Staf Henderickx
‘De wereld kreunt onder de massaproductie van vlees, daar zijn voedselschandalen symptomen van’
Dokter en schrijver Staf Henderickx schetst het schandaal rond Veviba in een breder kader. ‘In het verleden zorgden schokkende rampen uitgelokt door het oude systeem voor grote systeemveranderingen. Op die keerpunten in de geschiedenis moeten alle krachten zich bundelen in de strijd voor een natuur-, dier- en mensvriendelijk leven.’
Vandaag spreken we van vleesindustrie en -productie, niet langer van het slachten van koeien en varkens. Vlees is een product geworden zoals een ander. Hoe is het zover gekomen en wat zijn de gevolgen?
Het slachthuis van Beëlzebub
Vanaf het begin van de 20ste eeuw stijgt de vleesproductie spectaculair. Niet de vraag doet het aanbod stijgen, in haar zoektocht naar winstgevende markten creëert de vleesindustrie dat hoge aanbod zelf. Ons verhaal begint hier.
In het begin van de twintigste eeuw zorgt de agressieve kolonisatie van de vruchtbare vlakten in Amerika en Australië voor een boom van de landbouw en veehouderij. Nadat de indianen en de bizons uit Noord-Amerika verdreven of gedood zijn, nemen honderdduizenden langhoornkoeien hun plaats in. Cowboys begeleiden enorme kuddes naar de slachthuizen van Chicago en Kansas City. Investeerders pompen geld in deze veelbelovende business. De zaken floreren en de sector explodeert. De gefokte koeien worden almaar dikker en groter. In 1906 beschrijft Upton Sinclair in zijn boek The Jungle de wantoestanden in de vleesverwerkende fabrieken van Chicago. Een fragment:
‘Het was alsof de rook van de slachthuizen uit de hel van de aarde kwam. Twintigduizend koeienhoofden loeiden. Zwermen vliegen kleurden de lucht zwart. Het slachthuis van Beëlzebub. (…) De producten vinden wereldwijd hun weg naar alle landen en ze leveren voedsel aan niet minder dan dertig miljoen mensen! (…) Samen met het vloerveegsel belanden dode ratten in de molen. Toch zijn er zaken die in de worsten gedraaid worden waarbij een giftige rat een snoepje is.’ p>
Het boek slaat in als een bom en in hetzelfde jaar wordt de Pure Food and Drug Act gestemd, de eerste federale wet die toezicht voorziet op de kwaliteit van voedsel en medicijnen. Pas na de recente dioxinecrisis zal België een voedselagentschap opstarten.
Van veeteelt naar vleesproductie
Maar niets houdt de opmars van deze nietsontziende industrie nog tegen. De wurggreep van de verwerkingsindustrie, de distributie- en de grootwarenhuisketens neemt verder toe zodat bijna alleen industriële landbouwbedrijven aan hun eisen qua kwantiteit, kwaliteit en prijs kunnen voldoen. Met een minimum aan investeringskosten en maximale winst worden tonnen eieren, zuivelproducten en vlees ‘geproduceerd’ in fabrieksboerderijen.
De wereld kreunt onder de massaproductie van vlees en daar zijn de voortdurende voedselschandalen symptomen van
Die industriële vleesproductie bedreigt niet alleen onze gezondheid, maar ook het milieu. De veehouderij is verantwoordelijk voor achttien procent van de broeikasgassen. De gigantische stallen veroorzaken tot de helft van de agrarische watervervuiling. Bovendien sneuvelen heel wat natuurgebieden door de uitbreiding van de veestapel en wordt heel wat akkerland wereldwijd verbouwd voor veevoeder.
Het slachtvee soupeert een derde van de wereldproductie van de granen op, negentig procent van de sojaproductie en dertig procent van de globale visvangst … voldoende om het hongerprobleem in de wereld op te lossen. Koeien en varkens worden vetgemest in hokken waarin ze ternauwernood kunnen rechtstaan. De beesten worden geslacht en verwerkt aan de lopende band door slecht betaalde arbeiders. Dieren- en mensenleed nemen toe.
Gekkekoeienziekte, dol winstbejag
In de jaren 1980 wordt duidelijk tot wat de extreme commercialisatie van levend vee kan leiden. In Groot-Brittannië krijgen koeien meel gevoederd waarin ook kadavers van zieke schapen en koeien worden verwerkt. Dat meel bevat prionen, dierlijke eiwitten. Honderdduizenden koeien worden ziek: ze staren, zakken door hun poten en sterven. Onderzoek brengt aan het licht dat de dierlijke prionen de oorzaak van de hersenaantasting zijn.
Miljoenen koeien moeten afgeslacht worden, maar ondertussen hebben vele mensen vlees van zieke koeien gegeten. In 1993 sterft een Brits meisje aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Het verband met de gekkekoeienziekte kan aangetoond worden. Maar in de Verenigde Staten is elk onderzoek uitgesloten. In dertien Amerikaanse deelstaten is het zelfs strafbaar om de kwaliteit van het Amerikaanse vlees in twijfel te trekken. Zo spant de Texaanse vleesindustrie in 1998 een rechtszaak aan tegen tv-presentatrice Oprah Winfrey omdat ze in haar talkshow had toegegeven dat ze geen gehakt vlees at uit vrees voor de gekkekoeienziekte. Omdat er in de media clandestiene filmopnamen van de wantoestanden in de fabrieksboerderijen verschijnen, wordt het undercover fotograferen of filmen verboden.
Akkoord, mensen zijn omnivoren, alleseters. Maar trop, c’est trop
Het land van de vrije meningsuiting? Vandaag bezoekt een kwart van de Amerikaanse bevolking dagelijks een fastfoodrestaurant en eet de gemiddelde Amerikaan drie hamburgers per week. In totaal geven de Amerikanen 110 miljard dollar per jaar uit aan fastfood. Maar ondanks al die problemen voor mens en dier, blijft de onzichtbare hand van de economie de vleesproductie en -consumptie opdrijven.
Vetgemeste dieren, vetgemeste mensen
In de fabrieksboerderijen worden de dieren geselecteerd om snel vetgemest te worden met een onnatuurlijke, calorierijke en eiwitrijke voeding. Die opgefokte dieren bevatten driemaal meer vet dan dieren op de weide en leveren dus vet vlees dat mensen op hun beurt ‘vetmest’.. Daardoor bevat het huidige westerse dieet te veel omega 6-vetzuren en te weinig omega 3. De huidige verhouding tussen omega 6 en omega 3 ligt op 15/1. Een verhouding van 4/1 dankzij een aangepast dieet zou de cardiovasculaire mortaliteit met zeventig procent (!) doen dalen. Lang begrepen we niet waarom Eskimo’s die veel vettig vlees aten, toch weinig hartziektes kregen. De reden lag in de hoge dosissen omega 3 in natuurlijke vis en vlees, hun hoofdmenu.
Toch krijg je als reactie op zulke onthullingen telkens opnieuw de fatalistische bemerking: ‘Wat mag ik in hemelsnaam nog eten?’ Alle gezondheidsexperts zijn het erover eens dat we al een enorme stap vooruit zouden zetten als we onze dagelijkse vleesconsumptie verminderen. Van de huidige twee- tot driehonderd gram per persoon per dag naar gemiddeld negentig gram, bijvoorbeeld. Wat je in hemelsnaam dus nog mag eten: wat minder vlees en extra groente volstaat al.
Iedereen vegetariër?
De redenen om minder vlees te eten zijn divers. De wijze waarop de vleesindustrie dieren behandelt en slacht, de vernietigende ecologische voetafdruk van de vleesindustrie, de te hoge vleesconsumptie in rijke landen en de bekommernis voor de eigen gezondheid zijn de voornaamste motieven om je eigen vleesconsumptie te beperken. Britse wetenschappers berekenden voor het vakblad PNAS dat de uitstoot van de voedselproductie met dertig tot zeventig procent zal dalen als iedereen vegetarisch eet.
Elke Belg verorbert in zijn leven naar schatting 1800 dieren (gemiddeld 891 kippen, 24 konijnen, 43 kalkoenen, 42 varkens, 7 schapen, 5 runderen, 789 vissen en een derde van een paard). Elk jaar peuzelen alle Belgen samen 247,5 miljoen dieren op. Akkoord, mensen zijn omnivoren, alleseters. Maar trop, c’est trop.
Waarom zou je ook niet wat minder vlees eten? De meeste studies bevestigen immers dat vegetariërs gezonder zijn dan vleeseters. Allicht dankzij een lager gewicht, een lagere bloeddruk en cholesterol. Vlees staat aan de top van de voedselketen en daarom is de kans ook groter dat het meer gifstoffen bevat. Een extra reden voor veel gezinnen om bewust over te stappen naar een kleinere consumptie.
Een dergelijke beslissing zal geen ommezwaai in de landbouwproductie teweegbrengen. Maar zo’n opvatting is in elk geval goed voor je eigen gezondheid en die van je gezin, ze is beter voor het dierenwelzijn en je steunt er de plaatselijke boeren mee. In 2001 verkochten de boeren in Frankrijk en Japan 25 procent van hun productie rechtstreeks aan de consument. Bij ons ligt dat flink lager. Akkoord, koken met kwalitatief vlees en degelijk geteelde groenten is duurder. Maar je bespaart al door zuinig om te springen met voedsel en je dure vlees- en visconsumptie te beperken.
Niettemin is er meer nodig dan individuele inspanningen. Naar analogie van de Canadese schrijfster en activiste Naomi Klein zou ik stellen: ‘No food change without system change.’ Als de autosnelweg van de vleesindustrie in het huidige tempo nog breder wordt, dan zal het aantal geslachte dieren in 2050 ruim 120 miljard bedragen. De schouders van Moeder Aarde kunnen dat niet dragen.
De wereld kreunt onder de massaproductie van vlees. De voortdurende voedselschandalen zijn de symptomen van die slepende ziekte. In het verleden zorgden schokkende rampen uitgelokt door het oude systeem voor grote systeemveranderingen. Op die keerpunten in de geschiedenis moeten alle sociale en ecologische krachten zich bundelen in de strijd voor een natuur-, dier- en mensvriendelijk leven.
Staf Henderickx, auteur van Van mammoet tot big mac, Londen, 20 maart 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier