Van de laatste collectie van Virgil Abloh tot bezinning: een terugblik op de mannenmodeweken
Er werd nogal wat teruggeblikt tijdens de mannenmodeweken van Milaan en Parijs. Maar tegelijk ging ook de zon op. Adieu, Virgil Abloh, bonjour Nigo.
De modewereld zei afgelopen week ‘adieu’ aan Virgil Abloh, de belangrijkste mannenontwerper van zijn generatie. Niet omdat Abloh zo’n geniale ontwerper was, maar wel om de impact die hij heeft gehad op de textielindustrie én de wereld erbuiten. Louis Vuitton toonde zijn achtste en laatste collectie voor het label in een decor dat verwees naar The Wizard of Oz, de Hollywoodklassieker die ook zijn debuut voor Vuitton had geïnspireerd, met een lichtblauw huis in de wolken.
Het was meer een herdenkingsplechtigheid dan een défilé, met dansers, acrobaten, muzikanten en een glansrol voor het team van Abloh. Op het eind waren er engelen, en stonden alle participanten stil, de blik naar de hemel gericht. Het orkest speelde voort.
Wie erbij was (er waren twee shows, één voor de pers en één voor ‘friends and family’ onder wie zijn weduwe en kinderen, maar ook Venus Williams en Naomi Campbell), had het over een diep ontroerend moment. De showroom van Vuitton, waar het défilédecor deels was nagebouwd, gaf misschien een objectiever beeld op de collectie. Die ging, zoals gewoonliijk bij Abloh, alle richtingen uit, met begerenswaardige accessoires en hier en daar een prachtig stuk (bloemenprints, reproducties van oude meesters), maar ook hapklare, uiterst commerciële sportjasjes.
Neemt Nigo straks de scepter over van Abloh?
De Japanse stijlgoeroe Nigo debuteerde zondag bij Kenzo, waar hij Felipe Oliveira Baptista opvolgt. Die laatste designer moest aan het begin van de pandemie het label herlanceren, wat gezien de omstandigheden al niet voor de hand lag, maar Oliveira Baptista bleek überhaupt geen goede match voor het label, dat zich plots niets meer leek aan te trekken van zijn relatief jong publiek.
Nigo, die de Japanse streetwearlabels A Bathing Ape en Human Made begon en heeft samengewerkt met iedereen van Uniqlo tot Louis Vuitton , was een soort Abloh avant la lettre, en is er tegelijk ook een discipel van: een streetwearlegende die evenveel zakenman is als creatief genie, altijd cool, zonder schrik van wat populisme. Het was overigens Nigo die Abloh ooit heeft voorgesteld aan Michael Burke, hoofd van Vuitton.
Rapper, gefaald presidentskandidaat en deeltijds resident van de Antwerpse periferie Ye (voorheen gewoon Kanye West) en zijn recente speelkameraad Julia Fox zaten front row bij de show in Galerie Vivienne, de overdekte passage waar Kenzo in 1970 zijn boetiek Jungle Jim opende. Ze droegen matching denim (zij in Schiaparelli, dat vandaag de coutureweek opende). Ook present: onder anderen J Balvin, Pusha T, Pharell Williams en Tyler The Creator. Niet present: de (onder meer) Belgische pers.
De kleren (die we dan maar online bekeken) brachten precies wat je van Nigo kon verwachten: speels, vrolijk en commercieel, met verwijzingen naar Parijs (berets), Japan (kimono’s en souvenir jackets), en het erfgoed van Kenzo (onder meer papaverprints).
Het was een beetje ‘painting-by-numers’ en het stelde allemaal niet veel voor, maar de collectie is misschien wel goed nieuws voor Kenzo. Nigo knoopt weer aan met de strategie van Humberto Leon en Carol Lim, die het merk tien jaar leidden. Nigo, een 51-jarige hetero uit oerconservatief Japan, is een stuk minder progressief dan zijn Amerikaanse voorgangers, maar hij heeft dan weer wel de volledige hip hop crowd achter zich.
Het lijkt erop dat Kenzo binnen de LVMH-groep de rol van Vuitton overneemt: een gelijkaardige esthetiek voor een gelijkaardig publiek van streetwearfans — aan goedkopere prijzen. Daar wint iedereen bij. Het schept ook ademruimte voor Vuitton, dat in alle rust een opvolger kan zoeken voor Abloh.
Modeweek op halve kracht
De mode wordt nu al enkele jaren door elkaar geschud. Terwijl de sector zich bezint over, onder meer, duurzaamheid en racisme, heeft de pandemie alles nog een stuk complexer gemaakt. De traditionele modeweek overleeft, maar is ook getransformeerd. De kalenders lijken op het eerste gezicht lichter, met minder catwalkshows. Tegelijk is het aantal presentaties, soms met modellen, soms met alleen kleren op pasoppen of op een rek, sterk toegenomen.
Zowel in Milaan als in Parijs waren de modeweken eerder intimistisch. Met kleinere zalen, vaak voor ultraselect gezelschap, zoals bij Kenzo. Tegelijk kregen de modeweken een meer publieke component, vooral in Parijs. Instagram opende een pop-up ruimte waar iedereen selfies kon maken in een door een influencer bedacht decor. Elders in Parijs opende Sarah Andelman, van de intussen welhaast mythische concept store Colette, een efemeer winkeltje, Just A Space, met boeken, kunst en food.
De Parijse modekalender telt gewoontegetrouw veel Belgische en Japanse ontwerpers en labels. Die kozen, nog steeds, overwegend voor videopresentaties, wat toch voor een zekere leegte zorgde. Zolang veel buyers en journalisten überhaupt niet reizen, zijn films een oplossing. Maar voor wie het reizende modecircus ter plekke volgt, tellen ze eigenlijk al niet meer mee.
Je kunt niet de hele dag van showroom naar catwalk rennen, en tussenin ook nog eens YouTube scannen. Shows en livepresentaties krijgen überhaupt meer resonantie dank zij de sociale media, met een soort kaleidoscoopeffect: het zijn zelden (of in elk geval niet alleen) de officiële foto’s en films van de modelabels die op Instagram voorbijflitsen, maar de talloze foto’s en films van wie erbij was.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Dries Van Noten filmde zijn presentatie in een herenhuis in Saint-Germain-des-Prés (met kussende koppels en ‘Dream Baby, Dream’ van Suicide op de soundtrack); Jan Jan Van Essche ging opnieuw in zee met regisseur Ramy Moharam Fouad; Walter Van Beirendock toonde zich van zijn meer agressieve kant en werkte samen met brillenmaker Komono.
De enige Belg met een liveshow was Glenn Martens, maar zijn label Y/Project is dan ook gehoofdkwartierd in Parijs. Hij huurde een immens goederendepot aan de verre rand van Parijs en gaf al een vooruitblik op zijn couturecollectie voor Gaultier, die later deze week wordt onthuld: hypnotiserende trompe l’oeil prints van naakte lichamen op pakken, tops, broeken en jurken.
Een brug in een doos
Hier en daar leek het alsof alles was zoals van tevoren, niet in het minst bij Dior, dat een tijdelijk gebouw neerzette op place de la Concorde en daarin de naburige Pont Alexandre III nabouwde. De collectie behoefde die overdreven grandeur niet. Creatief directeur van de mannencollecties Kim Jones werkte voor het eerst niet samen met een kunstenaar: hij greep naar de archieven van Christian Dior, naar de jaren veertig en vijftig — met een zee van grijs als gevolg. Het was de beste collectie van Kim Jones voor Dior sinds zijn debuut bij het huis, maar tegelijk ook een beetje een fantasie in de traditie van Emily in Paris: een geïdealiseerd beeld van Franse elegantie.
De show van Hermès, traditiegetrouw in het Mobilier National, waar de meubels van het Elysée en amabssades worden gestockeerd, was net zo elegant, en nam Hermès net als vorige seizoenen in een jongere, lossere richting.
Rick Owens, Loewe en de jonge ontwerper Louis Gabriel Nouchi hadden zin in seks, van hardcore bij Owens (‘urinal’ stond te lezen op één T-shirt, ‘bidet’ op een andere) tot iets lichters bij Jonathan Anderson van Loewe (die ook een tuniek met kittenprint showde). Zowel Owens als Anderson speelden met licht. De eerste plaatste lampen op de hoofden van zijn gemaskerde gladiatoren, de tweede had met LEDs gedecoreerde pakken. LGN, het label van Nouchi, maakt furore met ondergoed en lanceerde een badpakkenlijn met slips en body’s, geshowd door een eerder inclusieve casting van goed geoliede mannen.
Lemaire maakte in Parijs misschien het mooiste statement van de modeweek. Christophe Lemaire en Sarah-Linh Tran showden in de Ateliers Berthier, een oud entreprot van theaterdecors. Aan de wand hing een gigantische, meterslange foto van een wolkenlandschap. Toen de show begon, werd de foto langzaam richting plafond uitgerold. En zo verscheen de zon, en daaronder een strand en de zee. Het leek alsof een nieuwe dag begon.
Vergaderzaal van goedkoop hotel
In Milaan hield Prada een grote door Rem Koolhaas’ OMA geconcipieerde show in de Fondazione Prada (voor de tweede keer na de damesshow in september). Het was het eerste toegewijde mannendéfilé van het merk sinds Raf Simons Miuccia Prada vervoegde als co-ontwerper, met een rist beroemde acteurs in de casting, onder wie Kyle MacLachlan en Jeff Goldblum. De garderobe was behoorlijk viriel, met stoere, breedgeschouderde lederen mantels zoals Simons er ooit al toonde bij Jil Sander.
Nog in Milaan was Dsquared terug, met een toespraak van stichters Dean en Dan Caiten voor de show. Bij Dolce e Gabbana draaide zo goed als de hele show om een performance van popster Machine Gun Kelly. Zegna en Philipp Plein ontvingen in hun respectieve showrooms, een heel verschil met de superproducties die we van beide labels gewend zijn. Zegna organizeerde een filmprojectie voor een vijftigtal toeschouwers, waarvan een stuk of veertig Italiaans was. Na de film gaven CEO Gildo Zegna en artistiek directeur Alessandro Sartori een persconferentie, gevolgd door een presentatie met veertien modellen. Sartori introduceerde zijn herinterpretatie van het pak, dat minder formeel is dan het klassieke zakenuniform. Het was een raar, een beetje triestig moment. Je waande je in de vergaderzaal van een goedkoop hotel.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Intussen op Pitti p>
De mannenbeurs Pitti, die in Firenze traditiegetrouw het nieuwe modeseizoen opent, moest dit keer in allerijl gas terugnemen. Eregast Ann Demeulemeester schrapte vorige week een gepland evenement. Brunello Cucinelli, altijd een van de belangrijkste exposanten op de beurs, trok zich ook in extremis terug. Maar er was ook goed nieuws. Er waren meer toeschouwers dan in juni, toen Pitti terugkeerde naar Firenze, na twee digitale edities. p>
De sfeer zat goed, op de beurs zelf én in de balzaal van het 15de-eeuwse Palazzo Pitti, waar woensdagavond een zeldzaam event was georganizeerd: een ballroom-presentatie in de stijl van Ru Paul’s Drag Race, aaneengepraat door de Finse ontwerper Ervin Latimer, die uitgedost in rode lingerie en met blonde pruik, zijn label Lattimmier onder de doopvont hield. p>
‘We hebben er geen moment aan gedacht om deze editie te schrappen’, zei Raffaello Napoleone, CEO van organizator Pittimmagine in zijn bureau van Fortezza Basso, het voormalige fort waar de beurs plaatsvindt. ‘De Italiaanse wetgeving laat tradeshows toe met de “super green pass” en dus was er geen enkele reden om Pitti niet te laten doorgaan. Toen we de fysieke edities van juni 2020 en januari 2021 hebben geannuleerd, volgden we ook de wet. We hebben toen 39 miljoen euro verloren. Pittimmagine is in de jaren vijftig opgericht om de Italiaanse en internationale mode vooruit te helpen. Dat is onze rol, en die rol moeten we opnemen van zodra dat mogelijk is.’ Napoleone wees op de genomen veiligheidsmaatregelen, met onder meer gratis tests en FFP2-maskers, die in Italië verplicht zijn van zodra je buitenkomt. ‘We hebben er twintig duizend besteld.”‘ p>
Erg opvallend dit seizoen was de definitieve doorbraak van duurzame mode, met grote, losstaande paviljoenen voor merken als Ecoalf en Save The Duck. Beide labels pakten groot uit met hun ‘B Corporation’ certificaat. Het Italiaanse Save The Duck vierde zijn tiende verjaardag met, onder meer, de spannendste collab van de beurs: de Britse designer Edward Crutchley ontwierp een capsule voor de Protech-lijn van het label. Ecoalf, uit Spanje, lanceerde een nieuwe premium lijn, Ecoalf 1.0. Herno blijft investeren in de jongere nevenlijn Globe, met een focus op gerecycleerd materiaal. En ook Marc O’Polo is volop bezig aan een koerswijziging: alle producten op de stand waren duurzaam. Het Zweeds-Duitse merk wilt in 2023 volledig duurzaam zijn, en in 2025 klimaatneutraal. Marc O’Polo werkt ook samen met Manteco, een Italiaans bedrijf dat wol maakt met ‘post-consumer recycling’. p>
Elders op de beurs was opnieuw een sectie gewijd aan jonge duurzame labels, S/Style Sustainable Style. De overtuigendste collectie daar was die van Philip Huang, een in New York en Bangkok gevestigde ontwerper die in Isan, Thailand indigo-dyed workwear maakt. ‘Ons katoen is ‘hand-spun, hand-dyed en hand-woven. We maken dertig meter per maand.’ Huang, die eerder werkte als model en enkele dagen later nog eens terug te zien was op de catwalk van Prada in Milaan, introduceerde ook hand-dyed leder, gerecycleerd denim, indigo Ikat, en een nieuwe, groene moskleur, gemaakt met indigo en mango. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier