Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Het is niet meteen het hipste spel, of het meest spectaculaire. Het is een wonder dat het in deze tijd van virtuele werelden, explosies en Grand Theft Auto zo populair is. Madonna en Martha Stewart zijn fan, net als Barack Obama, en Bill en Hillary Clinton. Keanu Reeves speelt het, en Michael Milken, de Amerikaanse bankier die veroordeeld werd voor fraude, organiseerde toernooien in de gevangenis. Schrijver Nabokov was zo slim dat hij het in meerdere talen kon. Koningin Elizabeth is er dol op, en het spel is toevallig even oud als haar zoon Charles.

Scrabble wordt dit jaar 65 en wordt nog steeds massaal gespeeld. Old-school, op het bord met de honderd letterblokjes. Of in onlineversie. Gezellig ruziemakend met familie : dat woord bestaat niet ! Of heel competitief in internationale wedstrijden, waarbij de spelers hele woordenboeken uit het hoofd leren en vooral de lange lijsten memoriseren van woorden met x, q of y erin. Want vreemd genoeg aanvaardt ‘hij’ – de scrabblegod – niet het alomgekende IQ, maar wel QI, de levenskracht of spirituele kracht uit de Chinese cultuur.

Op het net staan verslagen van wedstrijden, alsof het om olympische prestaties gaat. “Chew heeft nog 15 minuten om een woord te maken, Kaufman heeft al 20 seconden extra tijd opgelopen. Chew besluit dat dit niet zijn sleutelzet is en maakt heel snel een woord, scoort slechts enkele punten, maar is wel van een aantal dubbele letters afgeraakt wat hem end-game flexibility geeft en wat Kaufman extra onder druk zet.” Ik ruik het angstzweet. De spelers schatten scrabble hoger in dan schaken, want je moet meerdere zetten vooruit denken en een veelheid aan woorden in gedachten houden. Welke letters liggen er al op het bord ? Hoeveel blokjes zijn er nog over ? Dit zijn mensen die meer dan 500 als eindscore halen en met een woord als ‘extra-uterien’ (buitenbaarmoederlijk) 107 punten noteren. Grootmeesters zijn het. Geluk ? Dat heeft er volgens hen slechts in één op zes matches mee te maken.

Sportjournalist Stefan Fatsis geraakte zo geobsedeerd door scrabble dat hij zelf deelnam aan het wereldkampioenschap en er in 2001 een boek over uitbracht : Word Freak. “Vooral de spelers fascineerden me. Ze waren een droom voor een schrijver : kleurrijke figuren, spraakwatervallen en een beetje vreemd. Maar vooral gepassioneerd en briljant. Ik wilde van hen leren.” Fatsis vroeg zijn vrouw ten huwelijk na een vier uur durende zevengangenlunch in het driesterrenrestaurant L’Arpège in Parijs, door twee scrabblerekjes boven te halen en de vraag te spellen : “Will you marry me ?”

De Amerikaanse architect en kruiswoordpuzzelfanaat Alfred Butts bedacht het spel tijdens de depressie in 1931 maar moest tot 1948 wachten voor hij een partner vond die erin geloofde en het spel op de markt wilde brengen. Hij verkocht zijn rechten, maar hield aan elke verkoop 3 dollarcent royalty’s over. Genoeg om heel comfortabel van te leven, zoals hij zelf zei. Zijn geliefkoosde scrabblepartner was zijn vrouw Nina, die hem telkens weer versloeg. Na haar dood voelde Butts zich eenzaam omdat hij niemand meer had om mee te scrabbelen en hij bedacht nog een keer een ander spel : Alfred’s Other Game, een soort van scrabble solitaire. Het werd nooit een groot succes. Je moet met twee zijn. En kibbelen.

lene.kemps@knack.be

Lene Kemps

“Scrabblefanaten zijn een droom voor een schrijver : kleurrijke figuren, spraakwatervallen en een beetje vreemd. Maar vooral gepassioneerd en briljant”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content