Het Britse kookfornuismerk Aga viert de driehonderdste verjaardag van gietijzer. Ter ere van dat jubileum komen nieuwe versies op de markt. Ook ons land heeft fans van het fornuis dat dag en nacht brandt.

De bedenker : redder van zeilers en huispersoneel

De Zweedse fysicus Gustaf Dálen mocht dan wel in 1912 de Nobelprijs voor de fysica gewonnen hebben voor zijn ontwikkeling van zelfontstekende en zelfdovende vuurtorenlampen die het mogelijk maakten om op eerder onbereikbare plekken vuurtorens te zetten, de ‘weldoener van de zeemannen’ kon zijn prijs niet zelf afhalen, want bij een ontploft gasexperiment was hij blind geworden. De Nobelprijswinnaar zou gezegd hebben : “Wat verwachten ze van mij als ik niets meer kan doen ?” Maar hij bleek nog veel te kunnen doen : toen hij thuis zat te herstellen, merkte hij dat zijn vrouw en keukenmeid wel erg veel energie (tijd én brandstof) in het fornuis stopten. Hij zette zich aan het ontwikkelen van een fornuis zonder schakelaars dat op stralingswarmte werkt : een gietijzeren kern wordt opgewarmd door middel van hete kolen (nu kan dat ook met gas en elektriciteit, uiteraard) en die kern warmt via een systeem van gericht geïsoleerde kanalen ovens en kookplaten op tot verschillende temperaturen. In elk fornuis is nu standaard een braadoven en een bakoven voorzien, een snelkookplaat en een sudderplaat. Grotere modellen hebben meer mogelijkheden. Dálen was ondertussen ook opnieuw aan het werk bij Aktiebolaget Gasaccumulator (Aga), waar hij later manager zou worden. In 1922 zou Dálen zijn fornuis patenteren en uitbrengen via zijn eigen fabriek.

Het jubileum : gietijzer

Meer dan tweehonderd jaar eerder, in het Britse Coalbrookdale in 1709, smolt kookpottenmaker Abraham Darby voor het eerst ijzererts in een met cokes aangestookte oven. Dat wordt beschouwd als de aanloop naar de industriële revolutie, want door op die manier ijzer te maken kon voldoende voorraad gecreëerd worden om de negentiende eeuw van stoommachines, bruggen en andere uitvindingen te voorzien. De ijzerexpertise lag begin vorige eeuw nog steeds in Groot-Brittannië en daar werd de eerste Aga-licentie verkocht. In 1936 kwam Aga volledig in Britse handen. Het fornuis kende een goede Britse start : in 1931 werden er 322 Aga’s verkocht, het jaar daarop waren het er al 1705, net na de oorlog hebben vijftigduizend Britse families er een. De Aga-ovens worden sindsdien nog altijd vlak bij Coalbrookdale gegoten én geëmailleerd : eerst enkel in crèmewit, maar vanaf 1956 ook in andere kleuren, te beginnen met lichtblauw, lichtgroen, grijs en wit. Kleuren zouden komen en gaan : van jade tot British Racing groen, van knalrood tot Royal Blue of goudgeel. En ook nieuwe brandstoffen werden geïntroduceerd : eerst olie (in 1964), dan gas (1968) en elektriciteit (in 1975 en nog eens in 1985).

Naar aanleiding van de verjaardag van het gietijzer komt nu een be-perkte editie in zwart, crème en Duck Egg Blue uit, met een speciaal logo. De Britse ontwerper Emma Bridgewater bedacht dan weer een versie met gekleurde stippen. (LC)

Info : www.aga.be

Een Aga op gas, met 2 ovens: vanaf 7820 euro (excl. btw)

De Belgische fans :Rita De Clerq (60) gepensioneerde hobbykok, heeft sinds 2007 een model met 4 ovens

“Ik was al gefascineerd door de Aga in mijn kindertijd. Mijn tante was getrouwd met een Engelsman en zij hadden zo’n crèmekleurige mastodont in de keuken staan. Ik herinner me dat er een soort neusje aan zat, als dat rood werd, wist je dat het klaar was. Ik heb als kind uren naast dat fornuis gezeten.”

“Mijn Aga is mijn minnaar. Als ik nerveus ben, stap ik naar het fornuis en begin ik te koken zonder te weten wat ik eigenlijk wil maken. Alle stress valt dan van me af. Ik stam nog uit de periode dat moeders en grootmoeders iedere dag in de keuken stonden. Er was altijd verse soep of karnemelkpap. Ik heb het nooit anders gekend. Ook thuis staat er altijd iets op het vuur te pruttelen. Als mensen op bezoek komen, weten ze dat ik iets aan het koken ben.”

“Vraag me niet waar je een goede kledingwinkel vindt in de buurt, want dat interesseert me niet. Maar waar je een goede slager of lekkere groenten vindt, dat weet ik wel. Koken is mijn passie. Ik ga ’s nachts op rommelmarkten met een zaklamp op zoek naar oude schriftjes met recepten die van moeder op dochter zijn overgeleverd. Daar heb ik al pareltjes uitgehaald : patés, varkenspoten,…”

“Mijn keuken is een samenraapsel van kringloopstukken en rommelmarktvondsten. Want wat ben ik met een chique keuken, als er niets op mijn bord ligt. Het fornuis staat centraal en hoe dat die er dan uitziet, vind ik eigenlijk niet belangrijk. Het gaat me om de functionaliteit en de warmte die het fornuis uitstraalt.”

“Ik bak bijna iedere dag zelf brood. Het gebeurt wel eens dat ik het vergeet uit de oven te halen en dan moet ik toch snel naar de bakker. Mijn hond zal dat brood nooit ofte nimmer eten, maar als ik het zelf bak, zit hij te kwijlen naast de oven.”

“Mijn droogkast gaat niet meer aan. Als ik mijn was niet buiten kan hangen, leg ik hem gewoon te drogen op mijn Aga. De handdoeken hang ik aan de baar vooraan en mijn jeansbroeken leg ik er geplooid op, dan hoef ik ze zelfs niet meer te strijken.”

Wim De Beus (50) architect, heeft sinds 2000 een model met 2 ovens

“Ik heb eerst mijn Aga besteld, betaald en geplaatst. Pas daarna ben ik beginnen te verbouwen. Ik wilde zeker zijn dat als we op het einde geen centen meer zouden hebben, we toch onze Aga niet moesten missen. Het interieur van de keuken is aangepast aan het fornuis.”

“Sinds de jaren twintig is de vormgeving van de Aga ongewijzigd, op enkele details na. Het is een mooi object, en daar heb ik als architect oog voor. De vormelijke eenvoud maakt het een tijdloos toestel. Het past zowel in een klassiek als een modern interieur, want net het contrast maakt het zo interessant.”

“Vite fait bien fait, luidt het spreekwoord : rap iets in de microgolf steken en een snelle hap klaarmaken. Vroeger moest het vooral rap gaan, en dan zijn gemakkelijkheidsoplossingen als kant-en-klare bakjes gemakkelijk. Dat doen we nu niet meer. We zijn bewust met eten bezig en koken veel gezonder.”

“Een Aga staat altijd aan. Er zitten geen knoppen op en je hoeft niets te regelen. ’s Ochtends bak je je stoofvlees, je zet het in de sudderoven en laat het dan een hele dag zachtjes garen. ’s Avonds heb je een heerlijk malse stoofpot. Dat doe je met een traditioneel fornuis niet.”

“Je leert anders koken op een Aga. Het is jongleren tussen de ovens en de kookplaat. Als ik spaghetti klaarmaak, zet ik op voorhand een pot water in de oven en die haal ik le moment suprême opnieuw boven. Nog even op de kookplaat en het water kookt onmiddellijk.”

“Kiezen voor een Aga, het is erop of eronder. Ofwel ben je er absoluut voor gewonnen, en dat zijn vooral kookpieten die graag in de keuken staan. Ofwel zegt het je niets. Meestal zijn dat de mensen die een jachtig leven leiden en eigenlijk geen tijd hebben om te koken. Een tussengroep bestaat niet.”

“In onze keuken staat geen radiator. Als het kouder wordt buiten, zet ik het fornuis een beetje harder. Het voordeel is dat je huis tijdens het tussenseizoen lichtjes mee opwarmt. Als ik in dezelfde periode bij mensen op bezoek ga, zijn die dikwijls al aan het verwarmen. Wij nog niet. Of we dan uiteindelijk meer of minder energie verbruiken, is dus moeilijk te zeggen.”

“Tijdens de zomer zetten we het fornuis een maand volledig af. We eten dan buiten, gaan op vakantie of steken de barbecue aan. Het is een totaal andere manier van koken en die afwisseling vind ik juist leuk.”

Caroline Speck (44) huisvrouw , heeft sinds 2006 een model met 4 ovens

“In een druilerig land als België is de warmte van een Aga in de keuken een aangename pleisterplaats. Ik zou het bijna vergelijken met een Leuvense stoof waar men vroeger gezellig bij ging zitten. Wij hebben een grote keuken en de Aga is daar onze voornaamste warmtebron. Het moet al vriezen voor we de radiator aanzetten. In de zomer heeft het natuurlijk ook nadelen. Dan moeten de ramen open, terwijl het vuur blijft branden. Dat is een hoop energie die je eigenlijk weggooit.”

“Vorig jaar hadden we de keuze om opnieuw een gewoon fornuis te kopen, maar dat is eigenlijk nooit in ons opgekomen. Het lag voor de hand dat we voor een Aga zouden gaan. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog met een andere oven zal koken. Al die vitrokeramische toestellen, dat zijn geen fornuizen.”

“Ik wilde graag een Aga met een extra gaselement in plaats van een warmteplaat, maar mijn man vond die knoppen niet mooi. En ook bij Aga zelf stelden ze voor de andere versie te nemen, omdat je anders je fornuis niet optimaal gebruikt. Je zet dan in feite het deel dat eigen is aan een Aga uit en gebruikt het als een tradi-tioneel fornuis. Ik ben blij dat ik hun raad gevolgd heb, het is een ongelooflijk toestel.”

“Ik heb bijna alle keukentoestellen buitengegooid. Ik heb wel een combimicrogolf-oven, maar er wordt nooit eten in klaar gemaakt. Ik zou zelfs niet weten hoe het werkt. Ik gebruik het hoogstens om iets te ontdooien.”

“Soms staan er drie kookwekkertjes naast mij, omdat ik weleens durf te vergeten dat er iets in de oven staat. Een traditionele oven heeft lichtjes en je ziet ook wat erin zit. Dat is in het begin wel even wennen. Een Aga is zo goed geïsoleerd dat je het ook niet hoort branden.”

“Alles gaat gemakkelijker. Je stopt al je ingrediënten in een stoofpot en steekt het in de oven. Daarna kan je gewoon vertrekken, je moet er niet naar omkijken. Wanneer ik vol au vent maak, zet ik de avond ervoor al een haantje in de oven. Ik doe er mijn groenten bij en acht uur later haal ik een perfect gegaard gerecht uit de sudder-oven.”

“Sinds we een Aga hebben, eten we veel gezonder. We stomen onze groenten en bakken veel minder in vetstoffen, omdat we voor alles onze ovens gebruiken. Al maken we ook meer patisserie en hapjes in bladerdeeg, dat compenseert dus wel een beetje.”

(EDW)

Door Leen Creve en Ellen De Wolf Portretten Diego Franssens

“Ik heb drie mannen in mijn leven : mijn echtgenoot, mijn zoon en mijn Aga.”

“Het oefent een aantrekkingskracht

uit. Bezoekers blijven altijd in de keuken rond het fornuis staan.”

“Je moet van koken houden, anders heeft het geen zin.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content