Made in China: hoezo, allemaal brol?

© iStock

China kampt met zeer veel vooroordelen: lage kwaliteitsnormen, niet vies van plagiaat, goedkoop. Maar klopt dat allemaal wel? Zes ervaringsdeskundigen vertellen. ‘Het vakmanschap hier in China is echt straf.’

Frédéric Gooris

Ontwierp de Escape, een rolkoffer met elektriciteit genererende wieltjes, die eerder dit jaar werd bekroond met een Henry Van de Velde Award. Zijn Studio Gooris is gevestigd in Hongkong.

‘Ik ben van Milaan naar Hongkong verhuisd na de financiële crisis van 2008. Mijn vrouw is van hier. We hebben elkaar leren kennen in Italië. Zij werkte er als merchandiser in de modesector. Ik was net beginnen werken voor Alessi. Dat was een droom die werkelijkheid werd. Ik twijfelde of mijn vertrek uit Milaan wel een goede zaak was. Tot bleek dat Alessi net een aantal licentieovereenkomsten had gesloten voor de Chinese markt en dat ze iemand ter plekke zochten om zich daarover te buigen. Ik heb onmiddellijk veel opdrachten gekregen. Dat heeft me enorm geholpen.’

‘De loonkosten in China blijven stijgen. Daardoor zijn de fabrieken internationaal minder competitief dan vroeger. Er wordt almaar meer uitgeweken. Naar Vietnam, naar Bangladesh. Voor de Chinese ondernemers zijn er twee opties: fabrieken beginnen in lagelonenlanden, of zelf producten ontwikkelen en eigen merken opzetten. Ze hebben de nodige knowhow verworven van hun internationale opdrachtgevers en ze zijn bereid om te investeren in research en ontwikkeling. In veel fabrieken is intussen de tweede generatie aan de macht. Die heeft bijna zonder uitzondering in het buitenland gestudeerd. Rollogo, dat onze Escape op de markt heeft gebracht, is een nieuw merk, maar er zit wel een gevestigde fabriek achter.’

Made in China: hoezo, allemaal brol?
© Leen Van Hulst

‘Als Europese designers hebben we nu nog een voordeel. Dat blijft niet duren. Maar hoe meer goede designers er zijn, hoe beter dat is voor de industrie. Want dan worden er minder prullen gemaakt. Concurrentie verplicht je om ook zelf beter te worden.’

‘Het is een interessant moment. De situatie is vergelijkbaar met de periode na de Tweede Wereldoorlog in Italië, toen de meubelfabrikanten design in de mix gooiden om competitief te blijven. De moderne designindustrie is toen ontstaan. In China gebeurt nu min of meer hetzelfde, alleen op grotere schaal. Alles is gebaseerd op rechtstreekse verkoop aan de consument, zonder tussenschakels. Zo zijn de prijzen competitiever. Merken als Huawei of Haider zijn koplopers. Maar er zijn veel andere, vaak heel goede merken die nu opkomen. Het is gewoon een kwestie van tijd voor die merken beginnen te exporteren.’

Boris Vervoordt

Zoon van de bekende kunsthandelaar en decorateur Axel, opende in 2011 een galerie in Antwerpen. Drie jaar later was de tijd rijp voor een Aziatische vestiging en opende hij de deuren van Axel Vervoordt Gallery in Hongkong. Onlangs verhuisden ze naar een veel groter pand in een hippere wijk.

‘Vijf jaar geleden beleefde Hongkong een momentum in de kunstwereld. Veel grote internationale galeries openden er een vestiging en de eerste Hongkong-editie van Art Basel ( ’s werelds belangrijkste hedendaagse kunstbeurs,red.) vond plaats. Ook wij sprongen op de kar. Vooral om onze kunstenaars meer visibiliteit te geven in Azië. En Hongkong is een ideale locatie, omdat het letterlijk gebouwd is om handel te drijven.’

‘Mijn vader is al bijna zijn hele leven geïnteresseerd in oosterse filosofie. Door die bril kijkt hij ook naar westerse kunst. De brug van West naar Oost was dus altijd al aanwezig in ons bedrijf. Dankzij de galerie in Hongkong is er ook een brug van Oost naar West en dat is heel verrijkend. Als galeriehouder vind ik het educatieve aspect heel belangrijk. In Hongkong is dat luik nog belangrijker, omdat veel westerse kunstenaars er nog niet zo bekend zijn.’

Boris Vervoordt
Boris Vervoordt© Leen Van Hulst

‘We openden de galerie in het stadscentrum. Maar na een tijd wilde ik er weg. We zaten in een toren waar je eerst je nagels kunt laten doen, dan gaan fitnessen, lunchen, een jurk kopen en daarna nog wat schilderijen shoppen. Dat is niet de wereld waarin ik graag leef. Bovendien was onze locatie te klein aan het worden en zijn de huurprijzen in Central buitensporig. Sinds maart zit de galerie in een voormalig pakhuis in Wong Chuk Hang, een buurt waar veel creatieven wonen en jongere galeries zitten.’

‘Sinds we de galerie in Hongkong openden, bleef de kunstscene groeien. Er gingen verscheidene musea en nog meer galeries open. Maar kunstenaars zelf vind je er niet. Het ontbreekt aan ondersteuning en betaalbare atelierruimtes. Een groot gemis, want kunst is onderdeel van de maatschappij. Zeker wanneer die in verandering is zoals momenteel in Hongkong. Ik kan enkel hopen dat de protesten een betere culturele uitwisseling op gang brengen. En een kunstscene waarin het niet enkel om geld draait.’

Dirk Wijnants

Designer en entrepreneur. Naast het runnen van zijn eigen bedrijf Extremis is hij ook verantwoordelijk voor de opleiding productdesign in het Shanghai Institute of Visual Arts (SIVA).

Hoe heeft China je het meest verrast?

‘Chinezen hebben een compleet andere manier van denken. Het individuele belang is ondergeschikt. Het antwoord nee bestaat gewoon niet. De taal is hels moeilijk. Ik kan heel snel zien of iemand al dan niet een tijd buiten China verbleef. Er is veel lelijkheid, maar tevens overdonderende schoonheid.’

Dirk Wijnants
Dirk Wijnants© Leen Van Hulst

Hoe zit het met creativiteit in China? Kunnen we spreken van Chinees design? Of wordt er toch nog vooral gekeken naar het Westen?

‘Creativiteit is onbestaande, uitzonderingen bevestigen wel de regel. Als ik 18-jarigen zie binnenkomen in onze opleiding moet ik ze eerst ‘openbreken’. Ze zijn gewend om gewoon te aanvaarden wat hun verteld wordt zonder daarbij dingen ter discussie te stellen. Zo kunnen ze nooit een goede ontwerper worden. Ik haal ze uit hun comfortzone en verplicht ze kritisch te denken.’

Wat kunnen wij leren van China?

‘We hebben geen idee van de kracht van het land en de impact van grote getallen. China versterkt zijn greep op de wereld op een omvangrijke manier en dat kunnen we niet meer stoppen. Het resultaat van die greep is heel veel brol. Dat probeer ik ter plaatse te veranderen. Mijn motto blijft: if you can’t beat them, join them! Je kunt kritiek hebben op het gebrek aan democratie, maar geef toe: als ze een heikele kwestie moeten aanpakken, dan doen ze dat gewoon. Zo kunnen zij ecologische problemen daadkrachtig van antwoord dienen. Ons lukt dat hier nooit.’

Ann Demeulemeester

Ruilde eind 2013 het helse ritme van de mode voor slow design in de luwte. Al die tijd werkte ze aan een designcollectie voor de gedekte tafel. De handgeschilderde borden worden met engelengeduld gemaakt in China, de bakermat van het porselein.

‘Ik ben een echte maker. Vroeger boetseerde ik zelf de hakken van mijn schoenen. Toen al had ik de stille wens om daar iets meer mee te doen, maar het ontbrak me aan tijd. Na een paar jaar experimenteren in mijn atelier, had ik een complete collectie opgebouwd. Axel Van den Bossche van Serax wilde mijn collectie graag uitbrengen, ik wilde het project een kans geven op voorwaarde dat het product helemaal was zoals ik het zag.’

Ann Demeulemeester
Ann Demeulemeester© Leen Van Hulst

‘Aanvankelijk heb ik porseleinfabrieken in Frankrijk en Duitsland bezocht. Ik vond dat er weinig energie van uitging. Er werden haast geen nieuwe producten gelanceerd en bovendien waren ze onbetaalbaar. Ik houd van het Bauhaus-principe good design for everyone. Zo zijn we richting China gaan denken, de roots van het porselein. We vonden een atelier, waar volgens eeuwenoude traditie de borden manueel beschilderd worden. Eerst hebben we de vormen, daarna de kleur van het porselein bepaald. Het heeft veel voeten in de aarde gehad voor het resultaat identiek was aan de stukken die ik maak in mijn atelier. Om mijn schildertechniek aan te leren, hadden we een video gemaakt. Ondanks het feit dat er exact op mijn manier gewerkt werd, bleek het resultaat toch anders. Tot ik besefte dat het verschil te wijten was aan het type borstel.’

‘Ik ben onder de indruk van de toewijding waarmee de mensen in het atelier werken en de kwaliteit van hun ambacht. Het is een repetitief werk dat een enorme focus vraagt: één foute penseelstreek en het bord is onbruikbaar. De wil om elk bord perfect te schilderen, spreekt boekdelen over hun beroepseer.’

Kristof Crolla

Professor aan de School of Architecture van de gerenommeerde Chinese University of Hong Kong. Sinds tien jaar leidt hij er ook zijn eigen Laboratory for Explorative Architecture & Design. Crolla werkte eerder als lead architect bij Zaha Hadid in Londen.

‘Er staan 7500 wolkenkrabbers in Hongkong. Alleen miljardairs bouwen hier losstaande woningen. In België begin je als architect vaak met een woning voor je ouders. Daarna volgt je oom. Zo timmer je aan de weg. In Hongkong krijg je als beginnend architect vooral interieuropdrachten.’

‘Hongkong is een belangrijke hub voor de bouwsector, die veel business van Londen en New York heeft afgesnoept. De grote internationale conglomeraten ontwikkelen hier hun commerciële projecten voor China en het Midden- Oosten. De shoppingcenters in de Chinese provinciesteden worden allemaal in Hongkong gepland.’

Kristof Crolla
Kristof Crolla© Leen Van Hulst

‘Er is een groot verschil met het Chinese vasteland, waar de rol van de architect minder gewaardeerd wordt. De projectmanager heeft daar veel meer inspraak. De verloning ligt ook lager. Tussen 2000 en 2010 gingen veel prestigieuze projecten in China naar internationale architecten, maar die gouden periode is intussen voorbij. Er is een nieuwe generatie op komst, met talent en connecties. Het Westen onderschat dat talent. Er is meer trots dan vroeger, meer zelfrespect. Als expat krijg je niet langer vanzelf een voorkeursbehandeling. Dat je uit Europa komt, opent geen deuren meer. Tenzij je een Pritzker Prize op zak hebt.’

‘Ik las deze zomer China’s New Normal, het boek van de Belg Pascal Coppens over hoe China de standaard bepaalt voor vernieuwing op allerlei gebieden. In China zijn er veel minder dokters dan bij ons. Maar met datamonitoring kunnen ze wel sneller patiënten evalueren. In Europa wordt de technologische vooruitgang soms geremd omdat we bang zijn voor onze privacy. Zo raken we achterop.’

Cas Moor

Startte een jaar geleden een Chinees meubelmerk, Viaform genaamd. Intussen is hij bezig met de lancering van een tweede.

Een Belg die een Chinees merk begint. Hoe kom je erop?

‘Ik startte Viaform samen met drie Chinese vennoten. Ik kwam heel toevallig met hen in contact via een oud-docent. Toen ze me vertelden dat ze een nieuw merk wilden starten, was ik meteen enthousiast. Meestal werk je als ontwerper onder een licentie: je levert het ontwerp en het label doet de rest. Nu ben ik veel meer betrokken. Een ongelooflijke leerschool.’

Hoe diep is de cultuurkloof?

‘Zonder mijn Chinese vennoten was het nooit gelukt. Natuurlijk is er de taal en de cultuur. Maar in China wonen mensen kleiner en dus zoeken ze kleinere meubelen. Daar moet ik als ontwerper echt rekening mee houden. Maar het opvallendst is de wispelturige markt. In Europa zijn we gewend aan merken die jarenlang bestaan, vaste waarden. Terwijl ze in China veel sneller stoppen en iets nieuws lanceren als de markt verandert of als ze nieuwe opportuniteiten zien. Zonder dat ze dit beschouwen als falen. In september 2018 presenteerden we Viaform. We verkochten aanvankelijk zeer goed, maar na een tijdje zakte dat in. Heel gauw besloten mijn vennoten om een nieuw merk te starten met een ander DNA. Zij staan in voor de businesskant, dus volg ik hen. Maar voor mij voelt het echt vreemd aan.’

Cas Moor
Cas Moor© Leen Van Hulst

Wat is de insteek van je nieuwe merk?

‘Viaform speelde vooral in op het lokale vakmanschap: massief houten meubelen met complexe traditionele houtverbindingen. Het vakmanschap hier in China is echt straf. Qua stijl was het warm Scandinavisch. Omdat het hogere segment klop krijgt, mikt ons nieuwe merk op het lagere middensegment, een bredere doelgroep. De look is moderner en minimalistischer. We blijven wel vasthouden aan de combinatie van online- en offlineverkoop. Net zoals de twee Viaform-collecties die ik heb ontworpen, zal ook deze lijn zo’n zestien stukken tellen, waaronder tafels, stoelen en kasten. We willen lanceren in juni 2020. De naam? Die blijft nog even geheim.’

Niet bang dat het misloopt?

‘Zekerheid heb je nooit. Zeker niet in China. Het blijft gissen naar de slaagkansen van een merk. Maar ik zou het mezelf niet vergeven als ik het niet probeer. Dit Chinese verhaal is een gedroomde leerschool. En een fijne afwisseling met mijn werk in België. We starten het tweede merk met de winst uit Viaform. Dus als het misloopt, heb ik geen financiële kater. Alleen mijn eigen tijd die ik er heb in gestoken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content