Journalist Lia van Bekhoven: ‘Ik kan me niet voorstellen ooit met pensioen te gaan’

© Lorna Milburn
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Lia van Bekhoven (69) groeide op in het Nederlandse Oosterhout en trok in 1976 naar Londen. Ze werkt er voor Nederlandse en Belgische media en publiceert deze week haar vierde boek, Klein-Brittannië. Hoe macht en mythe het VK verscheuren.

Ik was als oudste kind van het gezin altijd de eerste: de eerste die niet meer naar de kerk ging, die met een vriendje op vakantie trok, die niet thuiskwam van de kroeg. ( lacht) Ik weet niet of ik avontuurlijker ben dan mijn jongere zussen of mijn broer, maar ik was het wel vroeg gewend om dingen te regelen. Naar Londen verhuizen, iets op poten zetten als freelance journalist: daar hebben mijn ervaringen als oudste kind me bij geholpen.

Voor mij is niets spannender dan een live-uitzending. Niet dat de zenuwen door mijn keel jagen, maar ik kick op de adrenaline. Misschien wil ik het ooit kalmer aan doen, maar zover ben ik nog niet. Ik heb een geweldige baan, Londen staat nooit stil en ik wil het allemaal meemaken – ik kan me niet voorstellen ooit met pensioen te gaan.

Een correspondent mag zich niet vereenzelvigen met het land waarover hij bericht. Afstand bewaren is soms moeilijk, maar ik ben geen anglofiel. Ik ben destijds de liefde achterna gereisd, maar met Engeland had ik niets. Veel correspondenten kiezen voor Londen omdat ze zo van het land houden, maar dat loopt niet altijd mooi af. Er is elke dag wel iets om je aan te ergeren – de regelneverij, het conservatisme, de gelatenheid en de media – en hoe hoger je verwachtingen van een land, hoe harder dat aankomt.

Mijn sterkte is ook mijn achilleshiel. Zo goed als ik Groot-Brittannië ken, zo weinig weet heb ik van wat er leeft in Nederland en Vlaanderen. Daar kan ik als correspondent dus weinig op inspelen. Toch zal ik nooit een Britse zijn. Daarvoor ben ik te onbeleefd, te ongeduldig en te bemoeizuchtig. Een medereiziger op de trein met een te luide koptelefoon? In Nederland tik ik die op de schouder en wijs ik naar het stiltebordje. In Engeland is dat not done: je trekt hoogstens een wenkbrauw op en zit je de hele rit te verknarsen. (lacht)

Ik zal nooit een Britse zijn. Daarvoor ben ik te onbeleefd, te ongeduldig en te bemoeizuchtig.

Hoe meer je leert, hoe minder je weet. Hoe hard je je ook vastbijt in iets, uiteindelijk is je kennis maar oppervlakkig en ondertussen ontgaat veel je. Wat ik niet wil, is mensen vervelen met details. Wat telt, zijn de grote lijnen: wat wil iemand ergens mee bereiken? Steunen de conservatieven een voorstel om het gedrag van hun eigen premier en fractieleider te onderzoeken, dan heb ik het niet over de inhoud van die motie, maar over hun drijfveren.

Toen ik begon als journalist, hoopte ik het verschil te maken. Als politiek geëngageerde student journalistiek wilde ik niets liever dan verre reizen maken en al doende de wereld verbeteren, zoals iedereen toen. Ik wilde weg uit mijn provinciale, katholieke nest en in de voetsporen treden van Oriana Fallaci, een Italiaanse journaliste die alle wereldleiders voor de microfoon kreeg. Maar nu vind ik een label als ‘ Mrs Light Entertainment‘ ook prima. Op een vermakelijke manier vertellen over dingen die ertoe doen en hopelijk blijven hangen, dat heeft ook zijn nut.

Mijn medium was altijd de radio. Een boek schrijven daarentegen is lastig. Daar moet je voor gaan zitten, research doen en nadenken over de opbouw, terwijl de actualiteit volgen eigenlijk al mijn tijd opslorpt. Wat ik wel graag doe, is vertellen, zeker over een fascinerend land dat in een overgangsperiode zit zoals het Verenigd Koninkrijk. Op vraag van de uitgever hebben we Klein-Brittannië dus eerst op die manier aangepakt – ik had een aantal gesprekken met een redacteur die alles dan op papier zette – maar dat werkte niet voor mij. Spreektaal is iets anders dan schrijftaal, en als ik iets schrijf, dan moet het er ook mooi op staan.

Het leven is er om bewust geleefd te worden. Ik ga het verdriet over het overlijden van mijn man in 2019 niet uit de weg, maar daarnaast wil ik ook intens genieten. Uiteraard blijft het vreemd: ik woon in hetzelfde huis, doe hetzelfde werk en heb dezelfde vrienden, en toch is alles veranderd. Ik behoor niet meer tot een stel en ben niet meer wie ik was met Martin en tegelijk ben ik niet meer wie ik vóór die relatie was. Maar ik weet ook dat ik enorm veel geluk had om zo’n bijzondere, geestige en liefdevolle man tegen te komen en 45 jaar met hem samen te wonen. Op het bankje dat ik ter nagedachtenis van Martin heb neergezet bij de Thames in mijn buurt Richmond staat een uitspraak van een vriend van hem op de begrafenis: “Of hij zette me aan het denken, of hij maakte me aan het lachen” – dat zegt alles.

Klein-Brittannië (22,99 euro) verschijnt bij Borgerhoff & Lamberigts.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content