DIEETBOEKEN. Liever geen experimenten

Samen met het besef dat overgewicht de gezondheid in gevaar brengt, groeit het aanbod van dieetboeken. Maar ook de kritiek op onbezonnen dieetmetoden neemt toe.

MARIANNE MEIRE

FOTO : IMAGE BANK

De relatie tussen lichaamsgewicht en gezondheid is duidelijk. Nieuwe inzichten sporen ons aan om ons gewicht binnen gezonde grenzen te houden. Diëtisten berekenen die grenzen aan de hand van de body mass index. Die BMI bepaal je als volgt : het lichaamsgewicht (in kg) delen door het kwadraat van de lichaamslengte (in meter). Bijvoorbeeld 65 kg gedeeld door 1,60 m x 1,60 m geeft een BMI van 25,4. Is de uitkomst een getal tussen 20 en 25, dan is het gewicht normaal. Ligt de BMI tussen 25 en 30 dan is er sprake van overgewicht. Mensen met een BMI dat hoger is dan 30 zijn zwaarlijvig, zij met een BMI hoger dan 40 zijn levensgevaarlijk zwaarlijvig.

Met deze cijfers voor ogen, kopen heel wat vermeende of echte zwaarlijvigen het eerste het beste dieetboek. En togen vervolgens aan het werk, oprecht van plan om er wat aan te doen. Het sukses van deze individuele experimenten is bitter laag. Geen wonder, aldus professor dr. Jean Paul Deslypere, voedingsdeskundige op de afdeling endocrinologie van het UZ Gent. Een dieet heeft meer kans op slagen als het aan bepaalde voorwaarden voldoet. “Het mag niet te veel afwijken van bestaande voedingsgewoonten en evenmin van de gewoonten van de mensen waarmee men samen eet. Diëten is dikwijls een levenslange bezigheid. Korte diëten helpen om een paar kilo’s af te vallen, maar bieden geen oplossing voor zwaarlijvige mensen. Als die na een streng dieet in hun oude gewoonten terugvallen, komen ze meteen weer aan. Om allerlei redenen. Nogal wat diëten zijn deficitair aan bepaalde voedingsstoffen. Dit beïnvloedt schommelingen in het gewicht. Bijvoorbeeld diëten die suiker uitsluiten. Hierdoor neemt het glycogeen in de lever, de suikerreserve van het lichaam, af. Bij stopzetting van het dieet wordt die reserve onmiddellijk aangevuld. Door de waterretentie waarmee dit gepaard kan gaan, is er al direkt een gewichtstoename van enkele kilo’s. Zeer demotiverend ! Voor je begint aan een dieet moet je ook goed weten wat verkeerd is aan de manier waarop je eet. Te veel frisdrank ? Te veel alkohol ? Te veel vetten ? Een korrektie van het dagelijkse menu kan vruchten afwerpen zonder kilokalorieën te tellen. Ook het sukses van een dieet hangt af van de oude eetgewoonten. Iemand die normaal 3000 kilokalorieën per dag verorbert, zal niet overleven op een dieet van 1000 kilokalorieën. Die is gedoemd om te mislukken. Daarom is het ook goed te begrijpen wat er met je lichaam gebeurt tijdens het dieet. Hoe kun je lichaamsgewicht verliezen ? Eén kilogram vetweefsel is gelijk aan 7000 kilokalorieën energie. Een rekensommetje leert ons dat een energiedeficiet van 1000 kilokalorieën per dag (waarbij er 1000 meer worden verbrand dan opgenomen) na één week al een gewichtsverlies van 1 kilogram oplevert. Het principe van de negatieve energiebalans. Twee weken gemeend diëten is goed voor twee kilo vetverlies. Alles wat sneller gaat, heeft vooral met vochtverlies te maken. En dat is niet de bedoeling van een dieet. “

Tien jaar geleden stonden dieetmetoden nog op stencil, vandaag bevatten dieetboeken kleurenfoto’s van gymmende dames en smakelijke recepten. Een aantal van die dieetrecepten zijn goed. Maar vele zijn gebaseerd op teorieën ontdaan van elke wetenschappelijke onderbouw. Sommigediëten zijn op lange termijn zelfs ronduit gevaarlijk. Andere zijn regelrechte nonsens. Zo is bijvoorbeeld de teorie van de negatieve kalorieën stof voor sprookjes ! Het al wat oudere boekje van Isabelle Martin (Voedingsmiddelen die doen afslanken, 1986), verkrijgbaar bij een postorderbedrijf, geeft een lijstje van eetwaren die doen vermageren. Bij verbranding zou dit voedsel energie aan het lichaam onttrekken in plaats van leveren. Te mooi om waar te zijn.

Veilig vasten bestaat ook al niet. Ons lichaam vraagt een gestadige en evenwichtige energietoevoer. Een verstandig dieet verbiedt onthouding. Het is uitgebalanceerd, wijkt niet te veel af van de gewoonten in het gezin en verloopt geleidelijk. Het biedt voldoende afwisseling en zorgt voor een voldaan gevoel ondanks de beperkingen. Het is gemakkelijk en vooral ook duidelijk. Gewichtsverlies (van lichaamsvet) vraagt tijd. Een dieet ook. Daarom moeten alle noodzakelijke voedingsstoffen in het menu aanwezig blijven. Even kijken welke boeken daaraan voldoen.

Een leven lang fit (De Kern, 1987, 395 fr.) is geen nieuw boek, maar het blijft scoren op de best-sellerslijst. Harvey en Marilyn Diamond (van Het groot leven lang fit kookboek) baseren zich op het principe van de ontgiftiging van het lichaam door plantaardige voeding. Melk, eieren en vlees moeten vermeden worden. Ook kombineren verdient alle aandacht. Volgens de auteurs zorgen sommige kombinaties immers voor het rotten van het voedsel nog voor het goed en wel door de maag is geraakt. Het boek is vlot leesbaar en af en toe zelfs grappig, maar de beweringen van de Diamonds roepen volgens diëtiste Ilse Vaes van de RUG, ontelbare vragen op (De Eetbrief, mei 1995). Dit controversiële echtpaar heeft niet het minste respekt voor de klassieke voedingsleer en verkondigt vreemde dingen. Een voorbeeld : “In welke vorm je ze ook eet, hoe smakelijk ze ook zijn, als je melkprodukten eet, krijg je de inborst van een koe. ” (p.129). En nog : “De leeuw eet geen aardappelen bij de zebra. Dieren in de natuur kombineren hun voedsel niet verkeerd. Ze eten één soort voedsel tegelijk”. (p.73). De Diamonds beschouwen hun dieet als een levenslang gezondheidskontrakt. En dat is gevaarlijk. De teoretische basis van hun werk is niet korrekt. De praktische tips leveren op lange termijn bepaalde tekorten. Specialisten raden deze metode af.

“Dit boek is in staat uw omvang te verminderen… en zorgt ervoor dat u snel en verantwoord afvalt daar waar u dat wilt”, belooft de cover van Twee maatjes kleiner in drie weken (De Kern, 1995, 590 fr.). Judith Wills (auteur van Een platte buik in 15 dagen, De Kern, 1990) kombineertdieettips met oefeningen. Een lovenswaardig uitgangspunt. Toch twee bedenkingen. Alle goede bedoelingen ten spijt, wie met Wills in zee gaat, neme drie weken vakantie. En ten tweede, van maat 44 naar 40 gaat nog, maar wat met alles dat daarboven zit ? De foto’s die de oefeningen van Judith Wills illustreren, tonen iemand die helemaal niet dik is. Zwaarlijvige mensen zien dit al meteen niet zitten, aldus professor dr. J.P. Deslypere. Het boek zou geloofwaardiger zijn met “echte” voorbeelden. Volgens diëtisten is het trouwens zeer moeilijk om mensen in hun eentje te laten oefenen. Vaak ontbreekt de wilskracht, de plaats om het te doen en de stimulans van de omgeving. Mensen met gewichtsproblemen naar een sportcentrum sturen, heeft ook weinig resultaat. Ze zijn vaak beschaamd voor hun lichaam. Daarom kan dit boekje als leidraad voor een groepje zwaarlijvige mensen die onder begeleiding willen oefenen toch een nuttig instrument zijn. Als het blijft duren ten minste. Judith Wills geeft recepten voor drie weken en een paar onderhoudstips voor daarna. Wie het bekomen maatje 40 graag wil behouden, moet dus zeer goed opletten in de klas.

Ook in Voedselcombinaties in 30 dagen van Kathryn Marsden (De Kern, 1995, 590 fr.) wordt een vrij strak schema gedikteerd. Zo eenvoudig is het niet. Moet je voor dit dieet 30 dagen thuisblijven ? De instrukties vragen nogal wat organizatietalent. In dit werkje (in andere trouwens ook) is bijvoorbeeld sprake van ongewone ingrediënten : maanzaad, lijnzaad, zonnebloempitten, om maar enkele te noemen. Niet iedereen kan foutloos experimenteren met nieuwe kombinaties en vervangingsprodukten. Blijven alle noodzakelijke voedingsstoffen (vitaminen, mineralen en spoorelementen) dan nog wel aanwezig ? En waar kun je deze nieuwe voedingsstoffen vinden ? Professor dr. J.P. Deslypere : “Mensen moeten niet nog meer op hun voeding gefixeerd geraken. Dat kan onmogelijk de bedoeling zijn van een goed en suksesrijk dieet. Zwaarlijvige mensen moeten op hun gemak worden gesteld eerder dan dat ze met ingewikkelde kombinaties en vragenlijsten worden gekonfronteerd. Dieetboeken moeten mensen niet neurotisch maken. ” De belangrijkste vraag is echter of een dieet dat resultaten bereikt zonder beperking van kilokalorieën, op lange termijn wel zo gezond is. Kathryn Marsden beroept zich iets te veel op de (ongekontroleerde) ervaring met allerlei kombinatiediëten.

Een truuk die ook door dokter Atkins wordt toegepast. De oude formule van de dieetgoeroe is te boek gesteld in Dr. Atkins’ nieuwe dieetrevolutie (M&P, 1993, 715 fr.). Volgens Atkins zijn koolhydraten schadelijke voedingsstoffen. Deze dikmakers verhinderen zelfs dat de eigen vetreserves worden verbrand. Zetmeel, peulvruchten, fruit, en melk zijn taboe. Vlees, vis, vleeswaren, boter en olie mogen onbeperkt. Het dieet bevat zoveel vet dat het op lange termijn helemaal uit evenwicht raakt. Professor Deslypere : “Dit dieet is aantrekkelijk want men mag eten wat men wil, als het maar geen koolhydraten zijn. Het bevat echter zo veel vet dat het de kans op hart- en vaatziekten verhoogt, de waterhuishouding verstoort en kan leiden tot gezondheidsproblemen zoals dehydratatie, vermoeidheid en zelfs hartritmestoornissen. Het moet worden afgeraden, er zijn andere diëten die wel gezond en evenwichtig zijn. “

Hetzelfde geldt voor Het Hay-dieet. Een verantwoorde voedingscombinatie (De Driehoek, 1991, 550 fr.) en Het combinatiedieet. Complete menu’s gebaseerd op de befaamde Dr. Hay-metode (Zuidnederlandse Uitgeverij, 1993, 450 fr.).

Professor dr. J.P. Deslypere : “Ontstaan in het brein van dr. Hay die het op zichzelf uitprobeerde en zich goed voelde… Maar mag men deze experimenten veralgemenen ? ” De kombinaties van Hay zijn niet van de poes en het vraagt toch wel enig denkwerk om uit maken wat wel en wat niet samen op één bord kan. Vlees mag niet worden gemengd met aardappelen (waar hebben we dit nog gelezen ?), wat Vlaamse gezinnen vreemd in de oren zal klinken. Volgens Hay mag je ook geen suiker mengen met zuur fruit (waar dient suiker anders voor ?) en kaas eet je nooit met brood en granen. Deze dieetmetode is veel te ingewikkeld, werd nooit op grote schaal uitgeprobeerd en is evenmin wetenschappelijk onderbouwd. Specialisten raden het Hay-dieet af.

Miss Calorie of de Luikse diëtiste Marie-Claire Longtain, geeft in Lekker slank (Lannoo, 1994, 565 fr.) een overzicht van allerlei maaltijdsituaties en stoffeert die met kaloriearme recepten. Het boek bevat ook wat teoretische achtergrondinformatie, maar die is volgens specialisten niet altijd wetenschappelijk gefundeerd. Zo zou afgeroomde melk geen vitaminen meer bevatten en is twee dagen na elkaar vlees eten voor Miss Calorie taboe. Als praktische handleiding voor een stapsgewijs dieet is de informatie te weinig geordend. Miss Calorie verplicht de lezer zelf nog heel wat denk- en rekenwerk te verrichten. Ze vermeldt bijvoorbeeld wel de totale hoeveelheid kilokalorieën per recept maar nooit per ingrediënt. Voor de experimenterende kok is het vaak interessanter wanneer het hele menu wordt opgesplitst. Zeker de grote kalorie-aanbrengers moeten vermeld worden. Wat als je wil variëren of nog een paar extra kilokalorieën wil afknibbelen ? Als ideeënboek voor gezonde (kaloriearme) gerechten en desserten voor het hele gezin is Lekker slank echter best te genieten. Maar dan mag je bepaalde van de beweringen van Miss Calorie niet te letterlijk opvatten.

Zijn er dan geen nuttige, en vooral eenvoudige dieetboeken ? Met korrekte informatie en menu’s op mensenmaat ? Toch wel. Eén komt uit Amerika, een tweede uit Nederland, een derde is Belgisch.

De Weight Watchers houden van afslanken in groep. Wie niet naar vergaderingen kan of wil, moet De complete afslankgids van deze organizatie proberen (Standaard Uitgeverij, 1994, 795 fr.). Dit Weight Watchers-initiatief geeft zeer degelijke basisinformatie en beantwoordt talrijke praktische vragen. Zo vertelt dit boekje welke tussendoortjes je mag eten. De informatie is zeer konkreet en toont duidelijk wat kan en niet kan. Ook de recepten zijn goed uitgewerkt. De auteurs baseren ze op het principe van eenheden, wat een uitgebalanceerd menu mogelijk maakt. Er worden ook lichaamsoefeningen (met aanmoedigende foto’s van suksesvolle Weight Watchers) voorgesteld. Kortom, een helder boek voor mensen met overgewicht.

Hetzelfde geldt voor het 1000-calorieënboek van Bonnie Buurke (Kosmos, Z&K-uitgevers, 1994, 495 fr.). Het bevat teoretische informatie, vermeldt bij de aantrekkelijke recepten het aantal kilokalorieën en staat boordevol ideeën. Wie dieet, kan hieruit plukken en zelf een volledig menu samenstellen tot het gewenste aantal kilokalorieën is bereikt. Het uitgangspunt van 1000 kilokalorieën is echter niet voor iedereen geschikt. Voor sommigen is dit nog te veel, voor anderen veel te weinig. In overleg met een diëtist is dit echter een zeer goed dieetboek. Voor individuele kalorieëntellers een gezond kookboek.

Ten slotte is er ook nog de Praktische Gids : Vermageren, de nuchtere aanpak (Testaankoop, 1994, 495 fr.). De basisfilozofie van dit boekje is het veranderen van bestaande (foutieve) eetpatronen. Het geeft bovendien een kritisch overzicht van dieetmetoden en scheidt daarin het kaf van het koren. De samenstellers wijzen op te mijden (gevaarlijke) diëten. Het boekje bevat verder praktische tips voor korte (enkele kilo’s) of langdurige (heel veel kilo’s) diëten en verschaft duidelijke informatie. Het is een nuttig instrument dat nog meer vruchten zal afwerpen wanneer tegelijkertijd het advies van een diëtist wordt ingewonnen. Dat geldt overigens voor alle dieetboeken. Deze Praktische Gids geeft ook enkele 1000 kilokalorieënrecepten en verwoordt een nuchtere aanpak over de hele lijn. Een streefdoel van 600 tot 800 gram gewichtsverlies per week lijkt ons perfekt haalbaar !

Een afzonderlijke kategorie zijn de gezonde kookboeken. Daarin viel ons bijvoorbeeld het boekje Gezond met vlees (Kosmos, Z&K-uitgevers, 1993, 360 fr.) op. Lekker en gezond zijn goed te kombineren, aldus de auteurs, en ze bewijzen het met vleesrecepten voor smulpapen die kalorieën tellen. Tegelijkertijd geven zeteoretische info over vet, cholesterol en andere stoorzenders in de voedselketen, beklemtonen de noodzaak van variatie en vermelden in een duidelijk overzicht het vetgehalte van vlees en vleeswaren. Interessant en mooi voorgesteld. Een aanrader voor vleeseters die hun gewicht in de gaten houden.

Tot slot vermelden we ook nog de Eetbrief, de RUG-nieuwsbrief over gezond en lekker eten (Uitgeverij Biblo, 12 nummers per jaar, 3350 fr.). Deze coproduktie van de Gentse Universiteit en het Universitair Ziekenhuis Gent brengt naast zeer leesbare wetenschappelijke informatie over de relatie gezondheid en voeding, ook elke maand enkele Eetbriefrecepten. De eetbrief is lektuur voor mensen die begaan zijn met hun gezondheid en graag weten welke rol hun voedingsgewoonten daarin spelen. Misschien aan de dure kant en ook iets te gespecializeerd voor het grote publiek. Volgens de samenstellers getuigt de herkomst van de lezersbrieven echter dat iedereen deze nieuwsbrief kan lezen en verteren. Hoe dan ook, deze publikatie is onmisbaar op de boekenplank van diëtisten en biblioteken.

Een ernstig dieet heeft meer kans op slagen met advies en begeleiding van een deskundige. Zoek je een diëtist(e) in je buurt, dan kun je terecht bij de Belgische Vereniging van Vlaamse Diëtisten. tel. (02) 380.80.98.

Een verstandig dieet biedt voldoende afwisseling en zorgt voor een voldaan gevoel ondanks de beperkingen. Een streefdoel van 600 tot 800 gram gewichtsverlies per week is perfekt haalbaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content