DE DAMESOVERALL

Geregeld duiken ze nog wel eens op in een kollektie, maar de echte rage van overalls voor vrouwen is gelukkig voorbij. Midden jaren ’80 was de overall een soort hemd en broek uit één stuk een grote modehit. Een praktisch stuk werkkledij werd omgebouwd tot iets wat in de ogen van modeontwerpers een nieuw onderdeel van de vrouwengarderobe moest worden. Weg gingen de praktische zakken halverwege knie en heup waarin de knutselaar zijn handige hamer of plooimeter wegstak. Weg de borstzakjes met velcrosluiting, waarin een stompje potlood, nagels en schroefjes zaten. De ontwerpers ontdeden de mode-overall ook van de handige drukknoopjes aan de pols die de mouwen bijna hermetisch afsluiten, een detail waaraan onder meer ruitenwassers gehecht zijn.

Voor vrouwen werd een gestileerde versie bedacht, met allerlei nutteloze maar suggestieve details. Want dat is toch de voornaamste bedoeling van vrouwenkleding : suggereren. Waarschijnlijk was het ook niet de Vlaamse dokwerker die tot inspiratie diende maar veeleer de snaak aan een tankstation in de Verenigde Staten wiens halfopen overall een getraind lichaam deed vermoeden. Sommige ontwerpers voorzagen de damesoverall dan ook van een rits over de hele voorkant, die je tot op een zelfbepaalde hoogte kon dichttrekken of laten openstaan. Een zakelijk gesprek kon op luchtiger onderwerpen worden gebracht door langoureus met de sluiting te spelen. Aan het lipje van de rits zat een grote ring waar jolige kollega’s het soms moeilijk mee hadden. Maar ze beseften meestal op tijd dat Miet Smet meekeek. Er waren ook damesoveralls met drukknopen vooraan. Die moesten een ietwat wild meisje suggereren dat in één hevig gebaar kon ontkleed worden. En dan waren er de saaiere modellen met knopen en knoopsgaten.

Behalve op perfekt gebouwde lichamen zaten vrouwenoveralls zelden lekker en ze boden nauwelijks optisch voordeel. Wie platte billen had, kreeg er geen gram ronding bij. Om enigszins vorm te geven, moest er een riem in de taille worden gedragen. Met alle konsekwenties vandien : een breed achterwerk of een te grote boezem werden nog eens extra benadrukt.

En dan de praktische konsekwenties : naar het toilet gaan, was een kwelling. Dringend naar het toilet moéten, was een hel. Niet alleen moest de rits naar beneden, je moest ook uit de mouwen. En dan de hele toestand bijeengraaien, zorgen dat de mouwen niet in de pot verzeilden en alles ergens boven de knieën vasthouden.

Sukkelden vrouwen al met dat ding in de zomer van ’84, in de winter werd het nog erger. Het heette dan wel overall, omdat het oorspronkelijk over andere kleren werd gedragen maar de meeste vrouwen beperkten die andere kleren tot ondergoed, zelfs bij lage temperaturen. Nu zijn toiletten zelden verwarmde ruimtes, ook niet bij vrienden thuis. En zo zaten we daar dan : poedelnaakt tot aan de knieën, de armen vol textiel, en helemaal onder het kippevel.

En in tegenstelling tot wat de rits en de drukknopen mochten suggereren : op romantische momenten schoot de overall helemaal tekort. Stel u voor : u eindigt na een kuspartij op een bed of een sofa, alleszins in liggende toestand, klaar om subtiel ontkleed te worden. Rits glijdt naar beneden of drukknopen worden opengerukt, naargelang uw stijl. Na een verkenning van de voorkant wil de kusser in kwestie naar een bovenarm, een bil of een ander onderdeel. Maar de traag opgebouwde spanning moet plots worden stilgelegd, wil u niet eindigen met een ontwrichte schouder of flarden gescheurd textiel.

Neen, ik heb nooit gehouden van dit kledingstuk. Laat het maar waar het tot zijn recht komt, op bruingebrande kerels aan tankstations.

FRIEDA VAN WIJCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content