Vrije Tribune
”Supervoedsel’ kan verborgen honger helpen uitroeien tegen 2030′
Een tekort aan micronutriënten is een realiteit voor twee miljard mensen. Het heeft een ongeziene impact op de sociale en economische situatie van landen, zeggen voedingsexperts Heather Ohly en Nicola Lowe van de universiteit van Central Lancashire. Zij geloven sterk in biofortificatie om deze verborgen honger tegen 2030 de wereld uit te helpen.
Wereldwijd zijn 155 miljoen kinderen chronisch ondervoed, ondanks alle inspanningen die op dit vlak al werden gedaan en een Duurzaam Ontwikkelingsdoel (SDG) met de veelbetekenende naam Zero Hunger. Maar wat verstaan we eigenlijk onder het woord honger?
Honger kan verwijzen naar een gebrek aan voeding of een voedseltekort veroorzaakt door oorlog, droogte, mislukte oogsten of slecht beleid. Als onderzoekers zijn wij echter geïnteresseerd in een bijzondere vorm van honger: eentje die minder zichtbaar is, maar even verwoestend.
”Supervoedsel’ kan verborgen honger helpen uitroeien tegen 2030′
Een tekort aan micronutriënten, ook wel verborgen honger genoemd, ontstaat wanneer iemand een gebrek aan essentiële vitamines en mineralen in zijn of haar dieet vertoont. Deze toestand is een realiteit voor meer dan twee miljard mensen wereldwijd en draagt bij aan gebrekkige groei, slechte cognitieve ontwikkeling, toegenomen risico op infectieziekten en complicaties tijdens zwangerschap en geboorte. Logischerwijze heeft een tekort aan micronutriënten enorme implicaties op de sociale en economische situatie van landen.
Supplementen of verrijking van voedsel
Voedingssupplementen en de verrijking van levensmiddelen worden ingezet om het tekort aan micronutriënten tegen te gaan. Beide strategieën hebben een hoge kosten-batenratio. Maar omdat ze herhaaldelijk investeringen vereisen, is hun duurzaamheid beperkt. Supplementen kunnen worden gebruikt om verschillende tekorten te behandelen, maar het is een aanpak die veel middelen vereist en de oorzaak van het probleem, een slecht dieet, niet verhelpt.
Voedselverrijking verbetert dan weer de nutritionele waarde van het voedsel zelf. Micronutriënten worden toegevoegd aan basisvoeding tijdens de verwerkingsfase. Deze strategie vereist niet dat mensen anders gaan eten.
In Groot-Brittannië bijvoorbeeld wordt meel verrijkt met calcium sinds de Tweede Wereldoorlog. Toen werd het ingevoerd om te anticiperen op een verminderde aanvoer van melkproducten. Vandaag zijn veel voedingsstoffen verrijkt, waaronder brood, graanproducten en smeerbare boter.
466 miljoen mensen
Voedselverrijking in ontwikkelingslanden kwam onder de aandacht door het werk van organisaties zoals de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN). Programma’s voor voedselverrijking hebben basisvoedsel verrijkt met belangrijke nutriënten in meer dan 30 landen.
Het Universal Salt Iodization Partnership van GAIN en Unicef heeft 466 miljoen mensen in 14 landen beschermd tegen de slopende effecten van jodiumtekort, zoals mentale stoornissen of een kropgezwel, een zwelling in de nek als gevolg van een vergrote schildklier.
Het grootste nadeel van voedselverrijking is dat de armste gezinnen geen toegang hebben tot commerciële voedingsproducten. En het zijn net deze afgelegen, vaak landelijke gemeenschappen – volledig afhankelijk van het voedsel dat ze zelf kweken – die het meest getroffen worden door verborgen honger.
IJzerbonen en zinkrijst
Een alternatieve benadering is om micronutriënten toe te voegen tijdens het stadium van de landbouwproductie, via de veredeling van planten, ook wel biofortificatie genoemd. Het wordt bereikt door standaardvariëteiten te kruisen met hun wilde variant over verschillende generaties, tot dit resulteert in planten met meer micronutriënten.
‘Biofortificatie is slechts een gedeeltelijke oplossing die hand in hand moet gaan met inspanningen om armoede te bestrijden, voedselschaarste aan te pakken, net als ziekte, slecht sanitair en sociale en genderongelijkheid
Deze innovatieve strategie werd voor het eerst ontwikkeld rond 1990 en wordt nu uitgewerkt door de organisatie HarvestPlus, met de steun van het Britse ministerie voor Internationale Ontwikkeling. Er wordt met name gefocust op veredeling met ijzer, zink en vitamine A – de drie meest voorkomende tekorten aan micronutriënten wereldwijd.
Gewassen die er kwamen na biofortificatie heten dan vitamine A maïs, vitamine A cassave, vitamine A zoete aardappel, ijzerbonen, ijzergierst, zinkrijst en zinktarwe. Deze voeding is in omloop in vele landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. HarvestPlus wil in totaal 100 miljoen mensen bereiken met deze gewassen tegen 2020.
Beter bestand tegen ziekte
Biofortificatie heeft op voedselverrijking voor dat na de investering om verbeterd zaad te bekomen, dit vermenigvuldigd kan worden zonder verlies van nutriënten. Het kosten-batenplaatje klopt hier beter. Vaak zijn deze gewassen ook beter bestand tegen ziekte, hogere temperaturen en droogte – essentiële kwaliteiten als landen steeds meer de gevolgen van de klimaatverandering ondervinden.
Het belangrijkste is wel dat deze verbeterde gewassen ook de armste en kwetsbaarste mensen op aarde bereiken.
Pakistan
Elk nieuw gewas waar biofortificatie op wordt toegepast vereist nauwkeurig onderzoek en evaluatiewerk om erop toe te zien dat de concentratie nutriënten voldoende is om een significant verschil te maken. Ook moeten boeren overtuigd geraken en bereid zijn om aan de slag te gaan met deze nieuwe varianten. Onderzoek toont aan dat de consument voorstander is van deze verbeterde gewassen, tenminste als de implementatie gepaard ging met informatie- en bewustzijnscampagnes.
Aan de universiteit van Central Lancashire onderzoeken wij samen met internationale partners regelmatig de impact van zinktarwe op een landelijke gemeenschap in Noord-West-Pakistan, waar 40 procent van de vrouwen lijdt aan een tekort aan zink. Het dieet is erg eentonig in deze gemeenschap maar tarwemeel wordt wel elke dag gebruikt om er chapati mee te maken (dunne, platte ovenkoeken die worden gebruikt om er andere gerechten zoals een curry mee op te lepelen, IPS).
Gedeeltelijke oplossing
De zinkconcentratie in de ondergrond is hier erg laag zodat we de impact van biofortificatie of de toepassing van met zink verrijkte meststoffen goed kunnen nagaan. Onze studie zal de kostenefficiëntie van deze gecombineerde strategieën bepalen.
Uiteraard is biofortificatie slechts een gedeeltelijke oplossing die hand in hand moet gaan met inspanningen om armoede te bestrijden, voedselschaarste aan te pakken, net als ziekte, slecht sanitair en sociale en genderongelijkheid. Maar volgens ons heeft de techniek wel het potentieel om bij te dragen aan de uitroeiing van verborgen honger en de doelstelling van de Verenigde Naties om tegen 2030 honger en ondervoeding in al zijn vormen de wereld uit te helpen.
Bron: The Conversation
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier