Champagne schenken: vijf weetjes
Tijdens de eindejaarsperiode er weer gretig champagneflessen ontkurkt. Enkele tips en weetjes bij het schenken van de geliefde bubbels.
1. Laat het feest knallen, niet de kurk
Let op wanneer je de fles ontkurtk: luide knallen zijn dan wel feestelijk, maar eigenlijk not done. Sommigen kijken als verklaring daarvoor richting de etiquette, anderen naar de bubbels (door te ontkurken met een knal verdwijnt er heel wat koolzuur uit de wijn), maar wij willen toch zeker ook de veiligheid aanstippen: in de champagnestreek rond Reims zijn er naar verluidt vele sommeliers met een glazen oog.
2. Schenk champagne altijd in twee tijden
Overlopende glazen champagne zijn gemakkelijk te vermijden als je ze beurtelings vol schenkt. Begin in elk glas met een kleine hoeveelheid en vul, als het schuim wegzakt, bij tot het normale niveau.
Dit is overigens ook een truc die toegepast wordt op grote recepties. Ruim op voorhand wordt dan een eerste bodempje in de tientallen glazen geschonken, zodat die op het laatste moment snel volledig kunnen worden gevuld.
3. Denk nog eens na over het glas
Doorgaans drink je champagne uit een traditionele fluit, maar eigenlijk zijn daar behoorlijk wat nadelen aan. er gaat weinig in (de meeste fluiten zijn ontworpen om meer dan de gebruikelijke zes glazen uit een fles te kunnen tappen) en de vorm leidt de aandacht af naar het belletjesgordijn, een secundair visueel aspect. Koolzuurbelletjes ontstaan namelijk ter hoogte van puntdefecten in de glaswand of in de bodem van het glas die met een diamantpunt verruwd werd. Deze puntdefecten zorgen voor kiemvorming voor het gas, zodat de bel kan groeien en opstijgen.
Gewoonlijk worden schuimwijnen en champagnes – net als witte wijnen in het algemeen – veel te koud geschonken: zonde van de fijne aroma’s!
Je kan er bijvoorbeeld over nadenken om een smaakvolle champagne uit te schenken in bordeauxglazen die bovenaan lichtjes versmallen. Zo laat je het boeket beter spreken. Wacht om te ruiken tot het hevig gebruis voorbij is, het massieve koolzuurgas in het begin is onaangenaam, maskeert het wijnboeket en kan de neus irriteren.
4. Belletjes zijn niet enkel een visueel spektakel
Lange lagertijden en veel aminozuren maken de opstijgende gasbelletjes fijner (om dezelfde reden schuimen bijvoorbeeld ook proteïnerijke bieren als geuze of witbier en hergiste bieren op fles met een veel fijner schuim dan pils). Maar het belletjesgordijn heeft ook meer dan een visuele functie: het fungeert als geurversterker. De opstijgende gasbellen staan in intiem contact met de vloeibare champagnefase en dragen het geurspectrum ervan mee. Als ze aan de oppervlakte openspatten, krijg je een waar geurvuurwerk.
6. De juiste temperatuur
Gewoonlijk worden schuimwijnen en champagnes – net als witte wijnen in het algemeen – veel te koud geschonken en worden geuren en smaken volkomen onderdrukt. Voor simpele ‘babbelbubbels’ heeft de temperatuur uiteraard minder belang, maar bij een echt goede schuimwijn of champagne zou het regelrecht zonde zijn die fijne aroma’s te verliezen.
Schenk daarom smaakvolle schuimwijnen of champagnes bij 12°C, de temperatuur van een frisse wijnkelder. Dan komen geur en smaak ten volle tot hun recht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier