Wat moet je zien?

Als je niet weet waar te beginnen in Palermo, ga dan naar Quattro Canti (vier hoeken). Het kruispunt, dat officieel Piazza Vigilena heet, is het hart van het historische stadscentrum. Veel monumenten, kerken en paleizen liggen op wandelafstand, zoals de Casa Professa, de kathedraal, Piazza Pretorio en de Piazza Bellini, de Martorana-kerk en het Palazzo Communale.

Ook de markten van Vucciria en Ballaro zijn vlakbij. Voor het Palazzo dei Normannie (ook wel Palazzo Reale genoemd) moet je Corso Vittorio Emanuele een eindje opklimmen, tot aan de Porta Nova. Kop of munt kan helpen om te beslissen welke windrichting je het eerst verkent.

Het Teatro Massimo, op de Piazza Verdi, zou bij iedereen op de agenda moeten staan. Voor meer informatie over hun programma, kun je de website van het theater eens bekijken. In het kleinere Teatro Bellini op de Piazza Bellini worden geregeld poppenshows en zelfs volledige opera’s met poppen gegeven.

In Porta Felice kun je op La Mura delle Cattive klimmen, een verhoogd wandelpad dat de Foro Italico volgt, langs de kust. Om terug naar de stad te keren, loop je door de Kalsa wijk. De ietwat vergeten wijk is de laatste jaren aan het opleven en er wordt druk gerenoveerd.

De Piazza Marina komt op zondagmorgen tot leven met een vlooienmarkt en in de zomer staat het hele plein gevuld met terrassen. En op de Piazza Zisa staat het Zisa, een paleis dat zijn naam uit het Arabisch kreeg: Dar al-Aziz: het schitterende huis.

Een ideale manier om afscheid te nemen van Palermo is de bus nemen richting Monreale, die vertrekt aan het Palazzo dei Normanni. Ga achter in de bus staan en geniet van het adembenemende zicht op de stad en de baai terwijl de bus steeds hoger klimt.

En als je dan toch in Monreale bent, mag een bezoek aan de 12de-eeuwse kathedraal met meer dan 6000 vierkante meter mo-zaïeken en het bijbehorende kloostercomplex niet ontbreken.