Binnenkijken bij buitenmensen: wat als de tuin de belangrijkste leefruimte is?
Het was de grote tuin die Rob en Marieke over de streep trok en dus moest de woning op z’n minst inspelen op het omringende groen en hun grote liefde voor het buitenleven. Het resultaat? Hier zit je bijna het jaar rond op het terras.
Een rondje rond het huis voelt hier anders. Klinkt ook anders. Het veelvoud aan speelse luifels met verschillende hellingsgraden en lengtes geeft een geborgen gevoel. Onderweg nodigen geïntegreerde zitbanken je uit om met zicht op telkens een ander stukje groen te pauzeren. De planken in oregon pine, die doorlopen in de gevel, stralen warmte uit en vragen erom blootvoets te lopen. Bovendien lijkt het terras de woning op te tillen, ook al gaat het maar om dertig centimeter. “Dit is de typische American porch meets Japans paviljoen, maar dan op z’n Vlaams”, zo vat Basile van architectenbureau Graux & Baeyens het samen.
Bungalow als bijzaak
Het Gentse architectenduo Basile Graux en Koen Baeyens kreeg carte blanche van bewoners Marieke Lust en Rob Stockman. Een kleine drie jaar geleden viel het koppel voor een prachtige tuin in de buurt van Gent. Rob: “Er stond een typische jarentachtigbungalow op het stuk grond, maar eigenlijk hebben we daar tijdens de bezoekdag amper naar gekeken. Wij liepen bijna onmiddellijk door naar de tuin. Duizend vierhonderd vierkante meter, dat is enorm, zo vlak bij het centrum. De bungalow voelde bijna als bijzaak.”
De tuin en het buitenleven werden dan ook cruciaal in het ontwerp. Een vakantiehuis met een open, warme sfeer, maar met een bruut kantje. Het gedurfde voorstel om een houten gevelbekleding te laten contrasteren met een extra volume in zacht getinte roofing, kreeg meteen een enthousiast “doe maar”. Koen Baeyens: “Roofing is een vrij banaal materiaal, daarom hebben we heel veel tijd gestoken in de kleurkeuze, de soort, de uitlijning, de positionering van de ramen en de selectie van de juiste vakman.” Om de verbinding met de tuin maximaal te houden, kregen Rob en Marieke de vraag om niet te enthousiast te snoeien. De schapenweide en een verzameling aftandse tuinhokken verdwenen, voor de rest bleef de beplanting zo goed als onaangeraakt, inclusief een kerselaar, een notelaar, een hemelboom, acht appelbomen en twee verstrengelde rozenstruiken.
Basile Graux: “In een ontwerp zoeken we altijd naar mogelijkheden tot interactie. Deze woning wil zich niet afschermen. De smalle zijstroken aan een woning worden bijvoorbeeld vaak stiefmoederlijk behandeld, wij plaatsten er net een raam zodat het groen er bijna tot in de leefruimte groeit.” Ook in de keuken kozen ze voor een groot raam met zicht op de voortuin en de straat, zodat er een dynamiek kan ontstaan tussen buren en passanten. “Mocht je dat in de zithoek voorzien, dan zou je je bekeken voelen. Maar in een actieve ruimte zoals de keuken is die interactie net boeiend.” En dat heeft ook de betonnen zitbank vooraan, waar je de avondzon nog meepikt, al meermaals bewezen, volgens het koppel.
Zwevende trap
De glazen, pivoterende voordeur heeft hetzelfde uitnodigende effect. Eens binnen gaat je blik onvermijdelijk naar de brute betonnen trap. Koen Baeyens: “Een opvallend, massief element, je kunt in feite geen zwaardere trap maken. Om die zwaarte te doorbreken, leunt de trap bewust niet tegen de muren, maar lieten we twee centimeter ruimte. Dat kleine beetje licht dat nu vrij spel krijgt, maakt dat de trap elegant oogt en bijna lijkt te zweven.” Nog zo’n blikvanger: het plafond in potten en balken, een karaktervolle keuze die bezoekers charmeert… of doet twijfelen. “Wanneer gaan jullie dat plafond afwerken?” klinkt het zo nu en dan.
Het ruimtegevoel in deze gezinswoning bevalt Rob en Marieke enorm, en daar zitten de sterk verhoogde plafonds voor iets tussen. De betonnen balken zorgen voor een subtiele afbakening van de ruimtes zonder dat er een fysieke muur staat. Verder circuleer je hier als het ware rond de trap in het midden van het huis, waardoor de ruimtes links en rechts individuele plekken met een eigen karakter worden, maar toch één geheel vormen. Basile Graux: “Wat ons boeit in architectuur is het creëren van ruimtes die eenvoudig aanvoelen en toch gevarieerd zijn in hun onderlinge relatie en hun omgeving. Soms wil je grote zichten creëren, soms net kleine. Hoe kleiner het frame van de omgeving, hoe meer je op details gaat letten.”
Het beton, de potten en balken en de met kalei bestreken muren contrasteren met zachtheid door de overvloedige lichtinval, de kleuren en de materialen, zoals het subtiel getinte populierhout dat terugkomt in het maatwerk en ook het nieuwe volume inpalmt. Op deze verdieping zijn zowel wanden als plafond in de hal, slaapkamers en badkamers bekleed met de houtsoort, waardoor de warmte wordt doorgetrokken en je een gezellige, rustgevende cocon krijgt. Toch is de tuin ook hier nabij, want baden en ontwaken doen de bewoners met zicht op het groen. “Wij zijn echte buitenmensen”, vertelt Rob. De tuin vinden we fantastisch, Basile en Koen zorgden ervoor dat we ook effectief ín de tuin wonen. De ramen en deuren staan heel vaak open, de houten terrassen lokken je als vanzelf naar buiten. Zelfs als het regent, zitten we buiten, beschut onder de luifels. En tijdens de winter voelt ons huis zo licht en open dat we ons nooit opgesloten voelen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier