes zwangerschappen eindigt in een miskraam. Toch is erover spreken taboe. Hoe komt dat? ‘Schaamte en schuldgevoelens staan openheid in de weg.’

Presentatrice Julie Van Den Steen vertelt vandaag in een interview in Nina en in een post op Instagram dat ze vlak voor de zomer en miskraam had, en hoe ze daar nog altijd mee worstelt. Praten erover ligt moeilijk, vertelt ze. ‘Zodra het over rouwen gaat, voelen mensen zich onwenning. Ze willen meteen advies geven, een verklaring zoeken of troosten. Ze bieden dan aan om voor mij te koken, “opdat ik me beter zou voelen”. Dat is lief, maar zo werkt het niet.’ Cijfers bewijzen nochtans dat Van Den Steen zeker niet alleen is. In ons land eindigde in 2018 zo’n 11.000 zwangerschappen vroegtijgdig, blijkt uit cijfers van de Universiteit van Gent. Toch wordt er weinig over gepraat. Hoe komt dat?

‘Rouwgevoelens liggen dicht bij depressieve gevoelens’, verklaart Irene Otto. Als therapeute biedt Otto online hulp aan vrouw met een miskraam. Zelf kreeg ze vijftien jaar geleden twee miskramen, waardoor ze vrouwen in een gelijkaardige situatie wilde helpen. ‘Bij een miskraam had je nog geen echt kindje, maar in je hoofd al wel. Je rouwt om een verloren toekomst. Veel vrouwen blijven zich erg op die kinderwens richten en proberen hun verdriet weg te stoppen. Het voelt soms ook heel persoonlijk om erover te praten, niet iedereen heeft er behoefte aan.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ook Els Bulcke (34) heeft twee miskramen achter de rug. Zelf kan ze er gemakkelijk over praten, maar ze merkt wel dat er een taboe rust op het onderwerp. ‘Zodra ik mijn verhalen deelde, hoorde ik dat heel veel vrienden en kennissen ook een miskraam hebben gehad. Ik viel compleet uit de lucht. Als mensen er meer over zouden praten, had ik mij er beter op kunnen voorbereiden. Op dat moment was ik erg teleurgesteld in de maatschappij. Je hebt niets fout gedaan als je een miskraam krijgt, dus waarom zou je er niet over kunnen praten?’

(c) Getty Images

Ook Marjolijn De Cocq, journaliste van Het Parool, heeft een aantal miskramen gehad. Daarover schreef ze het boek Maar ik hield al wel van je. ‘Ik voelde me schuldig over het glas champagne dat ik op mijn bruiloft had gedronken. Maar ook over het verdriet om mijn eerste twee miskramen. En over mijn blijdschap om mijn zoon, die er niet was geweest als die zwangerschappen wel goed waren gegaan’, vertelt Marjolijn in een interview. Vaak deelt de arts geen duidelijke oorzaak van de miskraam mee, waardoor vrouwen die bij zichzelf zoeken. ‘Veel vrouwen schamen zich, of hebben het gevoel dat hun lichaam gefaald heeft’, verklaart Otto. ‘Ze vragen zich af waarom hun lijf niet kan wat dat van andere vrouwen wel kan.’

Het ergste vind ik als mensen die ik heel goed ken niet durven vragen hoe het met me gaat

Kwetsende opmerkingen

Uit een onderzoek van de UGent blijkt dat een miskraam zo vaak voorkomt dat de gevolgen onderschat worden. ‘Mensen bedoelen het goed, maar veel opmerkingen waren kwetsend’, getuigt Els Bulcke opnieuw. Tijdens haar vierde zwangerschap kreeg ze te horen dat haar dochtertje het syndroom van Down zou hebben. Daarop besliste ze om de zwangerschap niet verder te zetten. ‘Voor ons was Marta al een soort tweede dochtertje. Als mensen dan reageren dat je nog weleens zwanger zal worden, komt dat hard aan’, klinkt het. In haar omgeving werden haar miskramen geminimaliseerd of onder de mat geveegd. ‘Er waren mensen die ik heel goed ken die niet durfden te vragen hoe het met me ging. Dat vond ik zonder twijfel het allerergste’, aldus Bulcke. ‘je weet pas hoe diep zoiets je raakt als je het zelf hebt meegemaakt’, vult Irene Otto aan.

‘Soms reageert iemand wel empathisch, maar je krijgt vaak ook opmerkingen als: “Ach, het was nog maar pril,” of “Het is goed dat het nu al gebeurd is en niet verder in de zwangerschap, want dat is pas erg”. Eigenlijk zeggen ze dan tussen de regels dat je niet verdrietig mag zijn. Zo’n reacties kunnen ervoor zorgen dat vrouwen er niet meer over praten’, duidt Otto. Beter is volgens Otto om regelmatig te polsen hoe het op dat moment gaat. ‘We vullen dat soort vragen vaak voor elkaar in. De andere begint er niet over omdat hij of zij geen verdriet wil veroorzaken. Jij vraagt je dan af waarom niemand ernaar vraagt en denkt dat iedereen het al vergeten is. We zijn vaak bang voor het verdriet van de ander, maar dan geef je die persoon net ruimte om die gevoelens te uiten’, aldus Otto.

(c) Getty Images

Professionele hulp

‘Het zou meer bekend moeten zijn dat er gespecialiseerde hulp mogelijk is’, zegt Otto. ‘Niet iedereen ziet een miskraam als het verlies van een kindje. Sommigen noemen het het verlies van een foetus, dat is heel verschillend. Artsen zijn ook heel koel daarin en hebben het over een foetus of een vruchtje terwijl dat soms helemaal niet bij de beleving van de vrouw aansluit. Dat kan ervoor zorgen dat de vrouw zich daarin niet genoeg gezien voelt door de hulpverlening.’ Els Bulcke beaamt dat: ‘Na mijn tweede miskraam heb ik hulp gezocht, maar dat was eigenlijk te laat. Als ik vroeger begeleiding had, was ik misschien minder depressief geworden.’

De professionele hulp heeft bij Bulcke erg geholpen. ‘Vorig jaar ben ik veel naar een prenatale psychiatrie gegaan. Dat is in het Gasthuisberg in Leuven, op een afdeling voor psychische problemen tijdens of na je zwangerschap. Ik ben ook naar een rouwtherapeut geweest. Dat hielp omdat het mij erkenning gaf, want dat is vaak wat je mist bij een miskraam. Je weet er niets over omdat er niet over wordt gepraat. Dat is spijtig, want er zijn instanties die mooie initiatieven nemen. Het Berrefonds is een organisatie die zorgt voor een koesterkoffer. Daarin zitten herinneringen van het overleden kindje, zoals gips met de hand- en voetafdrukjes. Vzw Boven De Wolken is een organisatie die gratis foto’s komt maken van het kindje. Zo hebben we ook foto’s van Marta laten maken.’

‘Als het niet zo’n taboe was, zou het veel dragelijker zijn’, vindt Bulcke, ‘Een paar weken geleden is Thelma geboren. In plaats van een geboortelijst hebben we een goed doel gekozen. Het bijbehorende tekstje moet helpen om het onderwerp meer bespreekbaar te maken.’ Dat is ook in 2021 nog altijd heel erg nodig.

Dit artikel werd geschreven door Marte Everaerts en verscheen ook op StampMedia

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content