Jean-Paul Mulders
‘Ooit kwamen duizenden mensen op straat tegen kernwapens. Nu de inzet gebanaliseerd wordt, blijft het akelig stil’
Met verwondering lees ik het vreemde verhaal van Robert Persichitti (102), de Amerikaanse oorlogsveteraan die stierf op weg naar de herdenking van D-day. Tachtig jaar geleden overleefde hij de landing in Normandië. Nu nam Magere Hein hem toch nog te grazen op de plek waar hij toen de dans ontsprong.
Ironisch is ook het lot van William Anders (90), de astronaut die op zijn oude dag met een vliegtuigje crashte. In 1968 maakte hij tijdens de vlucht van Apollo 8 de beroemde Earthrise-foto, waarop de aarde als een blauwe knikker verschijnt boven de horizon van de maan. ‘Toen we ons omdraaiden,’ herinnerde de astronaut zich, ‘zagen we plots de aarde opkomen. Dat was het meest indrukwekkende van de hele vlucht. Die delicate, kleurrijke bol deed mij denken aan een kerstboomversiering. Het was een enorm contrast hem te zien verschijnen boven het grimmige, lelijke maanlandschap.’
Er valt weinig eer te rapen aan de vrees voor een kernoorlog.
Achteraf vond Anders de foto zijn belangrijkste bijdrage aan de ruimtevaart. Het beeld liet de aarde voor het eerst in al haar kwetsbaarheid zien, verloren in de gitzwarte uitgestrektheid van het heelal. Even leek het erop dat het kiekje ons zorgvuldiger met de planeet zou doen omspringen. Dat gevoel van bescheidenheid stierf echter al vlug weer weg.
De Apollovluchten en de landing in Normandië: van alle gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis, maakten die twee de grootste indruk op mij als kind. Nu verdwijnen de laatste ooggetuigen. Van de veteranen uit WO II, lees ik, leeft er nog minder dan één procent. Elke dag sterven er 131. Zij verlaten ons nu er conflicten dreigen waarbij de Tweede Wereldoorlog verbleekt tot een burenruzie. Tot die conclusie kom je toch als je het boek leest van de Amerikaanse onderzoeksjournalist Annie Jacobsen. In Kernoorlog: het scenario doet zij haarfijn uit de doeken hoe zestig procent van de mensheid kan worden weggevaagd in 72 minuten, desnoods zelfs per abuis. Met zin voor detail – het regent brandende vogels en mensen braken hun ingewanden uit – beschrijft ze de ‘levende hel’ waarin honderden miljoenen in een oogwenk kunnen terechtkomen.
‘We zijn één misverstand verwijderd van een nucleair armageddon’, waarschuwde ook al António Guterres, secretaris-generaal van de VN. Het blijft verbazingwekkend hoe wij zulke berichten van ons afschudden. Ooit kwamen in Brussel vierhonderdduizend mensen op straat tegen de aanwezigheid van kernwapens. Nu de inzet gebanaliseerd wordt, blijft het echter akelig stil. Er valt weinig eer te rapen aan de vrees voor een kernoorlog. Als die er niet komt, word je weggelachen als doemdenker. Komt hij er wel, dan is er niemand meer om gelijk van te krijgen.
Toch is het boek van Annie Jacobsen van het grootste belang; je weet maar nooit of er komt onverwachts iets op gang. De film The Day After bracht de gevolgen van een kernoorlog in beeld – weliswaar nog veel te soft. De toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan was geschokt toen hij hem zag. ‘It left me greatly depressed’, schreef hij achteraf in zijn dagboek. Dat leidde tot de belangrijkste ontwapening sinds de uitvinding van de atoombom.
Ze waren nog teergevoelig, daar in 1983.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier