TUSSEN BLITS EN ZUINIG

Rinspeed MicroMax. © FOTO'S PPI

Het salon van Genève maakte zijn repu-tatie andermaal waar : het regende er premières en interessante oplossingen. We kozen er een handvol uit.

Diverse merken zijn nog op zoek naar een aanvaardbare formule voor een zuinige auto. Opvallend was de Rinspeed MicroMax, een kubusvormig voertuig dat slechts 3,73 meter lang is en liefst 2,18 meter hoog. Dat is ook nodig want de passagiers reizen rechtstaand. Naast de chauffeur is er plaats voor drie inzittenden en een heleboel bagage. De MicroMax wordt elektrisch aangedreven.

Ook Toyota koos voor originaliteit met de elektrische driewieler iRoad waarin de twee inzittenden in tandem plaatsnemen. Toch hadden we een déjà vu omdat de tweezitter in de bochten gaat liggen zoals dat eerder al bij de Carver het geval was. De iRoad wordt aangedreven door twee elektrische motoren die tussen de voorwielen geplaatst werden. De autonomie bedraagt slechts 50 km, maar de tweezitter kan in drie uur aan een gewoon stopcontact opgeladen worden.

Nissan is vast van plan zijn voorsprong op het gebied van elektrische auto’s verder uit te bouwen. De Leaf, waarvan intussen wereldwijd meer dan 50.000 stuks werden verkocht, werd op 100 punten ingrijpend verbeterd. Het chassis werd hertekend en de koffer is nu een valies groter. De oplaadtijd van de batterijen werd gehalveerd en de autonomie opgedreven tot 200 km. In Genève stond ook de aantrekkelijke Resonance te kijk. Hij introduceert een nieuwe vormentaal die we allicht in de volgende Murano zullen terugvinden.

Dat de tijden nu echt wel veranderen, was ook te merken aan het offensief van de eerste Chinese auto met reëel potentieel voor Europa. De compacte Qoros 3 situeert zich in het C-segment en richt zich tot ‘moderne, metropolitische Chinese en Europese consumenten’. Hij krijgt een 1.6-liter-benzinemotor mee, een vermogen van 126 pk of 156 pk (turbo) en ziet er conventioneel-elegant uit. Opmerkelijk is de samenwerking met Europese toptoeleveranciers als Bosch, Magna Steyr en Continental. Qoros werd pas in 2007 opgericht door Chery Automobile, de grootste onafhankelijke, Chinese producent en Israel Corporation, een industriële holdingmaatschappij. Aan het eerste product werkten topfiguren mee uit de internationale auto-industrie, onder wie designer Gert Hildebrand die eerder voor het Mini-gamma verantwoordelijk was.

De Chinezen tekenden ook voor de verrassende terugkeer van Spyker, nadat het merk zich de voorbije jaren vooral in het nieuws werkte door de omvang van zijn schulden. Stichter en CEO Victor Muller deed wat hij het best kan : geld zoeken. Hij slaagde erin de firma Youngman (de grootste Chinese busconstructeur) over de streep te trekken. De Chinezen zijn nu voor 29,9 % eigenaar van het merk, dat voor het eerst in zijn geschiedenis een affordable car voorstelt. De Venator is iets kleiner dan de C8 Aileron, staat op een platform van aluminium, heeft een koetswerk van koolstofvezel en krijgt een V6-benzinemotor ingebouwd die minstens 375 pk moet ontwikkelen en gekoppeld is aan een zestrapsautomaat. Het streefgewicht bedraagt 1350 kg, de prijs 125.000 euro, exclusief taksen.

Voorts was er de titanenstrijd tussen twee reuzen uit de F1 : McLaren, dat met de P1 debuteerde, en Ferrari dat La Ferrari voorstelde. De Britse krachtpatser doet het met een 3.8-liter-V8-motor, terwijl de Italianen een V12 inzetten. In beide gevallen wordt die motor gekoppeld aan een elektrische aandrijving. Voor de McLaren betekent dat een totaal vermogen van 916 pk. Daarmee snelt hij in 7 seconden naar de 200 km/uur en in 17 seconden naar de 300 km uur. Ferrari sprokkelt met beide motoren 963 pk bijeen en haalt de 300 km/uur in 15 seconden. Beide merken mikken op limited series. Ferrari wil maximaal 499 stuks bouwen, McLaren houdt het op 375 exemplaren. En dan is er nog de Lamborghini Veneno, een pronkpaardje om de vijftigste verjaardag van het merk te vieren en geheel gebouwd uit koolstofvezel. Dankzij een V12-motor die 750 pk ontwikkelt heeft de jongste Lambo aan 2,8 seconden genoeg om de 100 km/uur te bereiken. Hij snelt in geen tijd naar een top van 355 km/uur. Er worden maar drie stuks van gebouwd, wat hem uitermate exclusief maakt, zoals trouwens ook zijn prijs : drie miljoen euro, zonder taksen. Daarmee is hij meteen ook de duurste auto van het salon.

Maar het belangrijkste nieuws vonden we bij Peugeot en Citroën, waar een nieuwe vorm van hybride werd voorgesteld. De Peugeot 2008 Hybrid Air, en zijn tegenhanger bij Citroën, krijgen naast hun benzinemotor een hydraulische pomp die aangedreven wordt door samengeperste lucht. Het samenpersen van de lucht gebeurt tijdens het rijden, wanneer de chauffeur de voet van het gaspedaal haalt of remt. Met een volle tank kom je louter op de energie van de perslucht 500 meter ver. In de praktijk zal het aggregaat echter helpen bij de acceleraties, zodat de benzinemotor min of meer met een constant toerental draait. In de klassieke verbruikscyclus haalt de 2008 een CO2-uitstoot van 69 gram (i.p.v. 104 gram voor eenzelfde model op benzine). Volgens Peugeot bedraagt de verbruikswinst in de stad zelfs 45 %. Het systeem gebruikt enkel vertrouwde mechanische componenten en valt daardoor uitermate eenvoudig uit. Op de serieproductie is het wachten tot 2016.

DOOR PIERRE DARGE & FOTO’S PPI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content