Het beloofde een spectaculair modeseizoen te worden, met nieuwe ontwerpers bij Saint Laurent, Lanvin en Dior.

In New York en Londen draaide alles om see now, buy now. Er werd al jaren gepalaverd over de tijdkloof tussen de modeweken en de werkelijkheid. Er gaapt doorgaans een gat van zes maanden tussen een show en het moment dat kleren aan winkels worden geleverd. De millennials hebben geen geduld, heet het. Ze willen hun nieuwe kleren meteen, en het liefst aan huis geleverd.

Kortom, het ritme van de mode zou achterhaald zijn. Vandaar dus see now, buy now, zoals gepredikt door Burberry, Tom Ford of Tommy Hilfiger. De collecties die op de catwalk worden getoond, of een selectie ervan, liggen voortaan nog dezelfde dag in de winkels. Dat brengt een helse logistiek met zich mee (de kleren moeten veel eerder worden ontworpen, geproduceerd en getransporteerd naar hun eindbestemming), maar het fenomeen haalt ook het concept van de modeweek onderuit.

Defilés waren altijd professionele aangelegenheden, bestemd voor journalisten en inkopers. De rest van de mensheid las weleens een verslag van de modeweken in een blad. Dat was het dan. Maar wat moet zo’n buyer op een show met kleren die al in de winkels liggen, en een stilist met kleren die hij of zij allicht niet meer kan shooten voor de solden beginnen?

Geen wonder dat de megashows een veel grotere spektakelwaarde hebben dan voorheen. Zeker in New York, waar Kanye West zijn nummer opvoerde op Roosevelt Island. Tommy Hilfiger verving zijn catwalkshow door een kermis op een pier in de East River, en toonde in dat kader een onmiddellijk verkrijgbare capsulecollectie, opgehangen aan model Gigi Hadid. Een klassiek defilé duurt maximum twaalf minuten. De kermis van Hilfiger duurde twee avonden, en was open voor publiek. Ralph Lauren installeerde een catwalk op het trottoir voor zijn flagshipstore. Na de show ging de winkel open, en konden de invités naar hartenlust de nieuwe collectie shoppen. Bij de meeste merken blijft see now, buy now voorlopig beperkt tot een handvol producten (een handtas bij Boss, drie handtassen, drie schoenen en drie kledingstukken bij Michael Kors).

Milaan

In Milaan viel dit seizoen weinig te rapen. Prada en Dolce e Gabbana hadden de automatische piloot ingeschakeld en de exuberante rinascente van Gucci doorAlessandro Michele begint nu al tekenen van vermoeidheid te vertonen. Er viel in Milaan soms meer te beleven op de front row (Serena Williams!) dan op de catwalks. Dolce e Gabanna reserveerden een hele front row voor millennials met een hoog bereik in de sociale media: Cameron Dallas en zijn dertig miljoen volgers, Rafferty Law (Jude Junior), Brandon Thomas en Dylan Jagger Lee (de kids van Pamela Anderson en Tommy Lee), Sofia Richie (halfzus van Nicole en dochter van Lionel), Talita von Furstenberg (de kleindochter van Diane) en één Chinese actrice, Huiwen Zhang, wat gezien de betreurenswaardige situatie van de luxesector in China allicht volstond.

Geen slecht woord over de jeugd. Maar wat betekent het als de modesector denkt dat fortuin en succes afhankelijk zijn van een kleine elite zondagskinderen? Of heeft de modesector gelijk? Diezelfde ochtend hoorde ik tot in mijn hotelkamer het hysterisch gekrijs van een troep pubers, enkele honderden meter verder, aan de overkant van Piazza della Repubblica, waar Cameron Dallas resideerde.

Kim Kardashian

Deed Parijs beter? Er viel in elk geval meer nieuws te rapen. De voornaamste afleidingen (borsten, billen, juwelenroof) kwamen van Kim Kardashian, waar in Milaan Gigi Hadid triomfeerde. Maar de mode overheerste. Tijdens de eerste dag van de modeweek in Parijs was er meer spannends te zien dan in de volledige modemarathon van Milaan.

Die eerste dag maakte de Belgische ontwerper Anthony Vaccarello zijn debuut bij Saint Laurent. Vaccarello ontwierp eerder de collecties van Versus, de jongere lijn van Versace. Voor zijn eigen label, intussen op non-actief, kleedde hij het liefst topmodellen in ultrakorte, sexy rokjes. De uitdaging is groot. Hedi Slimane heeft met Saint Laurent wonderen verricht. Of tenminste, dat legendarische merk volledig naar zijn hand gezet, bovendien met commercieel succes. Hoe brei je daar als relatief jonge ontwerper (hij is 35) een vervolg aan?

Vaccarello bracht het label terug naar de decadente Yves Saint Laurent van de vroege jaren tachtig: zwart leder en goud, blote schouders, asymmetrie, variaties op de smoking, seks en kitsch en echo’s van Catherine Deneuve en Guy Bourdin. Dat erfgoed liet hij versmelten met zijn eigen vocabularium. Vaccarello’s interpretatie van Saint Laurent is minder radicaal dan die van Slimane: minder Los Angeles en meer Parijs, minder daywear en meer soirée, minder morgen en meer gisteren. Toch was het een geslaagd, hapklaar debuut.

Maria Grazia Chiuri, ex-Valentino, volgt Raf Simons op bij Dior, en is de allereerste vrouw aan het hoofd van dat bedrijf. Een kleine feministische revolutie, die Chiuri vierde met een voorname invité: de Nigeriaanse schrijver Chimamanda Ngozi Adichie, van wie het discours We Should All Be Feminists in 2013 viraal ging, nadat Beyoncé eruit citeerde voor haar hit Flawless. De collectie begon met variaties op schermuniformen in maagdelijk wit, en de reacties waren gemengd. Het was in elk geval een veelbelovend, opvallend commercieel debuut. Feministisch? Misschien in de zin dat de kleren realistischer zijn (draagbaarder) dan die van voorgangers Galliano en Simons.

Ook de eerste collectie van Bouchra Jarrar voor Lanvin, in de vergulde feestzalen van het stadhuis, werd met gemengde gevoelens onthaald. Jarrar bracht haar couture-ervaring mee. Resultaat? Veel adembenemende sprookjes- en trouwjurken, maar geen spoor van de tijdgeest. Dat in contrast met de uitmuntende collecties van Sacai, Koché of Louis Vuitton, die wel het verleden ontginnen, maar toch volledig verankerd zijn in nu.

De comeback van Theyskens

Weten de millennials nog wie Olivier Theyskens is ? En kan de Belgische ontwerper nog iets betekenen voor de mode in 2016? Theyskens, die destijds zijn eigen merk opgaf om als huursoldaat te werken voor achtereenvolgens Rochas en Nina Ricci in Parijs en daarna Theory in New York, showde opnieuw onder eigen naam. De ontwerper, bijna twintig jaar geleden het wonderkind van de tweede generatie Belgen in Parijs, blijft enorm getalenteerd. Hij toonde een soort distillaat van zijn eigen geschiedenis, met hier een gotische referentie en daar een baljurk. Maar we zagen toch vooral een ingehouden Theyskens, een Theyskens met werkelijkheidszin.

Glenn Martens stopte, net als Theyskens en Vaccarello, met zijn eigen merk om in loondienst te gaan, in zijn geval bij Y-Project. Het duurde even voor hij met dat label de aandacht van fashionista’s kon wekken. Maar nu draagt Rihanna zijn kleren, en wordt er geduwd en getrokken om op zijn shows binnen te raken. Martens is, net als Vetements, niet bang van slechte smaak (één jurk was uitgevoerd in het lelijkste groen dat ik ooit heb gezien), maar dat maakt zijn mode aanstekelijk, en van vandaag.

Véronique Leroy is dit jaar 25 jaar aan de slag. In die periode heeft ze ongeveer alles uitgevonden, en een kwarteeuw later blijft ze, met Dries Van Noten, misschien de beste Belgische ontwerper (in feite verdiende zij de job bij Dior). Haar collectie was geïnspireerd door de Raëliens, een knotsgekke Franse religieuze sekte.

Bouwwerven

De Parijse modeweek begon en eindigde in een bouwwerf. Anthony Vaccarello showde in de bouwwerf van het toekomstige hoofdkwartier van Yves Saint Laurent, in een voormalig ministerie in rue de Bellechasse. Nicolas Ghesquière van Louis Vuitton gebruikte een immens pand van het merk op de hoek van Place Vendome en rue Saint-Honoré, de naakte structuur van wat binnenkort een nieuwe Vuitton-flagshipstore wordt.

Die schelpen van gebouwen benadrukten als het ware dat de mode ook figuurlijk een bouwwerf is. Trends komen en gaan, merken bloeien en verwelken, ontwerpers fladderen van baan tot baan. Terwijl Vaccarello, Chiuri en Jarrar zich nog installeren, gonst het al van geruchten over het lot van gereputeerde ontwerpers (Hedi Slimane, Alber Elbaz), van ontwerpers in hun fin de carrière (Karl Lagerfeld, Giorgio Armani) en van merken in nood aan een verse aanpak. De renovatie van het huis dat mode heet blijft allicht nog even duren.

Tekst Jesse Brouns & Foto’s Imaxtree

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content