Maak op elk bord een nestje van aardappelpuree, leg mooi in het midden een gepocheerd eitje en bestrooi met vers gepelde garnalen.
Voor 4 personen
400 g aardappelen
50 g boter
een scheut zachte olijfolie
4 hoeve-eitjes
1 dl room
1/2 citroen
een bundel bieslook
200 g grijze garnalen, liefst vers gepeld
een bundel kervel
zout en peper van de molen
Bereiding
1. Schil de aardappelen, kook ze gaar in gezouten water en giet het kookvocht af. Prak de aardappelen met de boter en een scheut olijfolie, peper en zout met een vork tot een grove puree.
2. Pocheer de eitjes drie tot vier minuten in water met zout en een scheutje azijn (het water mag net niet koken, breek de eitjes in een soeplepel en laat ze zo in het ziedende water glijden).
3. Verwijder de eitjes met een schuimspaan en droog ze op keukenpapier. Klop de room half op en breng op smaak met wat citroensap, peper van de molen, zout en geknipte bieslook.
4. Maak op vier warme borden vier nestjes van puree. Leg het eitje in het midden van de puree en bestrooi met vers gepelde garnalen. Lepel de bieslookroom uit rond de puree en versier met kervelpluksels.
