Vrije Tribune
Baas over Eigen Hoofd: ‘Het geweld dat vrouwen wordt aangedaan, gebeurt ook in naam van het feminisme’
Samira Azabar, Ida Dequeecker en Anna Vleeshouwers van BOEH! (Baas Over Eigen Hoofd) zijn op deze 110e Vrouwendag samen een van de 110 stemmen die antwoorden op de vraag waarom een dag als deze nog nodig is.
Alleen al om haar oorsprong en geschiedenis van strijd voor vrouwenrechten is de Internationale Vrouwendag belangrijk. De dag blijft ook nodig, als een écht solidaire en internationale dag waarop vrouwen uiting geven aan de intersectionele strijd die ze constant voeren. Daarin herkennen wij ons als leden van BOEH!, een feministische en antiracistische beweging die de vrije keuze van alle vrouwen voorop stelt door onderdrukkende systemen in vraag te stellen.
Voor ons geen melige hallmark kaartjes voor ‘sterke vrouwen‘, kortingen op parfums of cosmetica, en gratis entree in de wellness, geen neoliberale feministische illusies van puur individualistische emancipatie en bijhorende opgedrongen emancipatiemodellen. We willen voorbij de gedwongen onmenselijke ratrace waar bevrijding wordt gemeten aan het aantal vrouwen in raden van bestuur en CEO-posities, en staan voor een solidaire en concrete eisenstrijd die beantwoordt aan de diverse belangen en noden van vrouwen onderbouwd met een gegronde analyse van systemische onderdrukking. Dat alle feministische strijdthema’s van weleer, zij het in steeds nieuwe en geglobaliseerde vormen, vandaag nog steeds pijnlijk actueel zijn, bewijst dat het gaat om een systemische onderdrukking. Het is ontnuchterend te moeten vaststellen hoe de gelijke rechten en vrijheden van vrouwen nog steeds geschonden worden op dezelfde domeinen: werk, de ongelijke taakverdeling arbeid/zorg, de dubbele dagtaak, fysieke integriteit en zelfbeschikking, maatschappelijke participatie, enzovoort.
De feministische strijdthema’s toen en nu
De positie van vrouwen op de arbeidsmarkt wordt nog steeds beïnvloed door structureel seksisme en racisme. Dat komt onder andere tot uiting bij sollicitaties en ontslagen, carrièremogelijkheden en lonen. Volwaardige participatie tot de arbeidsmarkt en economische onafhankelijkheid blijven een belangrijk strijdpunt. De feminisering van armoede liegt er niet om. Voor heel wat vrouwen zijn alleen jobs met lage lonen en precaire contracten weggelegd. Ook deeltijds werk is voor velen geen keuze, maar een realiteit, met alle consequenties van dien: op hun inkomen, hun pensioenen en hun economische onafhankelijkheid in de brede zin, wat hen opnieuw kwetsbaarder maakt voor andere problematieken. Een voorbeeld van de oneindig gevarieerde manieren waarop vrouwen op de arbeidsmarkt gediscrimineerd worden is de gerichte en meervoudige discriminatie van vrouwen met een hoofddoek, op basis van hun gender en hun religie.
Het geweld dat vrouwen wordt aangedaan, gebeurt jammer genoeg ook in naam van het feminisme
Niet alleen economisch geweld, maar ook fysiek geweld blijft een nodig strijdpunt. Zo bewijzen ook de alarmerende cijfers van geweld tegen vrouwen – verveelvoudigd tijdens de coronacrisis – de ernst van de situatie. Zelfs in die mate dat men wel moet spreken over een heuse schaduwpandemie. Ook seksueel geweld blijft hoog op de feministische agenda staan. Naar schatting worden elke dag zo’n 100 mensen in België verkracht, waarvan slechts 10% aangifte doet, soms uit schrik niet geloofd te worden. Dat slachtoffers uit vrees voor slut shaming en victim blaming nog steeds het zwijgen worden opgelegd ondanks de internationale #MeToo-beweging die in 2017 van de grond kwam, getuigt van een gebrekkige maatschappelijke discussie over deze urgente thematiek. Dat media anno 2021 nog berichtten over ‘seks zonder toestemming‘ – een contradictio in terminis – spreekt boekdelen. De straffeloosheid rond seksueel geweld boezemt evenmin vertrouwen in: slechts 5% van alle verkrachtingszaken resulteert in een effectieve veroordeling. Sommige slachtoffers verkiezen zeer begrijpelijk de term overlevers, omdat fysiek of seksueel geweld voor anderen soms de dood betekende. Zo zijn er elk jaar meer dan twintig gevallen van femicide, vrouwen die vermoord worden omdat ze vrouw zijn. In wezen zullen het er veel meer zijn, maar tot op heden is femicide nog niet opgenomen in het Belgisch strafwetboek. Dit geweld analyseren als uitzonderingen, als individuele gevallen van vrouwenhaat, miskent het structurele karakter van de problematiek. Geweld tegen vrouwen doet zich wereldwijd voor in vele varianten met gelijkaardige consequenties. De bewering dat geweld tegen vrouwen ingebakken zit in sommige culturen maar niet in de westerse is dan ook uiterst kwalijk.
