Maak het kruimeldeeg: zeef de bloem in een grote kom en doe het zout en de suiker erbij. Maak een kuiltje in het midden en voeg de boter er in blokjes aan toe. Meng alles met je vingers tot het op nat zand lijkt. Voeg de eidooier en het water beetje bij beetje toe. Kneed alles tot een samenhangend deeg. Vorm een bal van het deeg en druk hem plat. Wikkel het deeg in plasticfolie. Zet het twee uur koel weg zodat het goed stevig wordt. Tip: kneed het deeg niet te lang, anders gaat de boter smelten en wordt het deeg te elastisch.
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Bestuif het werkblad met bloem. Rol daarop het deeg uit tot een lap van 3 mm dik. Vet een taartvorm in en bestrooi hem met bloem. Leg het deeg in de taartvorm. Druk de randen goed aan en prik de bodem een paar keer in met een vork. Bak het 15 minuten in de oven, tot het heel licht goud kleurt, en laat de taartbodem dan afkoelen.
Was de vijgen en snijd ze overlangs in plakjes. Verhit de honing in een koekenpan, leg de plakjes vijg erin en laat ze karamelliseren.
Klop de ricotta, mascarpone, suiker en citroenrasp door elkaar. Voeg het ei toe en meng alles goed.
Schik de gekaramelliseerde vijgen op de taartbodem (maar houd er een paar achter voor de versiering). Verdeel dan het ricotta-mascarponemengsel erover.
Bak de taart nu 15 tot 20 minuten in de oven, nog steeds op 180°C. Haal de taart uit de oven en schik er de resterende plakjes vijg en de verse amandelen op. Laat de taart afkoelen en zet ze dan een paar uur koud weg.
Tip: vijgenplakjes zijn zeer kwetsbaar, vooral als ze gaar zijn. Behandel ze dus heel voorzichtig. Laat ze afkoelen en zet ze een paar uur in de koelkast.
