Linda Asselbergs/Koen Fillet

Linda asselbergs

Er zijn van die dingen die je je niet zou mogen aantrekken. En toch. Ik zal het uitleggen, Koen. Het is donderdagavond, iets na tienen. Op weg naar huis stop ik bij mijn bankfiliaal, kwestie van snel wat geld af te halen. Omdat er vlak voor de deur geen plaats is, parkeer ik een paar huizen verder, reglementair, als de oppassende burger die ik nu eenmaal ben. Niet zo de man die zijn auto plompverloren voor de deur pleurt, met knipperende lichten. Noem mij kneuterig, Koen, maar daar heb ik dus de pest aan, aan die individuen die voor het gemak aannemen dat verkeersregels niet op hen van toepassing zijn. Het gaat om een koffiekleurige jongeman met een geschoren schedel en een gsm aan zijn oor. Minstens een hoofd kleiner dan ik, minding his own business, op zijn parkeerstijl na geenszins verontrustend. En toch hou ik mijn pas in en blijf ik buiten drentelen terwijl hij in de bank zijn zaakjes regelt. Pas als hij weer naar zijn auto loopt, ga ik naar binnen. Onopvallend, als je ’t mij vraagt, heeft die kerel mij niet eens opgemerkt. Maar daar staat hij ineens breeduit in de deur, snierend : “Geen paniek, madam, ik was echt niet van plan u te overvallen.” En weg is hij, met gierende banden.

Dat stéékt, Koen, dat hij speciaal teruggelopen is om dat te zeggen. Mijn geweten knaagt : zou ik wél naar binnen gegaan zijn als hij blank was ? Als hij een ander kapsel had ? Niet dubbel geparkeerd stond ? Een ‘progressief’ mens weet zichzelf zo graag onbevooroordeeld. En ja, er waren precedenten. De zwarte man op de Frankrijklei die alleen maar de weg wilde weten. Hoe vernederend moet het niet zijn om tegen een vrouw met schichtige ogen te zeggen : ” Don’t be afraid, I’m not a criminal…

Anderzijds, ik bén al ooit bestolen. Door een zigeunerin met een paar kinderen. “Ocharme, heeft dat boeleke geen kou ?” Wég portemonnee. En een vriend werd beroofd door handlangers van een bruin meisje dat vroeg om geld te wisselen. “Was ’t een schoontje ?” vroeg de politie. “Nee, zelfs niet”, moest de vriend toegeven en hij voelde zich nog onnozeler. Waar eindigt vertrouwen in de mensheid en waar begint naïviteit ? Ach wat, Koen, laten we desnoods tegen beter weten in aannemen dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel bewezen wordt.

KOEN FILLET

Iedereen onschuldig Linda ? Ik denk het niet. De booswichten zijn overal. Ik lees jouw stukje terwijl ik een kop koffie drink op een terras in de stad met de drie torens. Het is die ene dag van de zomer waarop geen regen dreigt. Geen weer om aan de misdaad te denken, ik zou over de liefde willen schrijven. Maar helaas, je verplicht me.

Het handjevol boeven dat ik persoonlijk ken, zijn in de omgang ook maar gewone mensen. Ze houden van zonovergoten terrassen en van koffie met een speculaasje, net als ik. Het is zoeken naar een plek vandaag, de tafeltjes zitten vol. Ik laat mijn blik van kop naar kop glijden. Er is geen academische graad in de statistiek voor nodig om te beseffen dat een percentage van de zonnekloppers rondom mij crimineel moét zijn. Het is niet omdat je Ice Tea drinkt met een rietje dat je onschuldig bent, we mogen ons daar niet door laten misleiden. Ze zitten gewoon naast mij, Linda, onder de platanen. De bedotters, de zwendelaars, de gladjakkers en de loebassen.

Ik kijk rond. Een mevrouwtje met een paarsig kapsel. Deux-pièces, pied-de-poule. Ze drinkt thee, earl grey. Ze houdt zielsveel van haar maltezerhond, dat straalt ervan af. Maar dat hoeft niet uit te sluiten dat ze haar man kan hebben vergiftigd. Ik las gisteren in de krant over een Amerikaanse mevrouw van bijna tachtig die vijf echtgenoten om het hoekje heeft geholpen. Zulke dingen gebeuren. En echt niet alleen in Ohio. Kijk hoe ze dat schijfje citroen platdrukt met haar lepeltje. Nét iets te gretig. Ze breekt haar koekje in tweeën. Dat droge knakje. Ik heb nog nooit een nekwervel horen breken, maar ik verbeeld me dat het klinkt als een brekend Lotusje. Het koude zweet breekt me uit. Zal ik de politie bellen ? Dan kunnen ze meteen ook die twee mannen oppakken die een tafeltje verder zitten. Mensensmokkelaars, ik weet het zeker. Het nette pak en hun onberispelijke kapsel verraden hen. Niks op aan te merken. Dat moet dus fout zijn. Er rijdt een taxi voorbij. Is dat niet Luc Tuymans op de achterbank ? Heb je de ogen van Tuymans al eens in het echt gezien, Linda? Ik durf niet hardop te zeggen welke angsten zijn blik in me wakker roept. Maar op een gestolen fiets na is mij nog nooit iets overkomen. Dat klopt niet. Ze slaan mij over, de ploerten. (www.koenfillet.be)

In deze tweewekelijkse brievencolumn buigen Linda Asselbergs van Weekend Knack en Radio 1-journalist Koen Fillet zich over prangende kwesties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content