Schotland

Voor mooi weer moet je niet in Schotland zijn, maar voor een ruige natuur met op vrijwel iedere heuvel een Middeleeuws kasteel, eeuwenoude tradities en rituelen en een hoofdstad die wordt gedomineerd door een stoere burcht ben je er op de juiste plaats.

Schotland ligt op de noordelijkste punt van het Britse eiland en is aan drie kanten omgeven door zee. Nergens op het eiland, ruim tweemaal zo groot als België, ben je verder dan 100 kilometer van de zee verwijderd. Samen met Wales en Engeland vormt het sinds 1707 Groot-Brittannië, maar de hele geschiedenis van Schotland kenmerkt zich door een aanhoudende strijd met Engeland.

De strijd voor meer zelfstandigheid is de laatste jaren enorm opgebloeid. Eeuwenoude tradities zoals de Highland Games – een volksspel waar sporten als boomstam gooien, hamerwerpen en touwtrekken gespeeld worden – kennen een enorme populariteit. Vrijwel iedere Schot trouwt tegenwoordig in een traditionele kilt, ouders geven hun kinderen Schotse namen en in 1999 kreeg Schotland voor het eerst sinds 1603 weer een eigen parlement.

Schotland ontstond toen Schotten afkomstig uit Ierland zich in hier in de vijfde eeuw vestigden. Ze stuitten daar op de Picten die er al langer woonden. In 840 versloegen de Schotten de Picten en vanaf dat moment vormden ze samen één koninkrijk.

Ruim 800 jaar blijft Schotland onafhankelijk, maar rustig is het er nooit. In Schotland leefden clans – stammen van boeren of herders met een sterke onderlinge band, een eigen strijdkreet, eigen kleding en eigen doedelzakmuziek – die voortdurend strijd voerden met elkaar. En er was de voortdurende concurrentiestrijd met Engeland. Het is juist daardoor dat er op bijna iedere strategische plaats een kasteel staat.

Ondanks de gewelddadige geschiedenis zijn Schotten zeer vriendelijke en gastvrije mensen die graag in één van de vele pubs samen een glas whisky drinken en genieten van het nationale gerecht ‘haggis’, schapenmaag gevuld met slachtafval, lever, meel en ui.

Het Schotse landschap past perfect bij de roemruchte geschiedenis. In het noorden liggen de Scottish Highlands, een gebied met spitse granieten bergen, langgerekte dalen, diepe meren en een grillige rotskust. Dwars door de Highlands loopt de Great Glen Fault, een 150 kilometer lang dal waarin vier grote meren, waaronder het wereldberoemde Loch Ness, als een soort lint achter elkaar liggen.

Je zal verbaasd zijn hoe afgelegen en ongeschonden het landschap hier nog is. Sommige dorpjes liggen zo ver verwijderd van de bewoonde wereld dat ze enkel met een bootje te bereiken zijn.

In het midden van Schotland liggen de Central Lowlands, een laagliggende vallei met mooie meertjes en heuvels. Ten zuiden daarvan liggen de Southern Uplands. Ook hier vind je bergen, maar ze zijn minder hoog, ronder, groener en ogen lieflijker. Hier stromen talrijke visrijke riviertjes door de beboste dalen.

Voor de kust van Schotland liggen ruim 600 eilanden waarvan er 190 bewoond zijn. Ze vormen drie groepen: de Hebriden, de Shetland eilanden en Orkney eilanden. Hoe verder de eilanden van Schotland verwijderd liggen, hoe geïsoleerder en ruiger ze worden.

Het meest toeristische eiland is Skye, dat bij de Hebriden hoort. Het staat bekend om zijn mysterieuze rotsformaties met mooie namen als Old Man of Storr, diepe zeearmen, stille stranden, verlaten dorpjes en schitterende panorama’s. Één nadeel: het is vaak gehuld in mist en mist in Schotland betekent helaas dat je geen hand voor ogen meer ziet.