Verder maakt het debat rond de versoepeling van de abortuswet duidelijk hoe het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen gefnuikt wordt. Vrouwenlichamen blijken een onderwerp ter discussie in de Kamer, waar overigens nog steeds voornamelijk mannen zetelen. Nochtans zijn experts het er veelal over eens: de afschaffing van de paternalistische, verplichte wachttijd en de uitbreiding van het legale termijn zijn nodig om toegang tot veilige abortus te garanderen. Wereldwijd staan abortusrechten onder druk en zien vrouwen hun keuzevrijheid ingeperkt. Waar de Argentijnse vrouwen begin dit jaar nog een slag thuishaalden, is een totaalverbod in de Dominicaanse Republiek en Honduras een (nakende) realiteit. In Polen werd onlangs de al bijzonder restrictieve abortuswet nog verder verstrengd. Er is reden tot onrust: van abortus als politiek schaamlapje voor geblokkeerde formatiegesprekken in juli over het gebrek aan consensus en laf uitstelgedrag in het federaal regeerakkoord tot Conner Rousseau die de controle over baarmoeders aan overheden wil overdragen. Het machtsvertoon van het politieke patriarchaat tart alle verbeelding. Structurele ongelijkheden worden keer op keer benaderd vanuit een individueel schuldmodel, hetgeen een rechts mensbeeld in de hand werkt. Toch vragen de problematieken waar vrouwen vandaag mee af te rekenen hebben om een bredere maatschappelijke analyse.
Het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen over hun eigen lichaam wordt op vele manieren geweld aangedaan
De verrechtsing in onze samenleving, gekenmerkt door het succes van populistische en (radicaal) rechtse partijen in Europa, gaat ontegensprekelijk gepaard met het kwijtspelen van verworven vrouwenrechten. Meer nog, radicaal rechtse partijen instrumentaliseren het feministisch discours voor de eigen politieke agenda: vrouwen worden aangemoedigd om meer kinderen te krijgen in de strijd tegen migratie en tegen de zogenaamde islamisering. Of het nu gaat over seksualiteit, de hoofddoek of abortus, het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen over hun eigen lichaam wordt op vele manieren geweld aangedaan. Het is tegen deze achtergrond dat Baas Over Eigen Hoofd de vrije keuze van vrouwen voorop stelt en structurele onderdrukking consequent bevraagt, vooral in tijden van crisis.
Corona zet alles op scherp
De coronacrisis zet de verschillende vormen van ongelijkheid op scherp en maakte pijnlijk duidelijk welke arbeid werkelijk levensnoodzakelijk is: zorgarbeid. Waar feministen al lange tijd pleiten voor de herwaardering en opwaardering van zorg, kan nu niemand er meer omheen. De feministische analyse dat zorg niet in functie van productie en winst moet staan, maar dat productie juist in dienst moet staan van zorg om het goede leven, overtuigt steeds meer. Dit sluimerende inzicht legt de waanzin van de neoliberale visie op zorg bloot, die onze samenleving al decennia in de ban houdt en dringend moet worden doorbroken.
Vandaag applaudisseren we voor de helden van de zorg, hangen we motiverende spandoeken en steun betuigende teddyberen aan het voorraam terwijl de sector die al jaren kreunt onder neoliberale besparingen voortdraait en de samenleving draaiende houdt. Politici die vandaag de mond vol hebben van lof voor deze schijnbaar ‘nieuwe’ helden zijn verantwoordelijk voor de ontmenselijkende commercialisering en toenemende privatisering van de zorg voor kapitalistisch winstbejag, wat resulteerde in een verder op de spits gedreven werkdruk en flexibilisering van contracten, en een chronisch tekort aan werkkrachten, of liever: vrouwkrachten. Zonder de inzet van vrouwen van kleur en het aantrekken van buitenlandse vrouwkracht is het onmogelijk om het hoofd te bieden aan dit chronisch tekort. In een geglobaliseerde wereld wordt een migratiestroom van zuid naar noord op gang gebracht van extra uitgebuite werkkrachten om een doorgedraaid en onrealistisch arbeidsmodel vol te houden. Vrouwen, die vaak hun gezin moeten achterlaten, worden op alle mogelijke terreinen van zorg, legaal en illegaal, ingezet. Kortom, vrouwen zijn vooral terug te vinden in jobs die vaak gekenmerkt worden door zorg, een lage jobkwaliteit/status en slechte werkomstandigheden: van de gezondheidszorg (82,5% van de werknemers is vrouw) tot de schoonmaaksector (98% is vrouw) en het onderwijs (75% is vrouw).
Stel u een wereld voor waar vrouwen een dag massaal al hun werk (op de werkvloer en thuis) neerleggen, dan staat de wereld stil
De zorgarbeid legt niet alleen de voortdurende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen bloot, maar bovenal de toenemende ongelijkheid tussen vrouwen. Wanneer in de jaren zestig, zeventig steeds meer vrouwen zich begeven op de betaalde arbeidsmarkt, wordt nog steeds een groot deel van de zorg opgenomen door vrouwen. Zij die het kunnen permitteren, besteden zorg en huishoudelijke taken noodzakelijkerwijs steeds vaker uit. De dominantie van de ideologie van het kostwinnersmodel waarbij het onbetaalde werk van een huisvrouw het betaalde werk van de mannelijke kostwinner mogelijk maakt – al stelt men het steevast andersom voor – komt stilaan ten einde en maakt plaats voor de neoliberale ideologie van een ‘emanciperend’ tweeverdienersmodel, in de idee dat werk op zich, hoe precair, slecht betaald en afstompend ook, emanciperend is. Zorgarbeid uitbesteden is een privilege van de middenklasse, dankzij de goedkope arbeid van andere vrouwen, vaak met een migratieachtergrond. Zo wordt niet alleen de zorg, maar ook de ongelijkheid doorgeschoven; een fenomeen dat in academische kringen gekend is als de mondiale zorgketen (global care chain).
Als feministisch en antiracistisch platform (BOEH!) stellen we vast dat een wereldwijd web van uitbuiting, onderdrukking en ongelijkheid verschillende vrouwen verschillend treft. Dat afkomst, kleur en klasse het seksisme kleuren en versterken. En omgekeerd, dat seksisme deel uitmaakt van racisme en klasse-ongelijkheid. Een inclusief feminisme dat oog heeft voor deze intersecties en de gepaarde onderdrukkende systemen is onontbeerlijk. Voor BOEH! vormt intersectionaliteit dan ook het kloppend hart van onze analyses en acties.
Geweld inherent aan onderdrukkende systemen
De werkelijkheid is zoals al gesuggereerd complexer dan een simpele opsomming van thema’s laat vermoeden. Diversiteitstrainingen om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan, bewustwordingscampagnes tegen geweld en seksisme en seksuele voorlichtingscampagnes verdienen de nodige ruimte en aandacht, maar zonder een grondige analyse van het dominante en onderdrukkende systeem dat deze problematieken in stand houdt, zetten ze weinig zoden aan de dijk. Het inherent geweld van dat systeem, waarin klasse ongelijkheid, seksisme en racisme onlosmakelijk verweven zijn en een algemene cultuur van seksistisch en racistisch geweld voeden, blijft zo onder de radar. Ondertussen wordt de neoliberale mantra van vrije keuze gretig aangevoerd om structurele uitsluitingsmechanismen te verhullen.
Een feminisme dat streeft naar gelijkheid en vrijheid, kan niet anders dan zich actief inzetten in de strijd tegen racisme en (neo)kolonialisme
De Internationale Vrouwenstaking op 8 maart ter verdediging van reproductieve rechten en in verzet tegen fysiek en symbolisch geweld gaat wel uit van een allesomvattende analyse van hoe het kapitalistisch systeem alle leven onderwerpt aan winstimperatieven. Op deze dag van strijd wordt nogmaals benadrukt dat de onbetaalde en onderbetaalde (zorg)arbeid van vrouwen de samenleving draaiende houdt. Stel u een wereld voor waar vrouwen een dag massaal al hun werk (op de werkvloer en thuis) neerleggen, dan staat de wereld stil. Dat is de krachtige boodschap van Internationale Vrouwendag vandaag. BOEH! deelt die helemaal.
BOEH! vindt onder meer inspiratie in het manifest Feminism for the 99%, dat stelt dat voor een samenleving vrij van seksisme, uitbuiting en geweld een einde moet komen aan de patriarchale, racistische en kapitalistische structuren. Het feminisme voor de 99% verwerpt de idee dat gelijkheid bereikt is als vrouwen eenzelfde aandeel als mannen bereiken in onderdrukkende machtsposities, maar bevraagt die machtsposities op het geweld dat ze voortbrengen. Het pleit voor een wereld waar rijkdom en natuurlijke bronnen gedeeld worden door allen in gelijkheid en vrijheid.
Racisme en islamofobie verhuld als feminisme
Het geweld dat vrouwen wordt aangedaan, gebeurt jammer genoeg ook in naam van het feminisme. Dagelijks ervaren wij hoe racisme en islamofobie doorgedrongen zijn tot bepaalde neoliberale feministische verhalen, die uitgaan van een wij-zij-visie op de samenleving. Zij steunen op een etnocentristische mythe dat alleen westerse vrouwen bevrijd zijn van eeuwenlange vrouwenonderdrukking dankzij hun superieure cultuur en dat hun emancipatiemodel dus hét antwoord biedt op de aanhoudende onderdrukking van ‘de Ander’. De hoofddoek staat steevast centraal in hun verhaal, terwijl tal van structurele problematieken waar alle vrouwen mee geconfronteerd worden doodgezwegen worden. Deze feministen verdedigen een hoofddoekenverbod in naam van de gelijkheid van vrouwen en mannen, in naam van vrijheid.
Tegelijkertijd ontnemen ze de getroffen vrouwen de vrijheid om zelf keuzes te maken over eigen doen en laten, eigen lichaam en leven. Voor hen telt de zelfbeschikking en actiebekwaamheid van moslima’s niet, voor hen geldt het begrip zelfbeschikking niet. Dit ‘feminisme’, dat racisme verhult onder een feministisch discours, bestrijden we met alle mogelijke middelen. Ons inclusief feminisme biedt hiertegen weerwerk. Anders dreigen de centrale feministische principes vrijheid, gelijkheid en solidariteit ondergesneeuwd te geraken.
Naar een intersectioneel feminisme!
Precies omdat dit hele uitbuitingssysteem en de daaruit voortvloeiende structurele ongelijkheden zo onlosmakelijk met elkaar verweven zijn, is er nood aan een radicaal intersectionele analyse die zich verzet tegen elke vorm van discriminatie en onderdrukking. Een feminisme dat streeft naar gelijkheid en vrijheid, kan niet anders dan zich actief inzetten in de strijd tegen racisme en (neo)kolonialisme. Wanneer de bevrijding van de ene leidt tot de onderdrukking van de ander is er geen sprake van emancipatie. Feminisme zal intersectioneel zijn, of het zal niet zijn, zo stelde Flavia Dzodan treffend.
Wij staan voor een feminisme voor de 99% dat streeft naar de gelijke rechten en vrijheden van iedereen
Die visie delen we. Meer dan veertien jaar geleden maakte BOEH! de keuze voor een radicaal intersectioneel feminisme, met een bijzondere aandacht voor hoe islamofobie en racisme vrouwen disproportioneel treffen. Getuige het hoofddoekverbod waar islamofobie en seksisme samenkomen. BOEH! blijft de strijd aangaan voor het recht op zelfbeschikking van elk meisje en iedere vrouw over haar eigen doen en laten, haar eigen lichaam en leven. Dit vormt het vertrekpunt voor een intersectioneel activisme dat zich verzet tegen iedere vorm van (meervoudige) discriminatie, uitbuiting of geweld, een feminisme voor de 99% dat streeft naar de gelijke rechten en vrijheden van iedereen.
Op 8 maart 2021 sluiten we aan bij de hoopvolle, jongste traditie van Internationale Vrouwendag en leggen we het werk neer om de aandacht te vestigen op de urgente eisen van vrouwen wereldwijd. In weerwerk tegen de kapitalistische commercialisering van Internationale Vrouwendag zetten we ons juist in voor de politisering van deze traditionele strijddag en opdat antikapitalisme en antiracisme prioritair deel gaan uitmaken van de feministische agenda. Om met de wijze woorden van Audre Lorde af te sluiten: ‘I am not free while any woman is unfree, even when her shackles are very different from my own.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier