Rembrandtjaar komt goed op gang: Rijksmuseum toont voor het eerst alle Rembrandts uit eigen collectie

© Rijksmuseum

In het Rijksmuseum in Amsterdam opent vrijdag 15 februari de tentoonstelling ‘Alle Rembrandts’, meer dan waarschijnlijk de belangrijkste van de negentien exposities die dit jaar bij onze Noorderburen zijn gepland ter gelegenheid van het tweede Rembrandtjaar op vijftien jaar tijd.

Werd in 2006 de 400ste verjaardag van de geboorte van de Barokmeester herdacht, dan is het nu de beurt om de 350ste verjaardag van diens dood in de verf te zetten. Voor zijn expo hoeft het Rijksmuseum niets te importeren: het stelt al zijn schilderijen (22) en al zijn tekeningen (60) tentoon, plus een selectie van ruim 300 van de 1.300 etsen van Rembrandt van Rijn waarover het beschikt. Het enige echt ‘nieuwe’ zijn twee huwelijksportretten uit 1634 die zestien maanden lang in handen van restaurateurs zijn geweest.

De opener van het Rembrandtjaar is ‘Alle Rembrandts’ niet. Die eer was weggelegd voor het Mauritshuis in Den Haag, waar prinses en ex-koningin Beatrix een week eerder de expo ‘Rembrandt en de Gouden Eeuw’ opende.

Grootste trekpleister

‘Alle Rembrandts’ wordt met zekerheid de grootste trekpleister van het uitgebreide aanbod, maar Amsterdam loopt sowieso al overvol met toeristen, waardoor geprobeerd zal worden om de buitenlandse kunstliefhebber ook warm te maken voor andere Nederlandse steden. Overigens is het het Mauritshuis geen vreemde omgeving voor Rembrandt; onder andere zijn beroemde ‘Anatomische les van Dr Nicolaes Tulp’ maakt er deel uit van de vaste collectie.

Voor ‘Alle Rembrandts’, verspreid over negen grote zalen in de Philipsvleugel, koos het Rijks niet voor een chronologische, maar voor een thematische indeling. De drie grote happen zijn: de zelfportretten, Rembrandt en zijn omgeving en Rembrandt als verhalenverteller. Door zijn werk thematisch op te delen, zei Gregor Weber van het Rijks aan de artnewspaper, ‘zien we niet alleen Rembrandts vakmanschap, maar ook hoe hij telkens naar dezelfde onderwerpen terugkeert (…) hij herhaalt op een andere manier, in een ander medium’.

De zelfportretten dateren vooral, maar niet exclusief, uit zijn periode als jongere kunstenaar, te beginnen met ‘Zelfportret als Jonge Man’ uit 1628. Rembrandt is wellicht de kunstenaar uit de hele geschiedenis die het meest, het diepst en het gevoeligst naar zichzelf heeft gekeken. Maakte hij de meeste zelfportretten als jongere, zijn bekendste portret maakte hij in 1661, waarin hij zichzelf afbeeldde als de apostel Paulus. Maar om dat werk te zien, moet U naar sectie drie.

In de tweede sectie staat de omgeving van de meester van het clair-obscur centraal. Als jonge kunstenaar bestond die vooral uit zijn moeder, zijn familie en zijn vrienden. Beroemd is het portret van zijn vrouw Saskia van Uylenburgh (1612-1642), ziek te bed liggend. Saskia stond wel vaker model voor haar man. Maar Rembrandt keek wel degelijk verder dan zijn gezinsneus; ook bedelaars, straatartiesten, zwervers en acteurs, het landschap en de stad Amsterdam boeiden hem mateloos. In deze sectie vindt de leek uiteraard hét bekendste werk van Rembrandt, ‘De Nachtwacht’, terug.

De derde sectie groepeert werken waarin Rembrandt zich manifesteert als begenadigd verhalenverteller. Het onderwerp dat hem het nauwst aan het hart lag, was de Bijbel, vooral dan het Oude Testament. Onder andere het op dat Oude Testament gebaseerde ‘Joodse Bruidje’ (ook bekend als ‘Isaac en Rebecca’, gemaakt in zijn laatste levensjaren) hoort hier thuis, samen met ‘Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem’ (1630) en ‘De verloochening van Petrus’ (1660).

Lang leve Rembrandt

‘Alle Rembrandts’ loopt tot 10 juni. Maar ook dan is het Rijksmuseum nog niet uitgevierd: vanaf 15 juli begint de expo ‘Lang leve Rembrandt’ (werken geïnspireerd door de meester van de Hollandse Gouden Eeuw) en, vooral, vanaf 11 oktober loopt de dubbeltentoonstelling ‘Rembrandt-Velazquez’.

Op de dag dat ‘Alle Rembrandts’ opent, start, waar anders dan in het Rembrandthuis, onder de titel ‘Rembrandt social network’ de eerste van drie tentoonstellingen die het museum aan zijn naamgever wijdt.

De andere kunstgebeurens boven de Moerdijk gewijd aan Hollands bekendste schilder (samen met Van Gogh), draaien telkens rond andere thema’s, kwestie van, zo schreef het NRC Handelsblad, een soort ‘Rembrandtvermoeidheid’ te voorkomen. In een fiks aantal steden wordt die angst voor het teveel vermeden door het Rembrandtjaar open te gooien naar de hele Gouden Eeuw, met bijvoorbeeld de focus op tijdgenoten als Pieter de Hooch of Frans Hals.

De grootste Rembrandt-expo buiten Nederland wordt op 25 juni in Madrid aangesneden. Het Prado pakt dan uit met de tentoonstelling ‘Velazquez, Rembrandt, Vermeer: Related views in Spain and Holland’. Maar voorlopig is het voor Rembrandtliefhebbers in Amsterdam, zo dichtbij en toch zo ver, te doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content