New York Fashion Week: Dagboek

Een dag in het leven van een modejournalist tijdens New York Fashion Week.

Een dag in het leven van een modejournalist tijdens New York Fashion Week.

8u, Madison Avenue. Voor wie dacht dat de verzamelde modesector laat opstond: think again. Ralph Lauren onthult zijn accessoirecollectie in het recent geopende vlaggenschip van het merk. Een gelegenheid om tegelijk die winkel aan de pers voor te stellen. De show van Ralph Lauren is voor donderdag gepland.

10u. Ik heb geen uitnodiging aangevraagd voor de show van Michael Kors. En dus ook geen uitnodiging gekregen. In Parijs en Milaan krijg je als geacrediteerd journalist altijd wel wat uitnodigingen zonder dat je er specifiek om gevraagd hebt. In New York is dat niet het geval.

13u. Ik heb honger, maar geen vertrouwen in de Amerikaanse keuken, en bovendien maar 9 dollar op zak (mijn bankkaart werkt niet). Een croissant dan maar.

Opgeblazen kikker

13u45. Korte pauze op Pier 39, in de volle zon, met uitzicht op het Vrijheidsstandbeeld, in de verte. Dat alles gevolgd door de show van 3.1 Phillip Lim. De show begint mooi, met superlichte silhouetten in vage pastels, zwart en wit. Maar er komt al snel geen eind aan.

14u30. In de schaduw van de High Line, het park in de hoogte in het verre Westen van Manhattan, presenteert Gant zijn vierde collectie met Michael Bastian. De modellen, jongens en meisjes, staan op verhoogde platforms in vrolijke prepwear. Als toeschouwer word je bijna verplicht in hun kruis te kijken. In het geval van een opgeblazen kikker in een spannend shortje en mouwloos T-shirt is dat bijna genant. Leuke schildpadprint, dat wel. En cocktails à volonté.

Executiepeleton

15u30. Mannenshow van Yigal Azrouel, om de hoek. Ik heb een standing. Wat wilt zeggen dat ik moet wachten tot iedereen met een zitplaats binnen is, en dan ergens achteraan rechtmoet gaan staan. Voor Marc Jacobs, morgen, wil ik dat nog wel doen. Maar voor een alles welbeschouwd toch eerder obscure ontwerper? Ik twijfel even. ‘Please go stand back against that wall, please.’ De vrouw van het PR-bureau wijst naar een soort executiepeloton.

Eh, neen, mompel ik, vergeet het.

15u50. Ik kan amper mijn ogen openhouden. Jetlag. Ik val in slaap op een grasperk van de High Line, tot ik word gewekt door een West-Vlaams accent in mijn buurt.

16u55. Interview met Michael Bastian bij Gant. We krijgen 10 minuten, net genoeg voor een goedenamiddag-hoe-gaat-het-goed-en-met-u-uitstekend-dank-u-tot-ziens. Enfin, neen, dat is overdreven. Bastian vergelijkt zijn eigen collectie en die voor Gant met zichzelf en zijn broer. ‘Mijn broer speelde voetbal. Hij was knap en populair, hij versierde meisjes, terwijl ik me alleen op mijn kamer terugtrok met een exemplaar van het mannenblad GQ.’ Later meer in Knack Weekend.

Disco-comeback?

18u, Lincoln Center. Afspraak in het hoofdkwartier van New York Fashion Week, een eerder vulgair, zeer drukbevolkt tentencomplex, voor de show van Anna Sui. Ik zit dit keer op de negende rij. Beter dan staan.

Voor de show begint speelt het hele repertoire van Amanda Lear door de luidsprekers (Queen of Chinatown zelfs tot twee maal toe, wat twee keer te veel is). De keuze voor Lear kan natuurlijk maar één ding betekenen: Sui goes disco. De ontwerpster boog zich over het werk van de legendarische modeillustrator Antonio Lopez, een icoon van, onder meer, de Parijse discotheek Le Sept.

Resultaat: best een leuke, vrolijke collectie. Met feestjurkjes in een jaren-40-gezien-door-een-seventiesbril stijl. Maar los daarvan lijkt het me absoluut niet het moment voor alwéér een disco-comeback.

18u30, Lincoln Center. Ik werp een blik op de presentatie van Juan Carlos Obando, in een kleiner tentje. Een muur van rozen, waarvoor model na model verschijnt. De meisjes zijn telkens vergezeld van een koppel galante begeleiders. De jurken lijken uitsluitend bedoeld voor een Amerikaans publiek.

Walkietalkie

20u. Met de taxi terug naar de oude pakhuizen van West Street, voor een van de belangrijkste shows van de week, die van Proenza Schouler. Aan de ingang zijn ze in vorm. PR-vrouw tegen haar walkietalkie: ‘Hallo XXX, ik heb hier een man voor mij met op zijn Blackberry een email van jou met plaats B53. Heb jij die mail echt verstuurd? Hallo? Hoor je mij? Hallo? Over? Hoor je mij?’ Et cetera.

Dit keer zit ik op de eerste rij, schuin tegenover Anna Wintour, als ik mijn nek wat uitsteek. Mijn ego stelt het al wat beter. De show is bovendien uitstekend, vol van Afrikaanse invloeden, zoals elders in New York deze week, maar op een bepaalde manier toch helemaal uniek.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content