Luzern
Honderdvijfentwintig jaar al voert een tandradspoor naar de top van de Rigi aan het Vierwoudstedenmeer. Van daaruit kan je bij helder weer half Zwitserland overschouwen.
Over de Reuss in Luzern ligt een nagelnieuwe Kapellbrücke. De historische houten brug -kunnen we ze eigenlijk nog de oudste in Europa noemen? – werd volledig heropgebouwd na de fameuze brand in ’93, die het wereldnieuws haalde.
Luzern is de enige stad aan het Vierwoudstedenmeer en meteen ook de toegangspoort bij uitstek tot het omringende gebied. Van daaruit kan je met de bus, of met een van de bootdiensten, die alle plaatsen langs het meer verbinden, alle kanten uit.
Luzern ligt net op het punt waar het water van de Vierwaldstätter See weer afvloeit in de Reuss. Wie aan het andere eind van de See de rivier stroomopwaarts zou volgen, zou uiteindelijk bij de Sint-Gotthardpas uitkomen.
De bonte veelheid van bloemen, in de tuinen of gewoon wild aan de straatkant, prikkelt de zintuigen wanneer je door de stad wandelt. Vanaf de vestingmuur Museggmauer kun je niet alleen de stad overschouwen, maar krijg je een prachtig zicht op het meer en de bergtoppen rondom. Met uitzondering van de Pilatus reiken ze niet hoger dan 2000 meter. Dit is de rand van het Alpengebied, aan de andere kant van Luzern begint het lagere en dichter bevolkte Mittelland.
Geografische en verkeersgeschiedenis
In de Denkmalstrasse kom je meer te weten over de geografische geschiedenis van Luzern en omstreken. Ooit sleten smeltwaterstromen van een ijstijdgletsjer hier tot acht meter diepe trechters in de ondergrond. In 1872 werd de eerste daarvan door een zekere Amrein-Troller ontdekt, toen hij zijn wijnkelder wou uitgraven. Deskundigen legden nog meer van die gletsjermolens bloot en het geheel werd een beschermd natuurmonument.
Het Verkehrshaus in Luzern behandelt op zijn 24.000 m² tentoonstellingsruimte alle ontwikkelingen in verkeer en communicatie van de laatste twee eeuwen. En de museumbeheerders blijven niet bij de pakken zitten. De collecties worden voortdurend geactualiseerd, nieuwe attracties moeten het volk blijven lokken. Interessant, zeker, maar Zwitserland heeft nog veel meer te bieden.
Zwitserse Rivièra
Bijzonder aangenaam is het tochtje terug met de Stadt Luzern, één van de raderboten uit de vloot van twintig salonschepen op het Vierwoudstedenmeer. Sinds de vorige eeuw al proberen de Zwitsers toeristisch het maximum te halen uit het meer en zijn omgeving. Als zomerbestemming staat het nog steeds hoog aangeschreven. Vooral bij een publiek dat meer gesteld is op rust en comfort dan op avontuur.
De noordelijke oever van het meer, met zijn subtropische vegetatie, wordt ook wel ‘de Zwitserse rivièra’ genoemd. En voor de vlijtige Zwitsers is het geen punt om in al het nodige te voorzien. De stoomboot legt aan in Vitznau, vlakbij het vertrekstation voor het tandradtreintje naar de Rigi-top.
Koninklijk Rigi
Al in vroegere tijden kreeg de Rigi jaarlijks duizenden bezoekers. Tot in de 18de eeuw waren het vooral pelgrims die naar de bedevaartsoorden Klösterli en Kaltbad trokken. Maar eens kunstenaars de vergezichten van de Rigi gingen bezingen, was het hek van de dam. Van overal stroomden de toeristen toe, keizers en koningen inbegrepen.
Vanaf 1836 brachten de eerste stoomboten hen snel tot aan de voet van de berg, vanwaar ze te paard of in draagstoelen hun weg verderzetten. Het aantal dragers en paardenhouders dat zijn brood hieraan verdiende, nam almaar toe. Tot de concurrentie zo groot werd, dat de prijzen ineenstortten.
Aan het verhaal kwam een einde, toen ingenieur Niklaus Riggenbach zijn tandradspoor mocht bouwen. Zijn ingenieus systeem bestond erin om de locomotief met behulp van een kamwiel over een speciaal middenspoor omhoog te laten trekken. Twee jaar nadat een gelijkaardige verbinding op de Mount Washington in de Verenigde Staten totstandkwam, voltooide hij de eerste tandradbaan in Europa. Tegenwoordig vind je ze op vele plaatsen in Zwitserland.
Het schuine raam in de trein creëert de optische illusie dat in plaats van het treinstel, het landschap beneden scheef staat. Over een afstand van 7 km gaan je van 435 meter naar 1800 meter.
De zonsopgang op de Rigi is een ware openbaring. In de vorige eeuw groeide het evenement van de zonsopgang hier uit tot een cult- en massagebeuren. Om drie uur uur werden de toeschouwers gewekt om ‘het’ mee te maken. Chaotische toestanden moeten er geheerst hebben. Door de beperkte slaapvoorzieningen in het eerste Kulmhaus lagen de gasten tijdens het hoogseizoen tot in de eetzaal en de wandelgangen.
Hoe dan ook, het panorama op de Kulm is koninklijk. Bij helder weer reikt je blik 150 km ver. Daarmee overschouw je een groot deel van de Alpen in het zuiden en het oosten, en kan je in het noordwesten nog de lagere bergkammen van Jura, Vogezen en Zwarte Woud onderscheiden.
Bron: Weekend Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier