Wat moet je zien in Rome…

Het Forum Romanum had diverse functies. Zo werden er religieuze ceremonies uitgevoerd, er werden groenten en fruit verkocht, en Rome werd vanaf die plaats bestuurd.

Het huidige Forum Romanum bestaat uit resten van gebouwen die soms in verschillende lagen op en naast elkaar gebouwd zijn. Enkele voorbeelden zijn de Castor en Polluxtempel, het huis van de Vestaalse maagden, de ronde tempel van Vesta, de Tempel van Antonius Pius en Faustina en de Titusboog.

De Palatijnse heuvel is de plaats waar onder andere Cicero, Marcus Antonius en keizer Augustus hun luxe onderkomens bouwden. Ook Romulus zou er gewoond hebben in het naar hem genoemde huis van Romulus.

Verder is het huis van Livia waarschijnlijk een deel geweest van de woning van Augustinus. Van het huis van de gestoorde keizer Caligula is niet veel meer over. Het is de plaats waar hij op 24 januari 41 is vermoord.

Keizer Vespasianus bouwde het Colosseum in 72 en er vonden, ter vermaak van de bevolking, gevechten plaats tussen gladiatoren, slaven, gevangenen en wilde dieren. Er was plaats voor 50.000 bezoekers en het theater is dan ook zeer massief gebouwd. Eronder bevindt zich een wirwar van gangen waardoor de wilde dieren de arena in geleid werden.

Toen rond de zesde eeuw de gevechten uit de mode raakten, begonnen Romeinen met het weghalen van de stenen om er woningen van te bouwen. Tot paus Benedictus XIV het Colosseum in de 18e eeuw uitriep tot gedenkplaats van de christenen.

Het Pantheon is een ronde tempel en werd in 119 na Christus ter ere van de zeven planetengoden gebouwd door keizer Hadrianus. In de middeleeuwen was dit een christelijke kerk. Het is een indrukwekkend gebouw met een koepel met een diameter van 43,3 meter.

In het dak bevindt zich een opening met een diameter van 9 meter waar het licht, maar ook de regen, doorheen valt. De graven van Rafaël, van koning Vittorio Emanuele II en van koning Umberto I bevinden zich hier.

De Trevi fontein werd tussen 1732 en 1762 gebouwd door Niccolò Salvi. De fontein beeldt de zeegod Neptunus in een schelpenwagen getrokken door zeepaarden uit. Vooral ’s avonds is dit een erg sfeervolle plaats. Bovendien gaat de legende dat iedereen die een muntje over zijn schouder in de fontein gooit, ooit nog terugkeert naar Rome.

De Spaanse Trappen met 137 treden kwamen er om het Piazza di Spagna te verbinden met de kerk Trinità dei Monti en de Picioheuvel. Het is een zeer bijzondere trap, want er zijn allerlei zitjes en opstapjes aangebouwd.

Het is een plaats waar de Romeinse jeugd samenkomt. Aan het Piazza di Spagna woonden vroeger kunstenaars en schrijvers, maar tegenwoordig zijn er vooral peperdure winkels en een museum, het huis waar de Engelse dichter John Keats overleed.

De Capitool-heuvel was de belangrijkste van de zeven heuvels in Rome. Er stonden drie belangrijke tempels, gewijd aan Jupiter (de symbolische vader van de stad), Minerva (de godin van de wijsheid) en Juno Moneta (een godin die alarm sloeg in tijden van gevaar).

Rond 1530 ontwierp Michelangelo een plein op de heuvel; het duurde ongeveer 100 jaar voordat het voltooid was. De beste manier om het plein te bekijken is vanaf de trappen of cordonata, ook ontworpen door Michelangelo.

Bovenaan de trappen staan twee enorme beelden van Castor en Pollux. Boven aangekomen zie je recht voor je het Palazzo Senatorio. Links zie je het Palazzo Nuovo en rechts het Palazzo dei Conservatori. Zij vormen samen de Capitolijnse musea. Dat zijn de eerste musea die toegankelijk waren voor het publiek; al vanaf 1471 kunnen bezoekers de antieke beelden en schilderijen bewonderen.