Een gouden raad van letterbeeldhouwster en reumapatiënt Maud Bekaert: ‘Word nooit je pijn’
Deze week: Maud Bekaert (43) is al meer dan 25 jaar letterbeeldhouwster. Een paar weken nadat ze haar passie had ontdekt, kreeg ze te horen dat ze aan de ziekte van Bechterew lijdt, een chronische reumatische ontstekingsziekte. Maar haar hamer en beitel opbergen? Nooit.
‘Ik was een zoekende zeventienjarige. Ik vond het leven een complexe puzzel en twijfelde over wat ik wilde studeren. Tot ik per toeval op een opleiding letterkappen stootte. Drie weken nadat ik begonnen was, wist ik het zeker: dit wilde ik de rest van mijn leven doen. Bezig zijn met materialen, letters ontwerpen, ze uithouwen in steen: ik bloeide open. Lange tijd ging ik op krukken naar het atelier, want in diezelfde periode raakten bijna al mijn gewrichten ontstoken. Het was het begin van acute pijn, maar toen de specialist me vlak voor mijn 18de verjaardag zei dat ik reuma had en moest stoppen met kappen, was dat voor mij geen optie. Had ik toen de langetermijnimpact op mijn lichaam kunnen inschatten, was het een lastigere keuze geweest. Maar gelukkig was ik nog naïef. (lacht)
De diagnose sloeg wel in als een bom. Ik geneerde me als ik mensen moest zeggen dat ik reuma had, het deed me denken aan oude madammekes met klauwtjes van handen. Ik hoor dat innerlijke stemmetje nu soms nog: wat als mensen mij alleen maar identificeren met mijn pijn? Misschien dat ik daarom de pijn eerst negeerde.
Rond mijn 30ste begon mijn medicatie minder goed te werken en liet ik me al eens verleiden tot acupunctuur of homeopathie, ook al druiste dat in tegen mijn rationele aard. Intussen zoek ik ook in die richting niet meer naar alternatieven en dat lucht op.
De definitieve mindswitch kwam er rond 2010 dankzij Paul Slangen, toen dramaturg bij NT Gent en een collega van Peter ( Verhelst, de schrijver en Mauds man, red.). Paul was zelf chronisch rugpatiënt en zei me op een dag: ‘Word nooit je pijn.’ Het advies wrong enorm bij mij, net omdat ik besefte: dju, hij heeft gelijk, ik ben mijn pijn aan het worden.
Tijdens mijn slechtste momenten bepaalde de pijn mijn humeur, mijn activiteiten – als ik dacht dat ik last kon krijgen, sloeg ik bij voorbaat voorstellen af – en mijn angsten. Wat als de pijn nooit meer weggaat, dacht ik. Vandaag besef ik dat dat ook zo zal zijn, maar ik kwam tot een soort aanvaarding, mede dankzij Pauls gouden raad. Die werkt nu als een schrikdraad. Kom ik er te dichtbij, dan krijg ik een waarschuwend schokje.
Als ik nu veel last of een migraineaanval heb – dat komt er sinds kort nog bij – verzet ik me niet meer, maar kruip ik in mijn bed en onderzoek ik mijn pijn: welke vorm neemt hij aan, waar zit hij precies, welke delen van mijn lichaam zijn wel oké? Dat werkt op hersenniveau, het vervaagt de pijn.
Toen ik in 2018 een nieuwe heup moest krijgen en de revalidatie maanden duurde, voelde ik geen ontgoocheling of weerstand, alleen rust. Blijkbaar was ik erin geslaagd om inderdaad niet mijn pijn te worden.
Het verwondert me van mezelf. Ik had verwacht toch nog paniek te ervaren, vooral op werkvlak. Ik moet het letterkappen erg doseren, ik kan het maar tot ik mijn grens voel. Maar daardoor geniet ik er bewuster van en maak ik betere keuzes. Ik aanvaard alleen nog de opdrachten die ik het liefste doe, voor grafmonumenten en kunstwerken.
De reuma maakte me zelfs milder. Als een kassierster nu tegen me snauwt, denk ik: ze heeft misschien veel pijn, fysiek of emotioneel. In die zin werd ik samen met mijn pijn volwassen, al is er nog altijd dat vuur van de zeventienjarige: ik blijf kappen tot ik erbij neerval.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier