SAMUEL DALI DE SCHEPPER
Transgender
Als man in een vrouwenlichaam ben ik vroeg volwassen geworden. In tegenstelling tot andere kinderen dacht ik na over mijn identiteit en andere zaken die doorgaans pas later aan de orde zijn. Ik wist al op mijn derde dat er iets niet klopte en ik voelde me jarenlang een gril van de natuur.Wellicht speelde ik daarom ook graag alleen. Zo kon ik volledig opgaan in mijn verbeelding, zonder dat iemand me een meisje noemde.
Mijmeren over gemiste kansen heeft geen zin. Uiteraard vraag ik me weleens af hoe mijn leven geweest zou zijn mocht de natuur me meteen een mannenlichaam had gegeven. Toch stop ik mijn energie liever in de toekomst, want ik heb nog andere ambities dan een man zijn. Fysiek ben ik nu ‘af’, maar op geestelijk vlak hoop ik nog lang aan mezelf te mogen sleutelen.
Medicalisering van transseksualiteit is een mes dat aan twee kanten snijdt. Genderdysphorie is een medische term die aan ziekte doet denken, tot ongenoegen van veel transgenders, maar maakt wel de terugbetaling van de kosten van een geslachtsverandering mogelijk. Terwijl je je lot in handen van psychiaters en dokters moet leggen, halen zij mensen toch ookuit hun lijden. Gelukkig maar, want wellicht heeft elke transgender ooit aan zelfdoding gedacht.
Acceptatie heeft veel te maken met hoe je zelf in het leven staat. Open en duidelijk communiceren, lastige onderwerpen met een kwinkslag neutraliseren : dat kan er allemaal toe bijdragen dat je omgeving je aanvaardt zoals je bent. Ik heb tot mijn veertigste achter een masker geleefd, entoen ik het afwierp waren de reacties van mijn familie, vrienden en collega’s unaniem positief. Achteraf bekeken weet ik niet waar ik destijds zo bang voor was.
Onbekend maakt onbemind. Ik probeer geen enkele vraag uit de weg te gaan, hoe onnozel of intiem ze ook mag zijn. “Schiet jij dan water”, vroeg een vrouw me ooit over mijn erectieprothese (een pompje in de balzak met een waterachtigevloeistof die de penis doet opzwellen). Dat heeft iets voyeuristisch, maar ik heb minder problemen met zulke vragen dan metwilde veronderstellingen, zeker als ze op een respectvolle manier gesteld worden. Per slot van rekening heb ik een boek geschreven om transseksualiteit uit de marginaliteit te halen.
De kerk is het voorbeeld van Jezus vergeten. Voor mij is er geen conflict tussen gelovig zijn en transgender zijn, maar ik stel wel het oordeel van de Kerk als instituut ter discussie. Tot vandaag veroordeelt ze mensen die van haar normen en regels afwijken. Alle religies bevatten waardevolle elementen die het leven makkelijker maken. Alleen worden die te vaak misbruikt om mensen te onderdrukken. Een boodschap van liefde en begrip wordt een boodschap van angst.
Het hokjesdenken is niet verdwenen. Er zijn superviriele mannen en heel vrouwelijke vrouwen, maar dat zijn uitersten op het genderspectrum. De meeste mensen bevinden zich ergens tussenin, hoe krampachtig we de genderrollen ook bewaken. Hetzelfde met begrippen als hetero en homo, want ook seksuele geaardheid is geen zwart-witverhaal. Als tiener was ik al fan vande androgyne David Bowie, maar ook nu is het nog altijd moeilijk om zelf je identiteit vorm te geven. Onze maatschappij vraagt om duidelijke keuzes, terwijl individuele verschillen ons net boeiend maken.
Samenleven begint met de kunst om te relativeren. Ik had geen gemakkelijke jeugd en de transitie van vrouw tot man was een jarenlange lijdensweg,maar ik besef dat andere mensen een veel zwaarder lot moeten dragen. Wie in een slachtofferrol blijft hangen ontneemt energie van zijn medemens, terwijl ik net het tegenovergestelde wil doen.
Samuel Dali De Schepper (51) is klantenadviseur bij Bpost en koos elf jaar geleden voor een geslachtsverandering, die hij voltooide in 2007. Daarover schreef hij ‘Aan de achterkant was alles in orde’ (Davidsfonds, 22,50 euro), dat deze week verschijnt. Info : samueldali.skynetblogs.be
DOOR WIM DENOLF & FOTO KLAARTJE LAMBRECHTS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier