Het museum van het voormalige Nazi-vernietigingskamp van Sobibor, in het oosten van Polen, moet sluiten wegens acuut geldgebrek.
Het museum heeft jaarlijks zo’n miljoen zloty (ongeveer 250.000 euro) nodig, maar heeft dit jaar slechts 420.000 zloty van de regionale overheid ontvangen, laat woordvoerder Marek Bem van het museum weten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam in het kamp Sobibor, in het door de Duitsers bezette Polen, ongeveer een kwart miljoen mensen, vooral Joden, om.
Het kamp haalde de voorbije jaren weer de actualiteit door het proces tegen John Demjanjuk. Die nu 91-jarige, in Oekraïne geboren voormalige kampwachter van Sobibor is in afwachting van een proces in beroep tijdelijk vrijgelaten en verblijft in een verzorgingstehuis nabij München.
Door de gebrekkige financiering is het personeelsbestand in het museum gehalveerd, waardoor de collectie niet meer tentoongesteld kan worden en geen rondleidingen meer kunnen gehouden worden.
Bedoeling was dat het complex in 2012 een staatsmuseum zou worden, bezoldigd door het museum van Cultuur. Overleg hierover met het ministerie heeft niets opgeleverd waardoor Sobibor nu gedwongen is de deuren te sluiten.
Sobibor trekt jaarlijks ongeveer 20.000 bezoekers.
