Jean-Paul Mulders
‘Hoe beknellender de tijden, hoe vrijer de borsten in de bloes lijken te zitten’
In de stad waar ik woon, zie je meer beha’s aan de wilgen dan op de plaatsen waarvoor ze bedoeld zijn. Hoe beknellender de tijden, hoe vrijer borsten in de bloes lijken te zitten.
“Loopt de verkoop van de beha niet terug?”, vraag ik aan een vriendin met een lingeriewinkel. “Ik heb de indruk dat ik steeds meer jonge vrouwen zonder zie.”
Mijn vriendin geeft toe dat de beha momenteel niet echt booming business is. Toch verdedigt zij met vuur het nut ervan. Ik verdenk haar ervan dat te doen om den brode, maar zij beweert dat ze een kennersoog heeft ontwikkeld en inzit met het welzijn van de vrouwen. “Zonder beha,” waarschuwt ze, “worden borsten platter en breder. De tepels gaan naar buiten staan, zodat ze soms doen denken aan de irissen van Marc Reynebeau.”
Dat vind ik nodeloos oneerbiedig, maar ergens begrijp ik wel waar zij naartoe wil. Ik vind het trouwens maar raar dat Marcen ook met tepels toegerust zijn. Denk maar aan Marc Reynebeau, Marc Coucke, Marc Van Ranst, Marc de Bel en Marcske van De Kampioenen. Waarvoor hebben zij ze nodig: die ‘knopvormige erectiele uitsteeksels, gelegen op de melklijnen van de borst van de mens en vele andere zoogdieren’?
Naar het schijnt heeft dat te maken met de ontwikkeling van de foetus. Pas na zeven of acht weken in de buik wordt het geslacht van de baby duidelijk. De tepels zijn er dan al en ze blijven er, ook al hebben jongetjes er later weinig aan. Moeder Natuur neigt naar gemakzucht, zoals alles wat daartoe de kans krijgt.
Zonder beha, waarschuwt mijn vriendin, worden borsten platter en breder.
Maar om bij de beha te blijven: in de wereldgeschiedenis is dat een betrekkelijk recent verschijnsel. De New Yorkse socialite Mary Phelps Jacob ontwierp de eerste soutien zoals wij die kennen, samen met haar Franse kindermeisje. Hun prototype bestond uit smalle linten en twee propere zakdoeken. Phelps verwierf er het patent op in 1914, maar verpatste haar uitvinding voor vijftienhonderd dollar aan de Warner Brothers Corset Company. In de volgende dertig jaar zou die er vijftien miljoen dollar aan verdienen.
Om te bepalen of een beha is aangewezen, hanteerden ze vroeger een heksenproef die de potloodtest werd genoemd: til de borst wat op, hou er een potlood onder en laat los. Je bent gebuisd voor de test – en dus aan een beha toe – als het potlood blijft zitten. Zoiets wreeds, zou je denken, kan alleen maar door een man bedacht zijn. De test dook echter voor het eerst op in Ask Ann Landers, een populaire adviescolumn die vanaf 1943 verscheen in tal van kranten en door een vrouw geschreven was.
De moderne wetenschap vindt de beha minder noodzakelijk. Je moet er maar een dragen als jij je daar comfortabeler bij voelt, ongeacht je geslacht. “Medisch, fysiek en anatomisch gezien,” zegt een onderzoeker, “hebben borsten er geen baat bij om de zwaartekracht ontzegd te worden.”
De tijden veranderen, gelukkig soms ook ten goede. “Ik laat mijn borsten niet beoordelen door een fucking potlood”, vloekt een hedendaagse vrouw naar mijn hart. “Voor mijn part blijft er een hele kleurdoos hangen.”
Ask Ann Landers adviseerde overigens ook geen rijst te gooien naar trouwers. Zo vermeed je dat vogels de korrels oppikten en ontploften.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier