Zondagochtend is het, nog voor de kale rode bosmier wakker is of zelfs maar de hardwerkende Vlaming. Op de radio heeft iemand het in zijn hoofd gehaald Bridge over Troubled Water te draaien, wat mij terugvoert naar onbezoedelde wateren van wat we al een hele tijd ‘de vorige eeuw’ moeten noemen. Simon & Garfunkel waren toen groot en ik was een klein manneke, dat op zijn schoolrapport goede punten verzamelde voor netheid & vlijt en ervan droomde de ruimte te veroveren met een raket, voortgestuwd door zes tweedehandse Porschemotoren. Simon & Garfunkel verspreidden een boodschap van liefde en hoop die mij op die leeftijd wel aansprak, hoewel ik de liederen toen al van zeemzoetheid verdacht, met hun uitbundig gebruik van kloppende harten, geurige kruiden en seizoenverschijnselen.

Het duo gaf een gigantisch concert in Central Park en toen glipten Simon & Garfunkel weer weg uit mijn leven, zoals ook mijn vader, de blonde van Abba en de watersletsen die aan de kust van Joegoslavië bescherming boden tegen de gemene stekels van zee-egels. Er was weinig dat niet veranderde in de daaropvolgende jaren, behalve de manier waarop mensen zich voortplantten en ademden.

In wezen veranderde er dus weinig, tenzij dan dat pannekoeken zich tot pannenkoeken transformeerden en dat zeeëgels plotsklaps als zee-egels dienden te worden geschreven. Sommige mensen zijn zo dol op vooruitgang dat ze zelfs de spelling niet ongemoeid kunnen laten. Zelf ben ik niet zo’n supporter van vooruitgang, vermits hij door mensenhand gefabriceerd wordt, onder invloed van organen en klieren die maar zelden meer vrijheid en gelijkheid produceren.

Maar om bij Paul Simon te blijven : die liep ik onlangs tegen het lijf op het internet, toen zijn vrouw hem een mep verkocht bleek te hebben. Ten gevolge daarvan liep hij een oppervlakkige snijwonde op aan het oor, wat mevrouw Simon van de weeromstuit kneuzingen bezorgde aan de rechterpols. Maar muziek verzacht gelukkig de zeden en amper een week later legden ze de ruzie al bij met een duet : Like to Get Know You Again. Op de begeleidende foto keek Paul Simon enigszins beteuterd in de lens. Hij had zo’n bril die op zijn borst bungelde aan een veter, een onmiskenbaar teken van verslappende spieren die de mens vanaf zekere leeftijd zelfs tot in de oogbol parten spelen.

Het nieuws van de echtelijke twisten interesseerde mij weinig, maar wat schrok ik van Paul Simons beeltenis. Zo onschuldig als Google en Facebook in normale omstandigheden lijken, zulke gruwelijke tijdmachines worden het als ze foto’s opdelven van mensen die je een eeuwigheid niet meer gezien hebt. Of het nu the Fonz is uit Happy Days, Poncherello uit CHiPs of die klasgenoot aan wie je de afgelopen kwarteeuw niet meer gedacht hebt : als bij toverslag zie je ze in hun huidige, door de tand des tijd aangevreten toestand. Vaak moet je moeite doen jezelf ervan te overtuigen dat zij het wel degelijk zijn en geen acteurs die voor de gelegenheid gegrimeerd zijn met groeven, levervlekken en ouderdomssproeten.

Toen ik de zoekrobot losliet op de andere helft van het olijke duo, Art Garfunkel, stelde ik vast dat zijn wilde krullen hem als vanzelfsprekend van het hoofd gewaaid waren. Voor de rest was hij wat op Bassie komen te lijken van Bassie en Adriaan, de bekende televisieserie waar mijn dochter van zeven nooit naar heeft willen kijken. Zij weet dat dat iets is uit mijn tijd en als er één ding is waar kindjes van nu zich niet mee willen encanailleren, dan is het wel met dingen die gemaakt zijn voor kindjes van vroeger. Ik kan haar daar geen ongelijk in geven. Elk kind heeft het recht om één keer fris en nieuw te zijn en vol verwachting op de brug te staan van dat grote, overal en nergens naartoe klotsende schip van de mensheid.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Er was weinig dat niet veranderde in de daaropvolgende jaren, behalve de manier waarop mensen zich voortplantten en ademden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content