Wat moet je zien?
Hofburg is één van de meest imposante bouwwerken van Wenen en ligt midden in de binnenstad. Het bouwwerk werd in de loop der eeuwen alsmaar uitgebreid door zijn keizerlijke bewoners. Een deel ervan vormt nu de ambtswoning van de Oostenrijkse president.
De grootste trekpleister vormen de Kaiserappartements, waar keizerin Sissi (Amalienburg) en haar gemaal Franz Joseph (Reichskanzlei) huisden. De meeste kamers zijn in de rococo ingericht met stijlvolle Brusselse wandtapijten. Bezoek ook de Silberkammer met een overzicht van keizerlijke serviezen, porselein en glazen.
Bij Hofburg horen ook de Österreichische Nationalbibliothek, de Stallburg (Spaanse Ruiterschool) en de Schatzkammer. Die laatste is één van de meest gerenommeerde van de wereld. Hier liggen de kronen van het Heilige Romeinse Rijk, van de Habsburgers en de schat van de Orde van het Gulden Vlies.
Het Hundertwasserhaus brengt een verademing tussen de statige gevels van de Weense herenhuizen. De architect Friedrich Hundertwasser realiseerde deze sociale woonblok in 1985 en het is een echte toeristische attractie, soms tot ergernis van de bewoners. De constructie is ondefinieerbaar: veel kleuren (vooral geel en rood), veel vormen, veel kromme lijnen. Hundertwasser wilde zich zo afzetten tegen de uniforme moderne architectuur.
Het Kunsthistorisches Museum is samen met het Naturhistorisches Museum gevestigd op Maria Theresia-Platz. De twee gebouwen staan symmetrisch tegenover elkaar en werden in 1880 gebouwd in de typische Ringstraße-stijl; heel statisch om de macht van het Oostenrijkse Rijk te benadrukken.
Beide musea hebben prachtige traphuizen en zijn versierd met kunstwerken van Gustav Klimt en Hans Makart. Het Kunsthistorisches Museum toont in de Gemäldegalerie een adembenemende collectie met werken van Raffael, Vermeersch, Velazquez, Rubens en Titian..
Wenen is ook bekend voor zijn talrijke parken. In de buurt van Hofburg heb je de Volksgarten en de Burggarten. ’s Zomers kan je er rustig een boekje lezen. Verder is er nog het Stadtpark, Augarten en de uitgestrekte domeinen rond Schönbrunn, Belvedère en Prater.
In 1560 was Prater één van de koninklijke jachtterreinen. Keizer Josef II opende het voor het publiek. In 1897 bouwde de Engelse ingenieur Walter Basset aan de ingang het Riesenrad, één van dé symbolen van Wenen. Nu maakt het Riesenrad deel uit van het Wurstelprater, een permanente kermis.
Het paleis Schönbrunn is het pronkstuk van Wenen. Wij kennen het paleis vooral uit Sissi-films en het dankt zijn naam een bron met heel helder water. Je kunt er een hele dag vertoeven. Zo is er het Schloßtheater waar nog altijd voorstellingen worden georganiseerd. Of de Gloriette met een prachtig zicht op het paleis, de tuinen en Wenen plus aan de voet ervan de Neptunbrunnen.
Eén van de grootste trekpleisters van Schönbrunn, ook voor de inwoners van Wenen, is het park. Hier vind je de zogenaamde Romeinse ruïnes – ze stammen uit 1778 – maar ook het doolhof van de Irrgarten en de Tiergarten, de oudste nog bestaande dierentuin in Europa. Ook het Palmenhaus, de botanische tuin van Schönbrunn, loont de moeite. Het gebouw bestaat volledig uit ijzeren pijlers en glas en lijkt daardoor op een serre.
De beroemde Lippizaners zijn gehuisvest in de Spanische Reitschule. De rijschool en de stallen liggen op de Josefplatz. Omdat tickets van elke voorstelling duur zijn en heel snel uitverkocht, moet je misschien naar de ochtendtraining gaan. De kaartjes zijn goedkoop.
Als je naar de rijschool gaat, sta dan even stil op de Josefplatz. Het plein is volledig symmetrisch gebouwd en vormt één van de mooiste pleinen van Wenen.
De Staatsoper was één van de eerste gebouwen die aan de Ring verschenen. De opera heeft een ijzersterke reputatie. Er worden bijna dagelijks voorstellingen georganiseerd. De tickets op voorhand kopen, valt meestal nogal duur uit. Je kunt echter ook op de avond zelf tickets voor staanplaatsen kopen. De verkoop begint een uur voor de voorstelling
De Stephansdom is één van de bekendste symbolen van Wenen en ligt midden in het centrum. Noorder- en een zuidertoren verschillen erg in grootte. De oorzaak? Geldgebrek bij de bouwheren. De Zuidertoren is 136 meter hoog en na 343 treden krijg je een prachtig uitzicht over de stad als beloning. Het dak van de Stephansdom bestaat uit meer dan 20.000 gekleurde dakpannen met motieven.
Het Zentralfriedhof doet denken aan Père Lachaise in Parijs. Het is meer dan twee vierkante groot en er lopen heuse straten door. Het Zentralfriedhof werd in 1874 geopend omdat de bestaande kerkhoven in het centrum te klein werden. Hier vonden onder andere Schnitzler, Beethoven, Strauß, Schubert en Brahms hun laatste rustplaats. In het midden van Zentralfriedhof vinden we de Dr. Karl-Lueger-Gedächtniskirche.
Het paleis Belvedère werd in de 18de eeuw gebouwd en bestaat uit twee delen: Unteres (oudste) en Oberes Belvedère. In het Oberes Belvedère vinden we een grote collectie van Gustav Klimt, maar ook van Schiele en Kokoschka. In het Unteres Belvedère huist het museum van Middeleeuwse Kunst (in de Orangerie) en het Barokmuseum.
Het Burgtheater ligt aan de Dr. K. Lueger Ring en werd in Italiaanse renaissancestijl gebouwd. Het deed dienst als hoftheater. In de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw erg beschadigd door bombardementen, maar toch bleven er plafondschilderingen van Gustav Klimt bewaard.
In het Freudmuseum heeft Sigmund Freud bijna 50 jaar lang gewoond. Je kunt er nog altijd het oorspronkelijke meubilair bewonderen, onder andere de sofa waar je op kon plaats nemen bij de consultaties.
Grinzing is een klein dorp dat tegen de stad aanleunt en als vertrekpunt kan dienen voor een wandeling door het Wiener Wald.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier