Vrije Tribune
‘Een duurzame toekomst? Als iedereen voortdurend naar elkaar wijst, zal er niet veel veranderen’
‘Al zo lang ik mij kan herinneren, hoor ik mensen zeggen dat één passagier minder er niet voor zal zorgen dat vliegtuigen niet opstijgen’, schrijft Jasmien Vandermeeren. ‘Toch kunnen we ook als consument veel doen.’
Binnenkort werk ik tien jaar in de milieusector, en dat heb ik altijd als een zegen en een vloek beschouwd. Een zegen omdat het mij de kans geeft om in de bres te springen voor het milieu, een vloek omdat iedereen die met het milieu bezig is extra gevoelig is voor misbruiken. Ik noem het wereldpijn. Soms voel ik mij een politieagent die overal waar hij kijkt overtredingen ziet.
Er is natuurlijk hoop, als ik denk aan het feit dat er wellicht nog nooit zoveel mensen met het milieu begaan waren als nu het geval is. Vroeger werden bossen omgehakt ‘omdat een boom nu eenmaal ook de functie heeft om gekapt te worden’, tegenwoordig laat de burger dat niet over zijn kant gaan. Wanneer er nog maar eens bos verloren dreigt te gaan, om plaats te maken voor bedrijven, staan er nu mensen klaar om dat aan te vechten.
Maar even vaak voel ik wanhoop of cynisme. Zo was ik laatst op een ‘high level’ conferentie over duurzaam toerisme, waarvoor de organisatoren 300 euro inkomgeld vroegen. Zelfs een kind kon zien dat de high-levelorganisatie er niet in geslaagd om op ‘low level’ – namelijk de conferentie zelf – de eigen principes in de praktijk te brengen. Te beginnen met de locatie zelf, en dat terwijl er in Brussel zoveel hotels en meetingruimtes met een Green Key of een ander ecolabel zijn.
Een duurzame toekomst? Als iedereen voortdurend naar elkaar wijst, zal er niet veel veranderen
Bij aankomst kreeg ik een plastic brochure in mijn handen geduwd en werd naar de ruimte geloodst waar de versnaperingen stonden. Apart verpakte snoepjes, appels, bosbessen, aardbeien, ananas, bananen… Ik zocht even naar iets dat de naam ‘duurzaam’ waardig was maar vond niets. Geen seizoensfruit, dus alles wat er lag was ofwel ingevlogen ofwel lange tijd opgeslagen in frigo’s.
Nog goed dat ik er niet was voor de versnaperingen, maar wel voor de ontmoeting met gelijkgestemden en met de ongetwijfeld sterke sprekers die het inschrijvingsgeld zeker zouden rechtvaardigen en me met een karrenvracht aan inspiratie naar huis zouden sturen.
Op mijn plaats lagen al een blocnote, plastic balpen, een papieren onderlegger, twee papieren onderzetters met glas klaar die mij er alvast moesten van overtuigen dat hier een serieuze conferentie zou doorgaan. Ik zorgde ervoor dat mijn glas de papieren onderleggers niet raakte, of anders zou al dat papier na afloop in de vuilnisbak belanden.
Elk spoortje van gebruik rechtvaardigt namelijk zo’n tsunami aan afval achteraf. Ik dacht terug aan de verpleegster die mij na mijn bevalling vertelde dat ze alles moesten weggooien wat ongebruikt was op mijn dienblad – ongeopende suikerzakjes, melkcups, roerstokjes. Dat was ‘het beleid’ en ik weet zeker dat ze het in hotels ook durven doen omdat het gemakkelijker is dan het gebruikte van het ongebruikte te sorteren.
Naast het feit dat er vijftien man en een paardenkop was – ik tel hier de zes sprekers van de dag mee – bekroop mij langs alle kanten een gevoel van hopeloosheid. Daar rond de tafel zaten een schare intelligente, goedbedoelende mensen die de mond vol hadden van een duurzame toekomst voor de toeristische sector. Die toekomst neigde voor velen aan tafel eerder naar ‘duurzame groei’ en minder naar de volgens mij broodnodige grenzen aan de groei. Dat kon ik hen nog vergeven, want een gastspreker als TUI airlines zal je niet overtuigen dat ze moeten stoppen met investeren in economische groei. Zoals ook af te leiden was uit de recente reportage van Pano over vliegreizen staan duurzame ambities nogal haaks op het groeimodel van de luchtvaartsector. Zolang er nieuwe afzetmarkten worden gevonden, zal er gevlogen worden, zeker als er nauwelijks taksen betaald moeten worden.
Je zou als bedrijf wel gek moeten zijn om de jarenlange deregulering van de luchtvaartsector plots in vraag te stellen. TUI biedt een deel ‘faire’ vluchten aan en belooft om 10% van zijn voetafdruk te verlagen, wat voor zo’n gigantisch bedrijf toch iets betekent, al zouden ze met hun winsten volgens mij nog zoveel meer kunnen doen.
Nog voor de middag was een spreker van de Europese koepel van vakantiewoningen er bovendien in geslaagd om het overaanbod van kortetermijnovernachtingen in steden af te doen als een goeie zaak. Volgens hem betekenden de hogere huurprijzen die daaruit voortvloeiden voor locals juist een vooruitgang voor steden, want zo konden er meer projectontwikkelaars worden aangetrokken en dus op termijn nog meer huizen gebouwd worden.
Het individu wijst naar de schuldigen boven hem en het management wijst naar de consument. Zo gaat dat toch al jaren?
De afgevaardigde van een klein stadje uit Ijsland, dat erg te lijden heeft onder het toerisme rond Reykjavik, verslikte zich bijna in zijn niet-fairtrade koffie. Wie denkt dat enkel het milieu bedreigd wordt door een doorgedreven focus op de groei, heeft het fout. Gekapte bossen compenseren en bomen opnieuw aanplanten in natuurreservaten: het zijn allemaal technieken die ook op mensen toegepast worden, als het maar geld opbrengt. Wie meestapt in dat soort eindeloze groeiverhalen, vraagt zich misschien ook af of het een goed idee is om woonruimte op te offeren aan logementen voor toeristen, en de inwoners van een stad te ‘verplanten’ naar ghetto’s. Niet alleen het milieu, maar ook het leefmilieu staat onder druk.
Ondertussen was het tijd voor de lunch. Voor 300 euro had ik wel wat anders verwacht dan kip en zalm. Iets lokaal of seizoensgebonden was mooi geweest, biologisch of fairtrade misschien, stel je voor. Vegetarisch anders? Want of de zalm nu gekweekt of wild was, echt duurzaam is het allemaal niet.
Wanneer ik de moderator er uiteindelijk op aansprak, wees die met de vinger naar ‘de organisatie’. Het hele verloop illustreerde treffend de catch 22 van heel wat sectoren. Het individu wijst naar de schuldigen boven hem en het management wijst naar de consument. Zo gaat dat toch al jaren?
Feit is dat die allebei verantwoordelijk zijn voor verandering: de consument, de manager in een hotel of de organisator van een conferentie kan door zijn nadrukkelijke vraag om duurzame producten zorgen voor een duurzaam aanbod, de overheid kan reguleren zodat het duurzaam aanbod laagdrempelig, bereikbaar en aantrekkelijker wordt. Maar als iedereen alleen maar naar elkaar wijst, zal er niet veel veranderen.
Al zo lang ik mij kan herinneren, hoor ik mensen zeggen dat één passagier minder er niet voor zal zorgen dat vliegtuigen niet opstijgen. Toch is het omgekeerde blijkbaar wél waar: individuen die zonder aarzelen het vliegtuig nemen, hebben er traag maar gestaag voor gezorgd dat de luchtvaart de grootste boomende sector ter wereld is geworden, met ‘recordwinsten’ in 2017 en 2018.
Individuen hebben dus ook macht, en met kleine beslissingen kunnen ze samen een grote impact kunnen hebben.
Luchtvaartmaatschappijen weten dat individuen wél tellen en dat wimperslagen van de avant-garde kunnen zorgen voor massale verandering. Als een elite van rijken lang genoeg het voortouw neemt en haar lobbyisten afvaardigt om de luchtvaart zelfs vrij te stellen van belastingen, zal de massa volgen.
Iedereen naar Laos, Cambodja en Vietnam! Dat was ooit een verre droom, vandaag zijn de bestemmingen een Instagram-cliché.
De impact van de luchtvaart op het milieu en het klimaat is enorm. Daar hebben ook individuen voor gezorgd, samen met de luchtvaartmaatschappijen natuurlijk. Het is net zoals de files, die bestaan uit individuele personen die elk in hun wagen zitten. Ook daar wijzen we steeds naar ‘de ander’, maar de file, dat zijn wij.
Als consument kunnen we duizelingwekkend veel doen. Als vandaag 10.000 mensen beslissen om deze zomer niet meer te vliegen – in navolging van de geweldige campagne Zomer zonder Vliegen – dan zullen er daadwerkelijk héél wat vliegtuigen niet opstijgen én zal er hopelijk ook een collectieve mentaliteitswijziging rond vliegen ontstaan. Die campagne is nota bene opgestart door een handvol individuen, mensen zoals u en ik die het roer of de stuurknuppel in eigen handen namen.
Individuen hebben dus ook macht, en met kleine beslissingen kunnen ze samen een grote impact hebben. Zoals de keuze om niet het vliegtuig te nemen, of zoals de keuze voor een duurzame lunch en een duurzame locatie voor een conferentie over duurzaamheid.
Al die individuen beïnvloeden weer zoveel anderen met hun dagelijkse keuzes, met kleine acties. Als we dat maar wat meer zouden inzien.
Jasmien Vandermeeren werkt rond verschillende duurzaamheidscampagnes in de milieubeweging, en schrijft over klimaat en duurzaamheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier