Landschap
Geografie
Pa- Hay Okee”. Dat was de naam die de Indianen aan de Everglades gaven. Het betekent grasachtig water, een omschrijving die bijzonder goed past bij de Everglades. Een andere naam die je nu nog vaak hoort als er over het park gesproken wordt, is “De Rivier van Gras”.
Het uitgestrekte moeras ligt in een groot kalksteenbekken en is in de loop der eeuwen gevormd door overtollig water uit het Okeechobeemeer, de natuurlijke bron van het gebied.
De interactie tussen enerzijds de rotsen en anderzijds het water uit een dicht en ver verleden heeft het panorama van de Everglades, zoals dat er vandaag uitziet, grotendeels bepaald. De bodem van de Everglades is een oude zeebodem en dus zeer laag en plat. Het hoogste punt van de Everglades steekt slechts 3 meter boven de zeespiegel uit.
Tijdens de recente geologische geschiedenis verdween het schiereiland van Florida tenminste vier keer onder water. Bij het ontstaan van gletsjers in het gebied, werden grote hoeveelheden water opgenomen waardoor de ondiepe tropische zeeën die Florida bedekten, verdwenen. Daardoor rees het land op uit de zee. Wanneer de gletsjers smolten, kwamen de zeeën terug en dompelden het schiereiland terug onder.
Telkens wanneer de gletsjers smolten en de zeeën terugkwamen, daalde het waterniveau omdat de landmassa langzaam steeg. De lagere gebieden van Florida bleven onder water, waardoor binnenvijvers ontstonden. Het enorme Lake Okeechobee is daar een voorbeeld van. Het meer is 1900 km² groot en 3,5 meter diep.
Tijdens de periode dat het land onder water lag, lieten miljoenen planten en dieren calciumcarbonaat achter op de zeebodem. Dit calcium hechtte zich aan zandkorrels en werd omgevormd tot oöliet, genaamd ei-steen.
Onderzoek heeft aangetoond dat deze korrels sprekend op een massa kleine viseitjes lijken, vandaar de naam ei-steen. Deze oölitische kalksteen is typisch voor de Everglades. Het is zeer poreus en sponsachtig.
Flora
De Everglades zijn het enige subtropische wildernisgebied in de Verenigde Staten en bieden een thuis aan zowat 2000 verschillende plantensoorten, waarvan er 45 nergens anders in de wereld voorkomen.
Het park wordt om overduidelijke redenen ook wel eens “The River of Grass” genoemd. Het is een lappendeken van adembenemende galigaanmoerassen, tropische plantengroei, zoet- en zoutwatermeren. Zelfs de weinige cipressen en zogenaamde loofhoutkernen met orchideeën (hammocks) moeten zich bij hoogtij onvoorwaardelijk overgeven aan de dominerende kracht van het water.
Typisch voor het gebied zijn de mangrovebossen die er voorkomen. Mangroven zijn bomen die in ondiep, modderig en zout of brak water groeien, bijvoorbeeld langs kustlijnen en in riviermonden, die onder invloed van getijden staan. Een ander woord voor Mangrovebos is dan ook vloedbos.
Mangrovebos komt voor in een gordel van 32 graden noorderbreedte tot in Zuid-Australië. Deze bossen bieden voor vele zeevissen en vogels een uitstekende plaats om nesten te bouwen en voedsel te zoeken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier