Duiken de Roaring Twenties opnieuw op in onze kledingkast?
Wat brengt 2021 voor de mode? We vroegen het aan experts, die hun licht lieten schijnen op het komende jaar. Van lokaal blijven shoppen tot het afscheid van grote ego’s: dit toont onze glazen bol voor 2021.
In 2020 moesten we ons aanpassen aan het ‘nieuwe normaal’. Lockdowns zetten het leven zoals we het kenden op pauze. Ook in de modesector was het voor velen pompen of verzuipen. Toch zagen er ook inspirerende, innoverende en creatieve initiatieven het levenslicht en namen we alles wat er fout liep onder de loep. Hebben we hier lessen uit getrokken? Laat het ons hopen. Tijd om vooruit te blikken en na te denken over hoe we de mode van de toekomst kunnen vormgeven.
Blijft de focus op lokaal kopen bestaan? Smijten we ons vol overgave op de nieuwe Roaring Twenties, met een uitpuilende kledingkast vol feestjurken, of gaan we voor less is more? Welke materialen beheersen het komende jaar onze garderobe? Zal de modesector echt vertragen? Wordt de mode eindelijk diverser en inclusiever? Allemaal vragen die we onze experts voorlegden. Niet alleen vertellen ze ons wat er staat te gebeuren, maar ook waar zij van dromen.
ROARING TWENTIES p>
Doctor Aurélie Van de Peer is modewetenschapper en doet onderzoek naar wat mode met mensen doet. In haar onderzoek bekijkt ze mode als filosofisch concept, sociaal fenomeen en industrie.
‘Als we ons het komende jaar uitbundig en feestelijk zullen uitdossen, zoals flappers honderd jaar geleden tijdens de roaring twenties, kan dat verschillende kanten uit’ klinkt het bij doctor Van de Peer. ‘De uitbundigheid kan zich vertalen als volop genieten van mode en het uitdrukken van onze persoonlijkheid en creativiteit door middel van wat we dragen. Kleding als bron van plezier moet zeker kunnen, dat juich ik toe.’
‘Vullen we het concept echter te exuberant in, waarbij we steeds meer moeten consumeren om aan zelfexpressie te doen, dan hou ik m’n hart vast. Ik hoop dat zij die de kleding maken en kleding dragen onthouden uit deze crisis dat we geen “veelheid” en “overdaad” nodig hebben om een zinvol en waardig leven te leiden. We moeten af van het denkkader dat we veel moeten consumeren om bij de groep te horen en onszelf een identiteit aan te meten die als waardevol wordt gezien.’
Enerzijds hebben we nood aan feesten en ongedwongenheid, anderzijds zullen we het hernieuwde respect voor rust en natuur niet zomaar willen opgeven
‘Laat ons kiezen voor een alternatief scenario, waarin we genieten van mode, zonder kleding als wegwerpproduct te zien. Ik hoop dat de coronacrisis wat tegengas heeft gegeven voor overconsumptie en mode losgeweekt heeft van dit denkpatroon.’
Annelien Alaerts, communicatiemanager mode bij Flanders DC, ziet twee stromingen die naast elkaar zullen bestaan. ‘We gaan als consument een interessante evenwichtsoefening tegemoet. Enerzijds hebben we nood aan feesten en ongedwongenheid, anderzijds zullen we het hernieuwde respect voor rust en natuur niet zomaar willen opgeven. De modemerken zullen een manier moeten vinden om in te spelen op deze dualiteit. Hun publiek zal zich willen opkleden, maar dan zonder het milieu te schaden. We willen dansen in jurken en kostuums, maar ook het comfort van ons eigen huis blijven omarmen. Het wordt dus een uitdaging voor de modesector om deze noden te beantwoorden.’
TOONTJE LAGER EN TRAGER p>
Evenementen werden afgelast, winkels gingen toe, bestellingen werden geannuleerd, de modeweken werden voornamelijk digitaal gevierd, kortingsperiodes werden uitgesteld: 2020 was een bewogen modejaar, maar ook eentje van stilstand en reflectie. Verschillende modespelers grepen de kans om op te roepen tot het vertragen van de modesector.
‘Het sentiment dat alles te snel gaat in de luxemode is op zich niet nieuw,’ klinkt het bij dr. Van de Peer. ‘Kijk maar naar Walter Van Beirendonck, die in de jaren negentig al sprak van een Kleenexmentaliteit in de mode en altijd al tegen de wegwerpcultuur streed. Wat wel nieuw was het voorbije jaar, zijn de samenwerkingsverbanden die ontstonden, zoals de open brief van Dries Van Noten en collega’s. Dat mondde onder meer uit in ‘Rewiring Fashion’, een platform ondersteund door The Business of Fashion waarop verschillende spelers een concreet plan voorstellen om de tijdsstructuur van de mode te hertekenen.’
‘Vertragen is broodnodig, zowel op planetair als economisch en menselijk vlak. Ik geloof dat dit alleen maar groei met zich mee kan brengen. Geen monetaire groei, maar menselijke groei,’ aldus Van de Peer.
Toch wil de onderzoekster ook een kritische kanttekening plaatsen. ‘We moeten nadenken over de manier waarop we spreken over vertraging, hoe het wordt aangepakt en wie er uiteindelijk beter van zal worden. Wanneer je de brief van Giorgio Armani bestudeert, merk je al snel dat hij zichzelf en de luxesector als moreel superieur beschouwt. De mensen die veel consumeren, plegen volgens hem een immorele daad. Luxemode wordt gezien als maatstaf en fast fashion als moreel minderwaardig. Wie heeft er baat bij dit soort beladen taal?’ vraagt de modewetenschapper zich af.
Werd de morele maatstaf van de luxemode wel hoog genoeg gelegd in de verscheidene voorstellen die we zagen tijdens de pandemie van 2020?
Van de Peer wijst op de – niet zo subtiel – verborgen agenda van Armani. ‘Zijn doel is om zelf aan de touwtjes te blijven trekken en de bestaande privileges te bestendigen. Hij wil gezien worden als autoriteit en samen met zijn collega’s uit de luxemode beslissen hoe het modesysteem eruitziet. Nochtans wordt er nergens gesproken over de mensen die onze kleding maken en wat zij te winnen hebben. Werd de morele maatstaf van de luxemode wel hoog genoeg gelegd in de verscheidene voorstellen die we zagen tijdens de pandemie van 2020?’
Ook is de verandering die ze voorstellen niet zo revolutionair als ze ons op de mouw willen spelden, vindt Van de Peer. ‘Wanneer je werkt vanuit een systeem is het moeilijk om dat systeem compleet om te gooien. Je doet telkens kleine aanpassingen, maar laat het kader intact. Amerikaanse systeemdenker Donella H. Meadows visualiseert dit concept in ‘Thinking in Systems’ door middel van een badkuip die gevuld wordt met water. Als we de kraan wat meer dichtdraaien, zal het bad minder snel gevuld zijn. Als we echter hetzelfde bad, dezelfde kraan en dezelfde waterleiding blijven gebruiken, zullen we het systeem niet écht veranderen. Het gaat misschien trager, maar het blijft volgens dezelfde regels en met dezelfde doelen voortbewegen. Ze stelt dus dat de toevloed van goederen het systeem niet zal herdenken, zolang de infrastructuur blijft bestaan.’
‘Alternatieve scenario’s worden intussen ontwikkeld in de periferie, door mensen die niet binnen het systeem werken en er niet in vastgeroest zitten. Mensen die ergens buiten staan, kunnen de blinde vlekken beter spotten. Dat is nu al aan het gebeuren, er ontstaan nieuwe systemen en dat stemt me hoopvol.’ Dr. Aurélie Van de Peer wenst de mode in 2021 dus minder ego en meer echte verandering toe.
Meer vakmanschap, meer magie, meer creativiteit en meer duurzame innovaties: daarvoor heb je ademruimte nodig
Niki de Schryver, de bezielster van het duurzame modeplatform COSH!, ziet ook heil in het loslaten van de ego’s in de mode en het omarmen van de slow fashion-aanpak. ‘Je ziet heel wat merken die collecties laten doorlopen, niet solderen en de echte waarde van de kleding herstellen. Er gebeuren mooie dingen wanneer ontwerpers de focus op groei durven loslaten, hun ego niet vooropstellen en terugkeren naar de essentie. In België is Tim Van Steenbergen een mooi voorbeeld. Een fenomenale ontwerper, die geen toeters en bellen rond zijn persona ophangt, maar volgens een trager ritme werkt met enorm veel aandacht en respect voor het ambacht.’
‘Het momentum om te vertragen is er,’ stelt Annelien Alaerts. ‘Meer vakmanschap, meer magie, meer creativiteit en meer duurzame innovaties: daarvoor heb je ademruimte nodig. De kentering is ingezet, maar er zal ook een staakt-het-vuren voor nodig zijn. Merken concurreren elkaar nog te vaak kapot met kortingen. Het is moeilijk om als eerste een stap terug te zetten. Er is zeker animo voor een systeemshift bij de Belgische modemakers. Kijk maar naar ‘Bel Friday’ als alternatief voor ‘Black Friday’. In plaats van giga kortingen, werden klanten op andere manieren in de watten gelegd. Het is belangrijk dat de merken aan hetzelfde zeel durven blijven trekken en op deze golf verder surfen. Het goede nieuws is dat de klanten er ook meer ontvankelijk voor lijken. Ook zij hebben het voorbije jaar een bewustwording doorgemaakt.’
BEWUST EN LOKAAL SHOPPEN p>
‘Ik Koop Belgisch’ is een initiatief van Flanders DC, dat het daglicht zag in 2015 om de Belgische creatieve sector in de kijker te zetten. Op het platform worden meer dan tweeduizend Belgische merken verzameld. Het voorbije jaar klonk de boodschap luider dan ooit: shop lokaal. Onze landgenoten gaven massaal gehoor aan de oproep en steunden hun lokale ondernemers. Annelien Alaerts beaamt: ‘Het is indrukwekkend hoezeer deze boodschap werd opgepikt het voorbije jaar. Ook tijdens de feestdagen merkten we dat Belgen massaal op zoek gingen naar lokale cadeautjes voor onder de kerstboom. Die tendens zien we vlot verdergezet worden in 2021. Bewust lokaal en duurzaam shoppen is in opmars en de trots over talent van eigen bodem gaat niet afnemen het komende jaar. Vanuit Flanders DC zullen wij alvast Belgische mode op de internationale kaart blijven zetten. Ook iets om naar uit te kijken: het MoMu zwaait opnieuw de deuren open en schijnt een extra spotlight op de Modestad Antwerpen.’
Ook Niki de Schryver is hoopvol. ‘Het aantal ondernemers die intekenden op ons platform verdriedubbelde het voorbije jaar. Het duurzame mode-aanbod blijft groeien. Duurzame merken komen ook vaker in reguliere retail terecht. Je kunt nu in verschillende kleine gemeentes duurzame opties shoppen en hoeft niet noodzakelijk te pendelen naar steden zoals Gent of Antwerpen. Ook zijn er beduidend meer consumenten op zoek naar eerlijke producten. Die evolutie zal de komende jaren hoogstwaarschijnlijk toenemen.’
Het was een moeilijk jaar, maar het werd wel duidelijk waar consumenten de focus legden: lokaal en duurzaam
‘Duurzame retailers, zoals César en Hejsan Hoppsan, verhuizen ook naar grotere panden. Ze hebben succes, ze willen meer aanbieden – en dat kan ook, want er is een groter aanbod. De panden zijn ook steeds mooier ingericht. Kijk maar naar de nieuwe locatie van Supergoods in Gent, waar enorm werd ingezet op winkelervaring. Ook Belgische slow fashion ontwerpers zoals Anna Rosa Moschouti en Ophelia Lingerie zien hun cliënteel groeien.’
‘Er zijn ook veel meer pop-ups van eerlijke merken. De coronacrisis hakte stevig in op ondernemingen en zorgde voor leegstand, waardoor de prijzen van winkelpanden daalde. Dat is tragisch voor de zaken die failliet gingen natuurlijk, maar een kans voor de duurzame ondernemers om in die panden (pop-up) winkels te openen.’
‘Het was een moeilijk jaar, maar het werd wel duidelijk waar consumenten de focus legden: lokaal en duurzaam. Budgetten werden verlegd. Mensen gaven hun geld, dat ze niet aan reizen of etentjes konden geven, graag uit bij lokale duurzame ondernemers. Hopelijk houden we dit ook in 2021 vast.’
Een andere hoop van Niki de Schryver is dat de bewust groene consument blijft kiezen voor de pioniers en niet voor de makkelijkere opties gaat. Zo blijft innovatie voortgestuwd en ondersteund worden. ‘Het is goed nieuws dat er in de mainstream mode steeds meer duurzame opties komen, maar blijf zeker ook de ondernemers en merken steunen die hun nek uitsteken en het neusje van de zalm aanbieden. Zo bouwen we samen aan de mode van de toekomst.’
MATERIALEN VAN MORGEN p>
Welke stoffen winnen aan belang het komende jaar? Niki de Schryver raadt shoppers aan te kiezen voor monomaterialen.’Als we willen evolueren naar een circulaire mode-economie, moeten we nadenken over hoe gemakkelijk een materiaal te recycleren valt. Bestaat een kledingstuk voor honderd procent uit biokatoen, kunnen we er gerecycleerd biokatoen van maken na gebruik. Hebben we te maken met een gemengde stof, is het recyclageproces veel ingewikkelder. Kies dus indien mogelijk voor monomaterialen zoals honderd procent Tencel, honderd procent biokatoen, honderd procent wol, honderd procent biologisch linnen of biologische hennep.’
‘Door het stijgende belang van duurzaamheid kiezen sommige merken voor een klein deeltje gerecycleerd materiaal, gemengd met een totaal andere stof, zoals polyester. Aan het einde van het leven van zo’n kledingstuk, wordt het heel lastig om de materialen te scheiden en terug in de loop te brengen. Ook zal je steeds meer gerecycleerd polyester zien opduiken. Het is goed dat merken polyester gemaakt van PET-flessen gebruiken of polyester opnieuw recycleren, maar het is soms ook een te gemakzuchtige oplossing. Tijdens het wassen laat deze stof microplastics los. Wees er dus voorzichtig mee.’
‘Een tip voor wie van zachte mode houdt: het Belgische label Ida Volta biedt truien aan van honderd procent gerecycleerde kasjmier. Een super duurzame optie. De materialen van morgen, zijn eigenlijk de stoffen van gisteren. Er is een opmars van designers die het aandurven met post-consumer waste en andere restmaterialen aan de slag te gaan. In dat geval moeten ze het ontwerpproces omdraaien en vertrekken vanuit de bruikbare stukken van afgedankte kleding of stofresten. Binnen deze filosofie hebben RE°intenved en Studio Ama veelbelovende collecties.’
Annelien Alaerts voorspelt het komende jaar ook een toename van innovatieve, duurzame stoffen. ‘Ecovero is veel toegankelijker geworden en ga je in 2021 meer in de rekken zien hangen. Het is een ecologisch alternatief voor viscose, dat er even mooi of mooier uitziet en gemaakt wordt van gecertificeerde houtpulp. Daarnaast gaan eco wash jeans-items nog meer aan belang winnen. Hoe minder water er gebruikt wordt voor het maken van denim, hoe beter. We hebben ook het laatste nog niet gezien van vegan leders en voorts staan er heel wat boeiende upcycling en recycling innovaties in de stijgers. Zeker van jonge modemakers krijgen we het komende jaar mooie projecten met duurzame stoffen op ons bord.’
MAAK DE CIRKEL ROND p>
De circulaire economie zal nog meer z’n stempel gaan drukken op de modesector. Van nieuwe manieren om te recycleren tot kleding een tweede leven geven via een tweedehandsplatform: de cirkel moet rond.
‘Bij het screenen van het mode-aanbod in steden merkten we op dat er steeds meer circulaire materialen, merken en initiatieven te vinden zijn bij retailers,’ klinkt het bij Niki de Schryver van COSH!. ‘Niet zo gek, aangezien Europese regulering bedrijven pusht richting circulariteit. Willen ze niet uit de boot vallen, moeten ze hier meer op gaan inzetten.’ Waar we meer van zullen zien in 2021? ‘Resale van kleding in winkels. Dit is een manier om een tweede leven te geven aan kledingstukken, maar het is ook een alternatief verdienmodel voor retailers.’
Marie-Julie De Bruyne is doctoraatsonderzoeker aan de Universiteit Gent en deed de voorbije maanden research naar klantenengagement in de deeleconomie, met een focus op mode. ‘Ik wil graag een maatschappelijk relevant onderzoek doen’, licht ze toe. ‘Omdat er zowel in de media, in academische literatuur als op bedrijfsniveau een stijgende interesse is voor deelinitiatieven, leek het me een boeiend onderwerp om verder uit te spitten.’
Van tweedehands kleding kopen en verkopen tot mode-items ruilen of huren: deelinitiatieven kennen verschillende vormen. ‘Deelinitiatieven, en dus ook kledingdeelinitiatieven, dragen bij tot minder consumptie, tot minder materiaalverbruik, tot een lagere uitstoot van broeikasgassen door productie en transport en uiteindelijk tot een klimaatgezondere wereld. Deel en beheers is dus de boodschap,’ stelt de onderzoekster.
‘Kledingdeelinitiatieven verschillen echter sterk van elkaar en zijn niet allemaal even succesvol bij het publiek. Daarom deden we onderzoek naar de voorkeuren van (383) Vlaamse consumenten rond kledingdeelinitiatieven. De cijfers maken meteen veel duidelijk: 60 procent van de ondervraagden heeft ooit al deelinitiatieven gebruikt om kleding te verkrijgen. Tweedehands kleding kopen is veruit het populairst (45 procent), gevolgd door het huren of lenen (16 procent), het ruilen (13 procent) en het krijgen van kleding (8 procent). Het zijn vooral lokale, digitale en tweedehands deelinitiatieven die in de smaak vallen bij Vlaamse consumenten, zo blijkt uit het onderzoek.
Onderzoek toont aan dat consumenten niet enkel afgaan op economische motieven, maar ook ecologische en sociale drijfveren hebben om kleding aan te schaffen of te huren via de deeleconomie
‘Consumenten kopen dus niet alleen graag lokaal, ze delen ook liever lokaal. Doen ze dat omdat ze graag de lokale economie steunen, de ecologische voetafdruk willen verkleinen, de afstand tussen aanbieder en klant verkorten en een sterker gevoel van verbondenheid willen ervaren? Het kunnen stuk voor stuk mogelijke verklaringen zijn.’
Voorlopig lijken de consumenten ook de voorkeur te geven aan kleding kopen of ruilen boven huren of lenen. ‘Gebrek aan bezit is voor de consument een belangrijk obstakel in de overgang naar een circulaire (deel-)economie’, vertelt De Bruyne. Misschien kan dit in 2021 kantelen, als er meer ruil- of huuropties opduiken in ons land?
‘Onderzoek toont aan dat consumenten niet enkel afgaan op economische motieven, maar ook ecologische en sociale drijfveren hebben om kleding aan te schaffen of te huren via de deeleconomie. Onderzoek maakt duidelijk dat consumenten online kledingdeelplatformen graag combineren met menselijke interactie. Daarom is de persoonlijke toets in een kledingdeelinitiatief een duidelijk pluspunt. Hier kunnen bedrijven dus op inspelen,’ klinkt het bij De Bruyne.
1.0dressr.beInstagramhttps://www.instagram.com/rich658
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Een nieuw Belgisch initiatief dat een antwoord kan bieden op de vraag van de consument is Dressr. Momenteel staat het concept van Caroline Baeten nog in de startblokken en kan ze er nog niet veel over kwijt. Toch wilde ze alvast een tipje van de sluier lichten voor ons. ‘Mijn motivatie voor het oprichten van Dressr was om een bedrijf te starten dat de modesector zou verbeteren en toekomstbestendig maken. Dressr is het resultaat van een jaar onderzoek en testen, in samenwerking met Flanders DC, Vlerick Business School en Start it @KBC. Het doel is om de relatie tussen modelabels en consumenten te veranderen. Dressr biedt consumenten de mogelijkheid om variatie te brengen in hun garderobe op een verantwoorde manier. Voor modelabels maakt Dressr het gemakkelijk om deel te nemen aan de circulaire economie.’
Momenteel bevindt het concept zich in een pre-release program met acht modelabels en een aantal consumenten. Wie nieuwsgierig is geworden kan z’n gegevens achterlaten op dressr.be om op de hoogte gehouden te worden van de lancering.
DIVERSER EN INCLUSIEVER p>
Ook bewegingen zoals Black Lives Matter, #PayUp en voorvechters van body positivity zullen in 2021 blijven strijden om de modesector diverser, eerlijker en inclusiever te maken. Van Vogue-corifee Anna Wintour tot Leandra Medine, de oprichtster van de stijlblog Man Repeller: heel wat gevestigde namen, merken en modebladen kwamen het voorbije jaar onder vuur te liggen voor hun gebrek aan respect voor niet-witte medewerkers en andere culturen.
Wat moet er gebeuren? Dr. Aurélie Van de Peer roept op om de mensen achter de kleding eindelijk écht een stem te geven. ‘Dat er zo weinig focus ligt op de kledingarbeiders en in welke omstandigheden ze moeten werken, vind ik een hele spijtige zaak. Dit soort verhalen moet je momenteel zoeken buiten de klassieke modepers, terwijl het ook daar een plaats moet krijgen. De focus ligt nog te vaak louter op het esthetische, terwijl de mode-industrie zoveel meer is dan dat: het culturele, sociologische, economische en esthetische zijn verstrengeld met elkaar.’
Dat er zo weinig focus ligt op de kledingarbeiders en in welke omstandigheden ze moeten werken, is een hele spijtige zaak
Diversiteit en inclusiviteit zijn in heel wat gevallen nog niet doorgedrongen in alle lagen van de keten. Een modebedrijf dat werkt met zwarte modellen, maar haar kledingarbeiders in het verre Zuiden een hongerloon betaalt en geen enkele werknemer van kleur aan de top van de ladder heeft staan, is niet écht divers of inclusief.
Er is nog veel werk, maar ‘er werd ook al vooruitgang geboekt. De internationale septemberedities van modebladen schonken meer aandacht aan divers talent dan ooit te voren,’ schrijft Aslaug Magnusdottir in Forbes. Ook haalt ze aan dat het voorbije jaar heel wat grote modehuizen en modemagazines diversiteitsconsultants in de arm hebben genomen of mensen met een andere huidskleur hebben aangeworven.
Het excuus dat modemerken van zwarte ondernemers moeilijk te vinden zijn, kan ook niemand meer gebruiken. Zerina Akers, de styliste achter de nu al iconische looks van Beyoncé in het visuele album ‘Black Is King’, gebruikt haar platform immers niet enkel voor zichzelf, maar ook om meer aandacht te vestigen op zwart talent. Tijdens de Black Lives Matter-protesten greep de styliste haar kans om een platform te creëren dat aantoont hoeveel boeiende mode- en beautymerken geleid door de zwarte community er bestaan. Black Owned Everything startte als een Instagrampagina, en wordt binnenkort aangevuld met een heuse website en webshop, gecureerd door Zerina zelf.
DE TOEKOMST IS TECHNOLOGISCH p>
‘Het voorbije jaar zagen we heel wat boeiende kruisbestuivingen tussen mode en technologie’, vertelt Annelien Alaerts. ‘Door de coronacrisis kwam dit in een stroomversnelling terecht. Merken die relevant wilden blijven, experimenteerden met digitalisering. Ik denk dat de beste innovaties zeker zullen blijven bestaan. We laten de gimmicks achter ons en destilleren wat echt interessant is. Er zit veel potentieel in het digitaliseren van de manier waarop merken hun collecties maken, tonen en het verhaal achter hun ontwerpen en het productieproces vertellen. Generatie Z zal kritische vragen blijven stellen, dus merken kunnen hier maar beter op voorzien zijn en transparant communiceren over hoe ze te werk gaan. De technologische ontwikkelingen kunnen hen daarbij helpen.’
Met behulp van technologie kunnen merken ook meer aandacht schenken aan wat de klanten willen
‘Met behulp van technologie kunnen merken ook meer aandacht schenken aan wat de klanten willen en een persoonlijkere service bieden. Zo kunnen klanten zelfs mee nadenken over het ontwerpproces. Uiteindelijk draait mode om jezelf uitdrukken. Dat de consument meer input kan geven, en meer keuzes kan maken, ligt dus in lijn van wat mode betekent voor veel mensen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier