Zomerski en wandelplezier

Het vakantieoord Mayrhofen ligt achteraan in het Zillertal. Vanaf daar splitst het dal zich verder op in vier dalen: het Tuxertal, het Zemmtal, de Stillupgrund en de Zillergrund. Deze unieke ligging maakt van Mayrhofen het ideale uitgangspunt voor wandelingen in dit fascinerende landschap.

Het Tuxertal

Het Tuxertal heeft een lengte van ca. 10 km. Aan het einde loopt het dal uit op de Hintertuxer Gletsjer. Ook tijdens de zomer wordt hier volop geskied en gesnowboard. Aan de skiliften zijn er vrijwel geen wachttijden. In het zomerseizoen zijn er tien stoeltjes- en sleepliften in werking op 18 km piste.

Maar niet alleen de sneeuw trekt toeristen tijdens de zomer naar de gletsjer. Talloze wandelingen vertrekken vanuit Hintertux nog verder het hooggebergte in. Wie niet zo avontuurlijk is aangelegd en alleen wil genieten van het fenomenale uitzicht, neemt de gondellift tot op 3250 hoogte. Vanaf het uitzichtterras aan de ‘Gefrorene Wand’ zie je zo ver het oog reikt niets dan bergtoppen. Het landschap is hier groots en indrukwekkend.

Ook onvergetelijk is een rondleiding door de Spannagel-grot, de grootste rotsspelonk van Tirol. Een helm, een beschermende vest en rubberlaarzen zijn de enige attributen die nodig zijn voor de verkenning van het innerlijke van de berg.

Het Zemmtal

Het Zemmtal heeft dan weer andere toeristische troeven. Hier bevindt zich het idyllische alpinistendorp Ginzling. Het dorpje ligt 1000 meter boven de zeespiegel en wordt omgeven door bergen tussen de drie- en vierduizend meter. Het gebied is een droom voor wandelaars. De natuur is er adembenemend mooi. Hier hoor je niets anders dan het zachte ruisen van de wind of de schreeuw van een roofvogel.

Vanuit Ginzling kan je naar het Schlegeis-stuwmeer. Met een lengte van 725 meter en een hoogte van 131 m. is de stuwdam imposant om te bekijken. Bovenop de stuwdam kijk je langs de betonwanden naar beneden in een duizelingwekkende afgrond, de andere kant biedt uitzicht op het meer, de Schlegeis Gletsjeren de impressionante toppen van de Hochfeiler en de Schönbichlerhorn.

Het Stilluptal

Het Stilluptal is het kortste van de vier dalen, maar daarom niet minder de moeite waard. Een smalle tolweg met tal van haarspeldbochten, leidt naar het Stillupspaarbekken. Net voor het spaarbekken stort een waterval zich naar beneden. In de bergen rond het meer kunnen natuurliefhebbers op verkenning, ook hier in een decor van drieduizenders. Je loopt over steile bergpaadjes door het woud, dan weer over zacht glooiende almen, waar de koebellen van de typisch Oostenrijkse bruine koeien helder weerklinken. De koeien lopen vrij rond, maar storen zich niet aan de toeristen. Een lekker fris glas melk in een van de boerderijtjes is zeker een aanrader.

De Zillergrund

De Zillergrund, het meest oostelijke van de vier dalen, loopt tot aan de Italiaanse grens. In dit dal ontspringt de Ziller, waaraan het Zillertal zijn naam te danken heeft. Het dal is vrij vlak en daardoor uitermate geschikt om te wandelen met kleine kinderen. Zeker een bezoekje waard is het dorpje Brandberg, dat op de zuidelijke helling ligt en dus uitermate zonnig is. Wie op zoek is naar rust, zal die hier zeker vinden. In Brandberg vertrekt er een van de typisch gele Oostenrijkse postbussen naar de Zillergrund-stuwdam. Het stuwmeer is het tweede grootste artificiële meer van het Zillertal, na het Schlegeis-meer.