Witte wijn drink je koud, rode op kamertemperatuur, dat is de regel. Maar komt die wel echt de smaak ten goede, of zijn er net rode wijnen die lekkerder zijn als je ze gekoeld drinkt? We zochten het voor je uit.
Op een zonnig terrasje zie je niet veel glazen rode wijn. Nochtans kan dat ook een perfecte dorstlesser zijn in de zomer. Dat zegt toch sommelier Matt Pridgen op Eater.com. Meer zelfs: sommige flessen zijn net lekkerder als ze gekoeld zijn. Warmte verandert het smaakprofiel van een wijn namelijk drastisch: op kamertemperatuur gaan fruitige smaken wat verloren, terwijl de smaak van alcohol en zuren net versterkt wordt.
“Wijn is een levend iets dat reageert op zijn omgeving, net als wij. Wanneer het koud is, hebben wij de neiging ons op te spannen en te hullen in een deken, en wanneer het warm is, zetten we uit. Maar wanneer het net aangenaam is, zijn wij ook op ons best.”
Keldertemperatuur
Een wijn met veel body geeft zijn smaken het beste af als hij geserveerd wordt rond de 18°C, al zijn er ook die echt op keldertemperatuur (rond de 12°C) op hun best zijn. Hoe lichter het gehalte aan alcohol en hoe minder tannines, hoe aangenamer de wijnen worden op die laatste temperatuur. Wat betekent dat concreet? Dat je de grenache, cabarnet franc, grolleau, zinfandel, frappato en gamay gerust in de koelkast mag steken. (En ze idealiter even op voorhand op temperatuur laat komen.)
Dat is uiteraard geen volledige lijst, maar sla gerust zelf aan het experimenteren. Santé! (EK)
