Dirk Van Saene: ‘Ik besef dat we als ontwerpers slechts voor een kleine, elitaire groep creëren’

© Jef Boes

Dirk Van Saene (59), een van de Zes van Antwerpen, ontwerpt vrouwencollecties, doceert aan de Antwerpse Modeacademie en werkt als keramist. Eind januari lanceerde hij in Parijs zijn eerste capsulecollectie voor mannen.

Maturiteit leidt tot vrijheid. Ik word binnenkort zestig, maar ik vind het niet erg om ouder te worden. De jaren zijn voorbijgevlogen, maar alle ballast van ‘het moeten’ is van me afgegleden. Het wordt steeds eenvoudiger om gelukkig te zijn.

Modestudenten zijn in se niet veranderd. Wanneer ik mijn masterstudenten begeleid, voel ik nog altijd diezelfde drive van toen ik student was. Alleen liggen hun ambities anders: ze willen voor een modehuis werken. Toen ik afstudeerde, was het veel cooler om je eigen collectie op te starten. Nu zou ik wel voor een modehuis kunnen werken. Zoals Schiaparelli of Chanel, een huis dat ik door en door ken. Ik heb veel bewondering voor Coco Chanel, ze was heel vernieuwend.

Toen ik afstudeerde, was het veel cooler om je eigen collectie op te starten.

De Modeacademie binnenstappen veranderde mijn leven. De eerste dag heb ik er Walter ( Van Beirendonck, red.) ontmoet. Een coup de foudre van zijn kant, bij mij sloeg de vonk iets later over. Ik was achttien, hij was mijn eerste lief. Ondertussen zijn we 42 jaar samen. Het is een geschenk om zo’n lange geschiedenis met elkaar te kunnen delen en elkaar te zien evolueren. We zijn heel complementair. Walter staat meer in the picture door zijn imponerende looks en zijn charisma, maar thuis is er een mooi evenwicht tussen ons. We respecteren elkaars eigenheid en zijn ook elkaars klankbord.

Mijn carrière had er anders kunnen uitzien. Toen ik in 1983 de Gouden Spoel won, zat Jean Paul Gaultier in de jury. Hij vroeg me om naar Parijs te komen en er voor hem te werken. Op dat moment besefte ik niet echt hoe belangrijk dat voorstel was, en de vraag kwam sowieso niet op het juiste moment. Ik woonde pas samen met Walter, en ik wou dat geluk niet ruilen voor een carrière in Parijs. Spijt van die beslissing heb ik nooit gehad. Het menselijke aspect primeert altijd bij mij. Ik heb ook geen groot ego – misschien een handicap in de modewereld, maar daar heb ik vrede mee.

Vrouwen zijn avontuurlijker als het om mode gaat. Zo is genderfluïde mode een trend die vooral door vrouwen opgepikt wordt. Ik heb mijn mannencollectie ook in vrouwenmaten aangeboden en merk dat die vreemd genoeg het best verkoopt. Mannen kijken liever de kat uit de boom en hebben meer tijd nodig om te wennen aan nieuwigheden. Er schuilt nog altijd een vleugje macho in de meeste mannen, en de mannenmode is sinds de industriële revolutie dan ook weinig veranderd. Maar het tij is aan het keren: de jeugd gaat anders om met genderkwesties dan vroeger.

Sociale media vind ik pure tijdverspilling. Ik heb niet het gevoel dat ik iets mis, ik laat het totaal aan mij voorbijgaan. Het draait te veel rond me, myself and I. Het internet vind ik wel een heel interessant medium om dingen op te zoeken en me te laten inspireren door beelden. Maar ik blijf in de eerste plaats een boekenmens, ik hou van het tactiele van papier.

De modewereld neemt zichzelf soms te veel au su0026#xE9;rieux.

Ik geloof niet in lelijkheid als trend. Ik ben een estheet: mode mag extreem zijn, maar ze moet mensen mooier maken. Mijn creaties zijn vaak heel opvallend, maar nooit belachelijk. Dat neemt niet weg dat ik geregeld een knipoog in mijn collecties stop, zonder daarom cartoo- nesk te zijn. Humor is een van de belangrijkste eigenschappen van een mens. Het is ook een vorm van zelfrelativering, want de modewereld neemt zichzelf soms te veel au sérieux. Ik besef ook goed dat we als ontwerpers slechts voor een kleine, elitaire groep creëren. Mode is al lang geen prioriteit meer voor de consument.

Er rest me steeds minder tijd. Misschien twintig jaar, misschien wat minder of wat meer – een griezelige gedachte. Die tijd wil ik goed invullen. Zo wil ik het huis laten renoveren dat we onlangs in Italië gekocht hebben. Het ligt op een idyllische plek waar we oud willen worden, en waar ik ook graag mijn atelier wil vestigen. Ik ben al volop ideeën aan het verzamelen.

Ik zie mezelf nooit met pensioen gaan. Als het van mij afhangt, werk ik nog jarenlang in de mode en de keramiekkunst. Op creëren staat ook geen leeftijd – het is een bron die nooit opdroogt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content