Napels
Napels is de stad van de ontelbare kerken en kapellen, van de Vesuvius, van de kleine chaotische steegjes, van de tropische Golf met haar eilanden, van de maffia en van de Napolitaanse liederen en gastronomie.
Als grootste stad van Zuid-Italië is Napels ook de hoofdstad van de regio Campanië. Gesticht door de inwoners van de Griekse kolonie Cumae rond de achtste eeuw voor Christus werd de nieuwe stad letterlijk Nea Polis genoemd. Ze groeide uit tot één van de belangrijkste steden van Magna Graecia, het Griekstalige zuiden van Italië. Tijdens de Romeinse periode werd het Grieks langzaam verdrongen door het Latijn. Door de onttroning van Napels in 1860 als hoofdstad ontstond er een grote kapitaalvlucht naar het noorden. Door die verpaupering kreeg de Napolitaanse maffia, de Camorra, de wind in de zeilen.
Vanuit de stad heb je aan de overkant van de befaamde Golf een prima zicht op de vulkaan Vesuvius met aan zijn voet de ruïnes van Pompeï en Herculaneum. De uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus verwoestte niet alleen Pompeï, maar beschadigde ook Napels sterk. Ook bij de vulkaanexplosie in 1906 leed Napels grote schade. Doordat de uitbarsting Pompeï en Herculaneum onder de as en lava bedolven hebben, behoren ze tot de best bewaarde Romeinse steden.
Veel van de archeologische schatten die op die sites gevonden zijn, worden nu bewaard in het Museo Archeologico Nazionale. Dat is het rijkste archeologisch museum op het gebied van kunst uit de Oudheid. Naast de mooiste schatten en muurschilderingen uit Pompeï en Herculaneum bevat het ook Grieks en Romeins beeldhouwwerk, bronzen beelden, zilver- en glaswerk en Egyptische kunst.
“Kerststallenstraatje”
Maar ook los van die vulkaanhistorie heeft Napels een rijke geschiedenis, kunst en cultuur. Eind achttiende eeuw trok Napels als culturele hoofdstad van Europa prominenten als Goethe, Wagner en Oscar Wilde aan om er te ontspannen aan de baai. Daarnaast vormt het oude stadscentrum Spaccanapoli een belangrijke attractie. Kerken, pleinen, kloosters, monumenten en oude gebouwen volgen er elkaar op. Dat oude centrum ligt in het oosten achter de ‘berg van God’. In het westen ligt de rijke boulevard waar het heerlijk slenteren is en waar je je kunt vergapen aan de dure Italiaanse mode in de etalages.
In het oude centrum vormen vooral een bezoek aan de gotische kerk Santa Chiara met haar kloostergang met fraaie pergola’s en mooie faïencetegels en de Capella Sansevero met marmeren beelden achter het gelijknamige paleis een aanrader. Bij de kerk San Gregorio Armenio met haar twee barokorgels ligt de gelijknamige Via, ook wel eens het ‘kerststallenstraatje’ genoemd. Honderden artisanale winkeltjes verkopen er hun kleurrijke stalletjes. De Duomo di Napoli staat dan weer vooral bekend om het gestolde bloed van de Heilige Januarius dat af en toe terug vloeibaar wordt om de stad tegen rampspoed te beschermen.
Funiculi Funicula
Met de San Carlo herbergt Napels het oudste nog steeds actieve operatheater van Europa, dat zijn hoogtijdagen beleefde voor 1861. Daarnaast is de stad bekend om haar Napolitaanse liederen zoals ‘O Sole Mio’, ‘Santa Lucia’ en ‘Torna a Surriento’. Het lied ‘Funiculi Funicula’, dat geïnspireerd is op de opening van de kabelspoorweg op de helling van de Vesuvius, betekende het begin van die traditie.
Naast haar liedkunst is Napels op gastronomisch gebied vooraanstaand. Veel typisch Italiaanse gerechten zoals pizza, Italiaans ijs, espresso en spaghetti zijn uit deze stad afkomstig of zijn via Napels bekend geworden.
Tenslotte vormt een bezoek aan Napoli Sotterranea, het ondergrondse labyrint van tunnels en voorraadkelders, een aparte belevenis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier