Hoe de fiets de vrouw geëmancipeerd heeft
“Ik denk dat de fiets meer betekend heeft voor de emancipatie van de vrouw dan eender wat ter wereld.” Niet onze woorden, niet die van Norta, Oxford of Gazelle, wel die van Amerikaans suffragette Susan B. Anthony. “Een vrouw op een fiets staat voor mij symbool voor een onbelemmerde vrouw”, aldus Anthony. Als voorvechtster van het vrouwenkiesrecht in de Verenigde Staten wist zij maar al te goed wat belemmering was: strakke, ongemakkelijke kleding en een leefwereld die niet groter was dan het fornuis en het washok, een mens zou voor minder breken met het leven van alledag en met wapperende haren en onderrokken de vrijheid tegemoet trappen.
De tweewieler kende een enorme populariteitsboost in de jaren 1880 toen het model geleidelijk aan veranderde van een groot voorwiel en klein achterwiel naar twee gelijke wielen en een kettingaandrijving. Eindelijk was een vervoermiddel dat iedereen kon bestijgen. Paarden waren immers “niets voor vrouwen”, aangezien hun kleding hen verplichtte om zijwaarts te rijden, niet bepaald ideaal voor wie lange afstanden wil afleggen. Bovendien waren paarden wild en bruusk en zouden die arme vrouwen zich wel eens kunnen bezeren.
Nee, dan was het stalen ros makkelijker te temmen, al moesten dames ook hier enkele vestimentaire aanpassingen doen. De lange rokken werden iets ingekort en daaronder werden lange pofbroeken gedragen die met linten samengebonden werden rond de enkels. “Omdat vrouwen zich plots (praktisch) voor sport moesten kleden ontstond er een hele conversatie over vrouwen en de relatie met hun kleding”, verklaart historica Sarah Gordon in Around The World On Two Wheels. “Ze werden ingesnoerd via korsetten of lagen onderkleding maar beseften niet hoe dit hen beperkte: de opkomst van de fiets deed hen hier letterlijk en figuurlijk bij stilstaan en bevrijdde hen van al dit extra gewicht.”
Het aanpassen van die kledij werd natuurlijk niet alleen uit praktische overwegingen gedaan. Feministes van de 19e eeuw grepen de gelegenheid om vrouwen te laten nadenken over het volledige concept “vrouwelijkheid”, hoe een vrouw er volgens de maatschappij uit hoort te zien of wat ze hoort te dragen. Voor frontvrouwen van de (Amerikaanse) vrouwenbeweging als Elizabeth Cady Stanton en Susan B. Anthony was de strijd om de kleding van de vrouw even belangrijk als de strijd om gendergelijkheid of zelfs het kiesrecht en die strijd kon ook op evenveel tegenbeweging rekenen.
Zich kleden naar de gelegenheid
Volgens de memoires van Annie Londonderry, de eerste vrouw die rond de wereld fietste, werden vrouwen die op een fiets door de straten reden uitgejouwd en met spullen bekogeld, wat enkel maar olie op het vuur van de vrouwenbeweging was. “Waarom heeft een vrouw niet evenveel recht om zich naar de gelegenheid te kleden als een man?” aldus Elizabeth Stanton in een interview uit 1895, geciteerd in Failure is Impossible. “Mannen vonden de wapperende panden van hun jas en losse broeken ook niet praktisch om mee te fietsen. Toen zij hun kleding gingen aanpassen hebben wij toch ook geen moord en brand geschreeuwd? Laat ons gewoon met rust, meer vragen we niet.”
De fiets als vrijheidsmachine
Toch was niet enkel kleding het probleem. Er werd gefluisterd dat het rijden met een fiets over de toen nog ruwe straatstenen seksueel stimulerend kon zijn voor een vrouw. Om de opwinding in te perken werden er voor vrouwen zogenaamde “hygiënische” zadels ingevoerd zonder padding en werd het stuur verhoogd zodat ze minder voorover moest leunen tijdens het fietsen en ze dus minder “steunde” op haar genitaliën.
Sommige critici zeiden zelfs dat fietsen slecht zou zijn voor de vrouwelijke gezondheid, dat het de nieren, de lever en de urinebuis zou kunnen beschadigen, alles zodat vrouwen maar van de tweewieler zouden afblijven, zo stond ook te lezen in de Chicago Daily News uit 1894: “Wanneer vrouwen iets willen bijleren of simpelweg iets voor hun plezier willen doen is er altijd wel iemand die haar waarschuwt dat het belangrijk is dat ze zichzelf niet bezeert. Terwijl diezelfde vrouw in sommige staten wel tien uur lang in fabrieken kan werken, uren over naaimachines gebogen kan zitten of achter de toonbank van slecht geventileerde winkels kan staan – niemand die dan over haar welzijn protesteert.”
Waar het schoentje natuurlijk echt knelde was dat een vrouw met een fiets een vrije vrouw was. Een vrouw met een fiets was niet meer afhankelijk van een man voor haar transport en kon gaan en staan waar en wanneer ze dat wou. De fiets was een vrijheidsmachine, en daar moesten vrouwen ver héél ver weg van blijven. (KS)
Bronnen: The Atlantic, AnnieLondonderry.com en Frances E. Willard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier