Geschiedenis
De geschiedenis van Wroclaw begint in de 10e eeuw wanneer koning Boleslaw Chrobry er een bisdom vestigt. De stad heette destijds Vratislavia en was niet groter dan het huidige Ostrów Tumski. Vratislavia groeit snel uit tot een commercieel centrum en begint aan alle kanten uit te breiden, eerst wordt het Wyspa Piaskowa (zandeiland) toegevoegd en vervolgens de linkeroever van de Oder.
In 1163 wordt het de hoofdstad van het graafschap Silesië, maar in 1241 vernietigen de Mongolen de nog jonge stad. Wroclaw wordt opnieuw opgebouwd rond een marktplein, de Rynek. In die tijd komen er veel Duitsers in de stad wonen en zij geven het de Duitse naam Breslau.
De stad bloeit opnieuw op en de handel loopt zo goed dat Wroclaw in de 13e eeuw één van de zogenaamde Hanzesteden, een machtig verband van Duitse en Noord-Europese steden, wordt. In 1335 moet koning Casimir de Grote Silesië afstaan, eerst aan de Tsjechische kroon en vervolgens in 1526 aan het Habsburgse Rijk.
Wroclaw behoudt gelukkig een zekere mate van vrijheid en veel interessante kunstwerken, vooral beelden en schilderijen, die tegenwoordig nog bewonderd kunnen worden, stammen uit die periode.
Wroclaw wordt Breslau
Wroclaw krijgt het tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) en de daaropvolgende cholera epidemie zwaar te verduren. Het handelsverkeer komt volledig stil te liggen. Pas rond de overgang naar de 18e eeuw leeft de stad opnieuw op. De handel begint weer te lopen, er verrijzen talloze barokke en gotische gebouwen en er ontstaan nieuwe voorsteden.
De pret duurt echter niet lang; in 1741 wordt Silesië veroverd door de Pruisen en Wroclaw krijgt officieel de naam Breslau. De economie en cultuur stagneren en er breekt een periode van systematische ‘germanisatie’ aan.
Tijdens de oorlogen met de legers van Napoleon in 1807 worden de stadsmuren volledig met de grond gelijk gemaakt. Het voordeel is dat de stad nu veel meer mogelijkheden heeft om verder uit te breiden en de voorsteden worden bij het stadscentrum gevoegd.
In de 19e eeuw begint, door de afschaffing van de dwangarbeid en het uitroepen van de industriële vrijheid, het kapitalisme toe te slaan in Silesië. Deze ontwikkeling wordt nog versterkt door de opening van een spoorlijn tussen 1841 en 1845. Het betekent tegelijk een flinke toename van het aantal inwoners van Breslau en groeit uit tot één van de grootste steden van het Duitse rijk.
Op 11 november 1918 roept Pilsudski de onafhankelijke Poolse staat uit. De Poolse inwoners van Wroclaw hebben geen stem in het vastleggen van de grenzen van de nieuwe Poolse staat. Ze zijn bovendien zwaar in de minderheid vergeleken met het aantal Duitsers in de stad, mede doordat veel Polen gedwongen moeten verhuizen naar plaatsen die binnen de Poolse grenzen vallen. Wroclaw blijft dus voorlopig Duits.
Opnieuw Pools
Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Wroclaw zwaar te lijden; de eerste bommen vallen in de herfst van 1944 op de stad. De Duitsers zijn op de terugweg van het Oostfront en in Wroclaw proberen ze de Russen tegen te houden.
Wanneer ze uiteindelijk op moeten geven, besluiten ze de stad volledig te vernielen. 400 oude gebouwen verdwijnen van de aardbodem en 200 andere moeten vrijwel helemaal opnieuw opgebouwd worden. Het Verdrag van Potsdam (1945) bepaalt dat Wroclaw opnieuw bij Polen hoort.
Drie dagen na de capitulatie van het Duitse leger wordt er al begonnen met de wederopbouw van de stad. Polen uit andere steden komen naar Wroclaw, vooral uit Lwow. Er is niet veel geld beschikbaar en het duurt dan ook tientallen jaren voordat alles opgeknapt is.
Nu is het werk min of meer geklaard en is Wroclaw opnieuw een echte Poolse stad met meer inwoners dan voor de Tweede Wereldoorlog.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier