Modeweek in geel en blauw: zo liet de oorlog zich voelen op de catwalk
Wat te doen als er tijdens de modeweek een oorlog uitbreekt?
Halverwege de modeweek, op een koude zondagochtend in maart, hadden we afspraak aan de luchthaven van Le Bourget, even buiten Parijs, voor de show van Balenciaga. Kim Kardashian was er ook, verpakt in gele tape met het logo van het Franse luxemerk.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De zaal, een cirkelvormige hangar, was getransformeerd tot een desolaat sneeuwlandschap, omringd door een glazen muur, met daarachter de toeschouwers. Op elke stoel lag een oversized T-shirt in de kleuren van de Oekraïense vlag en een brief van Demna, de in Georgië geboren creatief directeur van Balenciaga.
‘De oorlog in Oekraïne’, schreef de ontwerper, ‘heeft de wonde heropend van een trauma dat ik sinds 1993 in mij draag. Toen is precies hetzelfde gebeurd in mijn thuisland en werd ik voor altijd een vluchteling.’
‘Op een moment als dit verliest mode relevantie en bestaansrecht. De modeweek voelt als een absurditeit.’ Demna meldde dat hij er over had gedacht de show te annuleren. ‘Maar dat zou betekenen dat ik me overgaf aan het kwaad dat me al dertig jaar zoveel pijn doet.’
En dus liet hij achter al dat glas een sneeuwstorm uitbarsten. Oorspronkelijk was de show bedoeld als een commentaar op de opwarming van de aarde. Maar nu kreeg de set, en wat er in gebeurde, een nieuwe, nòg meer urgente betekenis.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De modellen strompelden door het ijs. Op hoge hakken, met een soort vuilniszakken, als vluchtelingen die in allerijl al hun bezittingen bij elkaar hadden geraapt, hun stappen vertraagd door de windmachines. Er waren lichtflitsen, van bliksem of bommen, en loeiharde, agressieve techno. De show werd afgesloten door een jongen in een geel joggingpak en Demna’s muze Eliza Douglas in een hemelsblauwe jurk. ‘Deze show behoeft geen uitleg’, schreef Demna nog. ‘Dit is een ode aan onversaagdheid, aan weerstand en aan de overwinning van liefde en vrede.’
Het strafste kwartier van de modeweek was ook het minst gemakkelijke kwartier van een complexe modeweek. Demna had gelijk: kleren waren even niet relevant meer. Maar we bleven er wel naar kijken: in Londen — toen het geweld nog moest uitbreken – in Milaan – toen Poetin zijn leger uitstuurde – en in Parijs – toen de horror van de situatie in Oekraïne heel erg duidelijk werd.
Een fijne lijn tussen bekommernis en hypocrisie
Hoe reageer je als modelabel of ontwerper op een humanitair drama zonder hypocriet over te komen? Demna, bijvoorbeeld, is dan wel zelf vluchteling geweest, maar uiteindelijk dient de show toch vooral om de dure kleren van zijn werkgever te verkopen. Is het oké om menselijk leed te gebruiken voor commerciële doeleinden? Of gaat het toch vooral om de ultieme boodschap: stop de oorlog, steun de burgers van Oekraïne. Kan bekommernis fake zijn?
Voor de show van Balenciaga klonk er kritiek op het zogezegde stilzwijgen van de ‘frivole’ modesector. Dat was niet helemaal terecht. Op de front row schoten editors en influencers in actie: ze droegen outfits in geel en blauw, of plaatsten links naar hulporganisaties op hun sociale media. Als je honderd duizenden of miljoenen volgers hebt, is dat – hopelijk – geen futiele geste.
Protest op de catwalk
Giorgio Armani was, net als in tijden van covid, de eerste ontwerper die reageerde op de crisis. Hij liet zijn show in Milaan in stilte doorgaan, zonder muziek. Op de catwalk in Parijs verschenen onder anderen Isabel Marant en Christelle Kocher van Koché met, respectievelijk, een geel en blauwe broche en een geel en blauwe trui. Marant, die voor haar show de Amerikaanse groep Blonde Redhead had uitgenodigd, schrapte haar anders altijd zo populaire afterparty.
Botter, van het Nederlandse duo Rushemy Botter en Lisi Herrebrugh, was het eerste label dat lichtblauw en geel combineerde op de catwalk. Ze maakten ook een jasje waarop in kralen de woorden NO WAR stonden gespeld. Het was een van de sterkste shows van het seizoen. Balmain projecteerde een quote uit de oorlogsklassieker ‘De kleine prins’ van Antoine de Saint-Exupéry op een groot scherm.
Acne Studios meldde dat het honderd duizend euro had geschonken aan UNHCR en UNICEF voor humanitaire hulp, en dat het alle activiteiten in Rusland had opgeschort. In de show, die werd begeleid door elektronicalegende Suzanne Ciani, waren een aantal outifts in blauw en geel te zien. Op dat moment, aan het begin van de modeweek, klonk er bij de machtige luxegroepen, voor wie Rusland een relatief belangrijke markt is, alleen een ongemakkelijke stilte.
Rick Owens schrapte de militaristische klankband die hij had gepland voor zijn show, en verving die door de symfonische melancholie van Mahler. Dat werkte wonderwel. Owens gaf een aantal van zijn modellen draagbare mistmachines, zodat de catwalk de helft van de tijd in rook verdween, tot groot ongenoegen van de fotografen. Het was een beklijvend moment voor wie erbij was, maar misschien minder resonant dan het spektakel van Balenciaga enkele dagen later. Er was ten slotte ook nog Ninamounia. Het Nederlands duo opende zijn show op de laatste dag van de modeweek in stilte, net als Armani, met een model in een T-shirt waarop Putin groen en met duiveltjesoren stond afgebeeld. Daaronder de tekst ‘Putain, Get your hands off Ukraine’: simpel, maar efficiënt.
De stilte van de luxegroepen
Nadat Le Monde een opmerkelijke reportage publiceerde over, onder meer, de banden tussen Poetin en Bernard Arnault, de leider van LVMH, draaiden de luxegroepen bij. Ze gaven geld, en ze sloten een na een hun winkels in Rusland. Maar de oorlog werd wel ver weg gehouden van de catwalks van Dior, Chanel of Hermès, wat alles welbeschouwd misschien een wijze beslissing was. Hermès showde, niet voor het eerst, in de kazerne van de Garde Républicaine, net voor een grote betoging tegen de oorlog. Vooraf konden gasten de stallen bezoeken, en echte paarden aaien. Dat voelde als therapie.
Ook de set van Chanel was aaibaar. De zaal in het Grand Palais Ephémère achter de Eiffeltoren was volledig overtrokken met tweed, van de catwalk tot de zitjes. De uitnodiging? Een grote, in tweed gestopte doos. De collectie? Tweed. Het materiaal zou, met uitzondering van de kleren, afkomstig zijn van ongebruikte rollen stof, maar hoe je het draait of keert: een dergelijke verspilling van perfect bruikbaar materiaal — beauty for beauty’s sake — lijkt niet meer helemaal van deze tijd.
Bij Dior probeerde Maria Grazia Chiuri nieuwe ideeën, zoals een fluorescente, ietwat futuristische bodysuit, en een binnenste buitenste gekeerd Bar-jasje met geïntegreerde koeltechnologie van D-Air Lab, een Italiaanse start-up. Sommige outfits leken geïnspireerd door de uniformen van American football, een van de vele door de mannengarderobe geïnspireerde collecties. Ook Balmain flirtte met science fiction, en met Dune in het bijzonder.
Het was, los van de oorlogsmisère, een uitstekend seizoen, met heel wat debuten. De Franse Antwerpenaar Matthieu Blazy zette Bottega Veneta terug op het juiste pad in thuishaven Milaan, nadat zijn voorganger Daniel Lee de shows had getransplanteerd naar Berlijn en Detroit. Het Bottega van Blazy lijkt eleganter dan ooit, met onder meer ‘net echte’ T-shirts en jeans van zacht, flinterdun leder. Nog gespot in Milaan; de eerste catwalkshow van Cormio, heel ontwapenend met een zangkoor, en de eerste megashow voor Diesel onder het bewind van Glenn Martens.
In Parijs had Meryll Rogge voor het eerst een presentatie: een morsige installatie met modellen rond een gelagtafel, tientallen flessen wijn, en honderden halflege (of halfvolle, al naargelang je temperament) glazen. Haar collectie loensde dit seizoen naar grunge. Germanier, uit Zwitserland, showde zijn felgekleurde outfits voor het eerst op de catwalk, bij kristalmaker Baccarat. Vaquera, een duo uit New York, opende de modeweek van Parijs met een geslaagde hommage aan de uitvergrote Barbie-outfits van Martin Margiela. Guram Gvsalia, de broer van Demna, introduceerde VTMNTS, de genderloze nevenlijn van Vetements, met kwade jongens en meisjes die, begeleid door hardrock, gekleed in pakken en crop-tops, door de ruïne van een recent gesloten Monoprix supermarkt raasden.
Vijf andere notities uit Parijs en Milaan
1. Seks verkoopt
In onzekere, wanhopige tijden zoeken we troost op de dansvloer, en in seks. Ludovic de Saint Sernin heeft dat goed begrepen: hij kleedt zijn jongens – en voortaan ook Gigi Hadid – in tenues die niet veel meer zijn dan een zucht. De Saint Sernin liep ook zelf mee. Weinsanto, genomineerd voor de LVMH Prize, Lecourt Mansion en Maitrepierre zijn andere Fransen die geïnspireerd lijken door het nachtleven, en door Parijse voorgangers uit de seventies, Gaultier in het bijzonder. De eerste had een performance van de piepjonge transzangeres Thee Dian en twee Maserati’s. Maitrepierre liet de Frans-Mexicaanse actrice en diva Arielle Dombasle playbacken. Zwart is de populairste kleur van het najaar, en leder en latex zijn alomtegenwoordig, onder meer bij Raf Simons.
2. ‘Damesmode’ bestaat niet meer
Er wordt al jaren gepraat over genderloze mode – het doembeeld, voor de conservatieve medemens, van jongens in rokken – maar in 2022 lijkt het écht zover: er is in de mode nog nauwelijks een verschil tussen mannen en vrouwen. Heel veel défilés waren gemengd – zelfs Miu Miu herintroduceerde een mannencollectie. Op de catwalks droegen jongens hakken en rokken, en er waren opvallend veel transmodellen, zeker bij de jongere generatie ontwerpers. Soms was het, toch voor deze toeschouwer, totaal niet duidelijk wie er nu precies in een jurk zat gehesen. Dat is goed zaak: iedereen mag alles aan, en daar wint uiteindelijk iedereen bij.
3. Brede schouders om het leed van de wereld te torsen
Een van de opvallendste trends van het seizoen: vrouwen in klassiekers uit de mannengarderobe. De show van Gucci, in Milaan, greep terug naar de eerste collectie van ontwerper Alessandro Michele voor het huis, toen die jongens in girly blouses stopte. Bij Louis Vuitton gaf Nicolas Ghesquière zijn modellen stropdassen. Saint Laurent, het huis dat met ‘le smoking’ de androgyne stijl zo goed als uitgevonden heeft, toonde onder meer blazers, perfecto’s en tuxedo’s. In een pak de winter in.
4. Rihanna stal de show, en Kim Kardashian piepte
Na een paar jaar van relatieve droogte, stonden de internationale celebs terug in Milaan en Parijs. Een hoogzwangere Rihanna, plus klein leger bodyguards, maakte haar opwachting bij onder meer Dior, met in haar gevolg bodyguards, fotografen en fans. Kim Kardashian piepte (letterlijk) bij Balenciaga, gekleed in niets meer dan gele plakband. Voor de shows van onder meer Balmain stonden honderden enthousiaste fans dicht op elkaar geplakt, ongeduldig te wachten op een verschijning van Jennie of Jisoo van Blackpink, of hun favoriete influencers. De pandemie leek heel ver weg.
5. Dries Van Noten deed aan Halloween
Dries Van Noten keerde voor het eerst sinds een paar jaar terug naar Parijs, na enkele seizoenen filmpjes. Nog niet op de catwalk weliswaar, maar met een opulente presentatie op poppen in een leegstaand, half vervallen herenhuis op de linkeroever: een spookhuis met Halloween-allure. In een donkere badkamer op de bovenste verdieping stonden twee poppen te kussen. Ze droegen outfits uit de in januari gepresenteerde mannencollectie, destijds gefotografeerd in hetzelfde pand. Het label introduceerde ook zijn nieuwe parfum en lipstickcollectie. Het was een spectaculaire setting, met een prachtige, eerder theatrale collectie. Met de terugkeer van Sacai, eveneens na twee jaar afwezigheid, werd nog een stap gezet richting normale situatie. Al blijft het wachten op andere labels die de Parijse week ooit zo sterk maken, te beginnen met Comme des Garçons.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier