Belgische ontwerpster Toos Franken: ‘Als kleding goed gemaakt is, kan ze iedereen staan’
Een open en inspirerend gesprek met modeontwerpster Toos Franken over haar eigen modemerk en de uitdagingen van de mode vandaag de dag.
De Vlaamse Toos Franken richtte in 2014 haar eigen label op. Sinds kort heeft ze haar eigen winkel in Balen. De ontwerpster focust op minimalistische vrouwenkleding. Ze maakt zowel collecties als op maat gemaakte creaties. De ontwerpen uit haar Micro Manifesto collectie zijn gestoeld op de vervorming die de natuur onderging door toedoen van de mens. Dit fenomeen vertaalt Toos naar prachtige ontwerpen die ze aan een zichtbare gedaantewisseling onderwierp. Op zaterdag 28/01 toont ze haar nieuwe collectie tijdens Amsterdam Fashion Week.
Hoe laat je je inspireren voor een nieuwe collectie?
Toos Franken: Dat is heel uiteenlopend. Ik ben ook patroontekenaar, dus ik vertrek in veel gevallen vanuit patronen. Maar ook beelden of teksten die ik toevallig tegenkom kunnen me inspireren. Meestal zorgt dat niet meteen voor een helder idee, maar hoe langer je erover nadenkt en hoe meer inspiratiebronnen je tegenkomt, hoe meer de puzzelstukken in elkaar vallen. Maar wanneer het creatieve het wat laat afweten, kan ik dus beroep doen op het patroontekenen en laat ik me leiden door de lijnen die daaruit voortvloeien.
Ik baseer me vaak op maatschappelijke verhalen en op mijn privƩleven.
Het is pas na een tijdje dat het ganse verhaal van de collectie samenkomt. Als ik achteraf nadenk over het thema van de collectie merk ik dat ik me vaak baseer op maatschappelijke verhalen en op mijn privƩleven met mijn gezin.
Je hebt ervoor gekozen om een flagship store te openen in Balen. Een niet zo voor de hand liggende plek. Hoe stootte je op deze locatie?
Toos Franken: We hebben altijd in Antwerpen gewoond, maar toen onze oudste zoon naar school begon te gaan zijn we naar de Kempen verhuisd zodat hij naar een klein schooltje kon gaan en in het groen kon spelen. Mijn zus heeft het huis waar mijn flagship store zich bevindt gekocht en gevraagd of ik het zag zitten om in een deel ervan mijn atelier te hebben. Het is zo’n mooi pand, van wel honderdtwintig jaar oud, dat ik meteen toehapte. Het is ook dicht bij de school van mijn zonen,wat handig is.
Strategisch, voor een ondernemer, is het geen goede plek, want er is geen passage van winkelende mensen. Maar het is een prachtig huis en een merk van deze prijsklasse moet het meestal ook niet hebben van toevallige voorbijgangers. Mensen kopen bij mij echt iets met voorbedachte rade.
Ik maak ook bruidsjurken en kleding op maat, en dat is meestal op afspraak. Mijn klanten kunnen dan met de wagen komen en voor de deur parkeren. Omdat het in een herenhuis is, krijgt deze afspraak een meer persoonlijke toets.
Hoe moeilijk is het voor een beginnend modemerk om te blijven bestaan en gezien te worden?
Toos Franken: Best moeilijk. Er is een zeer groot aanbod dus je moet je als beginnende ontwerper proberen te onderscheiden van de rest. Ik probeer dat te doen door maatwerk aan te bieden. Ook bij mijn gewone collecties kan je kiezen om de stuks op maat te laten maken.
Het is kostelijk om met je collecties in multi brand stores terecht te komen en het vraagt een grote organisatie. Het doel is wel om in verschillende multimerkenboetieks te hangen, maar dat mag niet te snel gaan, want dan kan ik niet volgen. Ik ben bang dat ik de voeling met mijn product zou verliezen als het tempo te hoog zou liggen.
Een van de kritische punten die modescholen vaak krijgen is dat ze te weinig focussen op de zakelijke kant. Ook de Modeacademie van Antwerpen, waar jij gestudeerd hebt, krijgt die kritiek.
Toos Franken: Dat klopt wel. Ik heb een zalige periode beleefd aan de Academie, maar in de drie jaar dat ik bezig ben met mijn merk heb ik heel wat beginnersfouten gemaakt op zakelijk vlak. Tijdens de opleiding leef je in een soort creatieve cocon, wat leuk is, maar het praktische ontbreekt. Ik heb er bijvoorbeeld ook geen patronen leren tekenen. Daarvoor heb ik na mijn tijd aan de Academie nog bijgestudeerd. Creatief alleen verkoopt niet, bij een merk runnen komt heel wat kijken. De creatieve talenten hebben vaak iemand meer zakelijk nodig aan hun zijde om te helpen met het business onderdeel. Sommigen gaan ook onder een koepel werken als creative director, dan hoeven ze zich ook niets aan te trekken van het zakelijke.
De laatste jaren is de mode-industrie in een stroomversnelling geraakt. Mensen zijn in de war over de seizoenen, de pre-collecties zetten druk op de industrie en ontwerpers kunnen niet bijbenen.
Het is niet realistisch om dit tempo vol te houden.
Toos Franken: Het is niet realistisch om dit tempo vol te houden. Als ontwerpers niet meer kunnen broeden op hun ideeƫn en in twee maanden een nieuwe collectie afgeleverd moeten hebben, gaat er veel schoonheid verloren. Dan gaat het plots om produceren in plaats van creƫren. Fast fashion ketens hebben om de zes weken een nieuwe collectie in de rekken liggen, wat ongelooflijk snel is, maar met dit tempo gaan de ontwerpers hen achterna. Denk ook maar eens aan alles wat er weggegooid moet worden en de kostprijs daarvan. Zo werken we overconsumptie in de hand.
Dit ritme is niet ideaal voor de ontwerpers, want die worden horendol van de druk, maar ook niet voor onze aarde. Het idee dat na drie jaar een kledingstuk al verjaard is, is gewoon belachelijk. Er wordt veel tijd in gestopt, om dan vervolgens maar een heel korte periode ‘in de mode’ te zijn.
Het lijkt wel of alle ontwerpers het erover eens zijn dat dit systeem onhoudbaar is en toch blijft het maar doorgaan.
De bal ligt in het kamp van de grote merken.
Toos Franken: De bal ligt in het kamp van de grote merken. Als zij collectief stoppen met dit ritme, zal de rest van de industrie volgen. De enkelingen die al tegen de stroom in gaan zijn niet genoeg, het moet echt collectief gebeuren. Creative directors worden gewoon vervangen en de show gaat door.
Ik denk dat het een reflectie is van hoe de wereld vandaag werkt. Het tempo ligt te hoog en het milieu kan dat niet blijven slikken. We krijgen iedere dat nieuwe beelden te verwerken en alles scrolt aan ons voorbij. Te veel is gewoon te veel. De aarde kreunt onder onze overconsumptie.
Ik maak een statement tegen dat soort gedrag. Wanneer mensen me trots vertellen over hun goedkope aankopen, vraag ik hen of ze weten dat mensen daarvoor hebben moeten lijden en dat het milieu eraan kapot gaat.
Ik probeer het vaak op deze manier uit te leggen aan mensen: stel je bouwt een huis of je gaat verbouwen, ga je dan cement of zand gebruiken? Het ene is veel duurder dan het andere, maar ook veel duurzamer. Je mag kiezen, maar je moet instaan voor de gevolgen. Wil je een huis dat na twee maanden in elkaar zakt en waardoor je dus van nul opnieuw moet beginnen of wil je een huis dat jaren meegaat? In dit geval zullen mensen kiezen voor cement. Maar bij kleding gaan ze toch vaak kwantiteit en verandering kiezen boven kwaliteit en duurzaamheid. Mensen kopen verschillende stuks van goedkope, weinig kwalitatieve makelij terwijl ze weten dat die na enkele keren dragen kapot zullen zijn. Mijn raad is om kwalitatieve klassiekers te kopen.
Zelfs mensen waarvan je verwacht dat ze intelligent zijn en bewust nadenken, maken dit soort beslissingen. Mensen van onze generatie, maar zeker een generatie jonger, zijn opgegroeid in die snelle maatschappij. Het is daarom vaak moeilijk hen te overtuigen van een trager alternatief. Dat vind ik frustrerend. Er zijn al heel wat individuen die daar bewust mee omspringen, maar we hebben een globale ommekeer nodig.
Hoe vertaalt zich dat naar jouw eigen collecties?
Toos Franken: Ik produceer alles in Belgiƫ. Daar sta ik echt op. Ik maak veel zelf en de rest wordt gemaakt door een Belgische fabrikant. Daarom kost het ook wat meer, maar het is een eerlijke prijs en ik kan het goed controleren. Dat is heel belangrijk voor mij, dat de productie eerlijk en transparant verloopt.
Ik produceer alles in Belgiƫ. Daar sta ik echt op.
Wat vind je van grote ketens die inzetten op recyclage, maar wel blijven produceren in grote getalen?
Toos Franken: Het is een klein lapmiddel op een grote wonde. Het is een manier om de milieuschade te verzachten, maar geen duurzame oplossing voor het probleem. De snelheid waarmee ze produceren gaat er niet door verminderen.
Wat vind je van de uitspraak: ‘Mensen moeten kiezen voor kleding die hen het meest flatteert’?
Toos Franken: Als je iets op maat gemaakt koopt, zal het altijd passen. Mensen willen soms delen van hun lichaam verstoppen, maar als een kledingstuk goed past en het in een stijl is die hen aanspreekt zullen ze zich er goed in voelen. Ik denk dat bijna alles iedereen kan flatteren als het goed gemaakt is. Dat merk ik vaak bij bruiden die op hun trouwdag willen stralen en er elegant willen uitzien. Ze willen in eerste instantie bepaalde delen van hun lichaam verbergen, maar wanneer ze hun droomjurk op maat aantrekken, voelen ze zich er heel goed in.
Als je een kledingstuk met trots draagt, kom je er gegarandeerd mee weg.
De juiste pasvorm is cruciaal. En zelfzekerheid, want als je een kledingstuk met trots draagt, kom je er gegarandeerd mee weg. Ik vind het ook heel erg wanneer mensen elkaar bekritiseren omwille van wat ze dragen. Ik weet dat het des mensen is, maar die kritiek wordt het vaakst gericht op vrouwen en dat is jammer. Smaken verschillen nu eenmaal en dat is ook niet erg.
Praktisch
Adres: Steegstraat 18, 2490 Balen
Openingsuren: Iedere vrijdag van 13u tot 18u30. Elke eerste zaterdag van de maand. Of op afspraak.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier