De donkere plafonds van deze grote loft in een oud Antwerps stapelhuis doen denken aan de overhangende rotsen waarin onze voorouders schuilden. Met één groot verschil : deze shelter herbergt een schat aan design.

Info : 09 361 00 35.

Het stemt tot meditatie als je bedenkt dat er in deze ruimte nooit eerder mensen hebben gewoond. Het grote pakhuis aan de noordkant van Antwerpen kan je vergelijken met een enorm rotsblok vol gaten. Vroeger werden daarin jarenlang goederen gestouwd. Er kwamen wel mensen over de vloer om te werken, maar niemand bracht er ooit een nacht in door. Wie dat weet heeft weinig verbeelding nodig om te beseffen dat het realiseren van een woonloft in deze ruimte een architectonisch avontuur was.

Ook de ontwerper, architect Eddy François, was meteen onder de indruk van de schijnbaar onherbergzame betonnen grot die diep doordringt in de kern van het gebouw. Het is net een spleet in een rots, een overhangende rotspartij waarin onze voorouders zeker een schuilplaats zouden hebben gezocht, als er toen zoiets had bestaan. Dat ‘diepe’ gevoel heeft de architect op een schitterende en vooral imponerende wijze bewaard. De zwartgeschilderde plafonds en de zwarte gordijnen geven de loft dat grotgevoel. Precies door de invulling met witte vloeren, gave wanden, kasten en kleurrijke meubels – goed voor sterke blauwe, groene, gele en rode accenten -, krijg je een sprankelend gevoel in de buik. Het is alsof je na een lange tocht door de catacomben op een kleurrijke muurschildering botst.

Een licht gevoel

Voor de bewoners van deze ruimte heeft Eddy François wel meer woningen ingericht, waaronder een prachtig appartement in een oud Parijs stadshotel. Ook daar heeft hij zonder aan de basisarchitectuur van het gebouw te raken, een uitgesproken hedendaagse leefruimte gecreëerd. Hier heeft hij alleen een paar later ingebrachte binnenwanden verwijderd om een open ruimte te realiseren. Uiteraard bleven de grote betonnen zuilen staan. Ze zijn trouwens niet mooi gealigneerd, waardoor ze op de bomen van een bos lijken. François vindt juist dat dergelijke ‘gekregen’ elementen, die niet door hem zijn ontworpen, voor extra spanning zorgen. Het is alsof je een brok ruwe natuur in huis haalt. In die zin is de ontwerper creatief nauw verwant aan zijn artistieke vriend Andrea Branzi. De pilaren delen de woonruimte ook min of meer in : de centrale circulatieas loopt langs de zuilen.

Kleurvlakken

Eddy François heeft de totale ruimte opgedeeld met een aantal ‘dozen’, voor onder meer de slaapruimte en een volledig met houtfineer beklede trap. Het grondplan is dus niet symmetrisch opgevat. De witte, glanzende vloer geeft de bezoeker een ‘licht gevoel’. Soms lijkt het wel alsof je op water dobbert. Een bijzondere sensatie in een ruimte waarvan de zoldering toch vrij laag is. Ook de kleurvlakken zorgen voor visuele verfrissing. Hiervoor werkte François samen met de in Antwerpen wonende Britse kunstschilder Perry Roberts die vrij monumentale doeken schildert met imposante kleurvlakken. Zijn aan het constructivisme verwante stijl staat dicht bij de architectuur. Voor de Parijse flat ontwierp hij al een groot doek op maat van een bepaalde ruimte. Hier ging de samenwerking met de architect verder, want hij besliste een aantal wanden te kleuren. Perry koos voor mengtinten die nooit te voyant, maar wel heel present zijn. Door de zwarte zoldering en de witte vloer lichten ze zelfs op, waardoor je nog meer het gevoel krijgt dat de gehele architectonische invulling van de loft als een bewoonbare sculptuur is bedoeld.

Door het spel van de kleurvlakken en de volumes van wanden en kasten sluiten François en Perry aan bij een rijke architectuurtraditie met diepe wortels in de twintigste eeuw. Denk maar aan de experimenten uit de jaren twintig en dertig van onder meer Gerrit Rietveld, Huib Hoste, Victor Servranckx en Jozef Peeters. Deze laatste beschilderde zijn flat op de Antwerpse Linkeroever op een min of meer gelijkaardige wijze.

Het is misschien wat voorbarig, maar het interieur van François komt over enkele jaren zeker in aanmerking om als monument te worden beschermd.

Ontspannen stijl

Architect Eddy François en interieurarchitect Caroline De Wolf verwierven jaren geleden bekendheid met hun galerie Argentaurum (Zeedijk 826, Knokke) waar ze creaties presenteren van bevriende ontwerpers, architecten en progressieve kunstenaars. Zo was Andrea Branzi, de vermaarde Italiaanse ontwerper en designfilosoof, er vele malen te gast. Samen met Branzi, Toyo Ito en Hera Van Sande ontwikkelde François ook een opmerkelijk ontwerp voor het Gentse Muziekforum.

Het duo François en De Wolf heeft tal van andere realisaties op zijn naam, waaronder veel gebouwen in en rond Gent, alsook lofts in Antwerpen en Parijs. Het echtpaar werkt aan gemeenschappelijke projecten maar realiseert ook afzonderlijke opdrachten. Hun ontspannen stijl neemt een aparte plaats in en contrasteert met de strakke architectuur van veel van hun confraters. Ze zijn niet bang van gedurfde vormen, felle kleuren en houden van wat onvoorspelbaar is. Hun architectuur volgt immers het Japanse principe van wabi-sabi, waarbij er steeds onperfecte elementen – zoals iets uit de natuur of, in het geval van deze loft, de oude betonnen zuilen – worden geïntegreerd.

Door Piet Swimberghe / Foto’s Sarah Blee

Het is alsof je na een lange tocht door de catacomben op een kleurrijke muurschildering botst.

Je krijgt het gevoel dat de gehele architectonische invulling van de loft bedoeld is als een bewoonbare sculptuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content